Philosophy of Science (2025)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/135

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

136 Terms

1
New cards

Positivisme

Kennis verkregen door zintuigelijke waarnemingen en wetenschappelijke methoden. Wat we kunnen observeren of meten is echte kennis.
Belangrijke aanhanger: August Comté

2
New cards

Kenmerken positivisme

  • Objectiviteit

  • Empirisme

  • Wetenschappelijke methode

  • Afwijzing metafysica

3
New cards

Kernideeën positivisme

  • Kennis moet gebaseerd zijn op waarneming en empirische data.

  • Wetenschap is objectief en neutraal.

  • Feiten en waarden moeten gescheiden worden.

  • Natuurwetenschappelijke methode is enige juiste methode.

4
New cards

Modus ponens

Bevestigend redeneren, passend bij positivisme.
Als A dan B: als het regent, word ik nat.
A is waar: het regent.
Dus B is waar: dus word ik nat

5
New cards

Postpositivisme

Kennis is altijd beperkt, feilbaar en gekleurd. ‘Wat ik zie en meet is een benadering van wat waar zou kunnen zijn, maar ik kan het nooit volledig zeker weten.’

6
New cards

Kenmerken postpositivisme

Fallibilisme, kritisch realisme, theoriegeladenheid van de observatie, wetenschap is zelfcorrigerend proces en een combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve methoden.

7
New cards

Belangrijke postpositivisten

  • Karl Popper → falsificatieprincipe

  • Thomas Kuhn → paradigmawisselingen

  • Imre Lakatos → wetenschappelijke onderzoeksprogramma’s → combi tussen Popper en Kuhn

  • Paul Feyerabend → geen vaste methode in de wetenschap

8
New cards

Postivisme verworpen door postpositivisme

  • Wetenschap is nooit volledig objectief → paradigma’s/theoretische kaders → feiten kunnen alleen door bestaande theorieën worden geïnterpreteerd.

  • Observatie is altijd theorie geladen, want mensen nemen altijd waar op basis van hun kennis en ervaring → verschillende ervaringen en kennis.

  • Scheiding tussen feiten en waarden is kunstmatig → onderzoekers maken keuzes over welke onderwerpen ze willen onderzoeken en de hieruit volgende conclusies.

  • Inductieprobleem → het is onmogelijk om universele wetten af te leiden uit observaties. Wat in het verleden gebeurt, garandeert niet de toekomst.

9
New cards

Modus tollens

Ontkennend bevestigen, passend bij postpositivisme.
Als A dan B: als het regent, word ik nat
B is niet waar: ik word niet nat
Dus A is ook niet waar: dus het regent niet

10
New cards

Empirisme

Alle kennis komt uit ervaring, via de zintuigen. Je weet alleen wat je ervaren hebt.

11
New cards

Kenmerken empirisme

Ervaring → bron van kennis. Zintuigen zijn cruciaal voor het begrijpen van de werkelijkheid. Afwijzing voor aangeboren ideeën en observatie → je moet iets waarnemen om er iets over te weten.

12
New cards

Belangrijke empiristen

  • John Locke → de geest is een onbeschreven blad

  • George Berkeley → bestaan is waargenomen worden

  • David Hume → twijfelt aan oorzaak-gevolg als zekere kennis

13
New cards

Constructivisme

Kennis wordt niet ontdekt, maar geconstrueerd door sociale processen. Wetenschap is geen weerspiegeling van de werkelijkheid, maar zijn sociale constructies. Wat als feit wordt gezien is vaak het resultaat van onderhandeling, context en sociale normen.

14
New cards

Belangrijke constructivisten

  • Karin Knorr-Cetina → waarnemingen en experimenten worden beïnvloed door sociale interacties, instituties en machtsverhoudingen i.p.v. rationeel proces

  • Paul Feyeraband → geen vaste methode, wetenschappelijke vooruitgang is chaotisch, creatief en toevallig

15
New cards

Relativisme

Absolute waarheid bestaat niet, wat ‘waar’ is hangt af van iemands perspectief, tijd, cultuur of situatie → waarheid is relatief, afhankelijk van wie je bent, waar je bent en hoe je kijkt. Geen norm die universeel juist is, normen zijn juist binnen hun eigen context.

16
New cards

Traditionele visie

Klassieke of positivistisch model. Gebaseerd op objectieve, waarneembare feiten. Waarnemen met zintuigen en logica.

17
New cards

Ondersteunende ideeën traditionele visie

  • Wetenschappelijke kennis komt voort uit pure observaties

  • Onze zintuigelijke waarneming is een directe afspiegeling van de werkelijkheid

  • Eerst worden feiten verzameld en daar worden vervolgens theorieën op voortgebouwd.

18
New cards

Chalmers kerngedachte

Feiten zijn niet onafhankelijk van de theorie waarmee we werken en onze observaties worden altijd beïnvloed door onze kennis en verwachtingen

19
New cards

Chalmers commentaar op het klassieke model

  • Observaties zijn nooit objectief, want wat we waarnemen hangt af van onze kennis en achtergrond

  • Observaties worden beïnvloed door context en verwachtingen (denk aan optische illusies)

  • Feiten en theorie zijn niet strikt gescheiden: feiten hangen af van de theoretische bril waarmee we de wereld proberen te begrijpen

20
New cards

Chalmers over waarom de traditionele visie niet klopt

  • Waarneming is niet neutraal, want je moet eerst leren wat je moet zien

  • Feiten zijn theorie gebonden, onze kennis bepaalt welke feiten we als belangrijk zien

  • Observaties kunnen veranderen, nieuwe technologieën kunnen feiten corrigeren

21
New cards

Wetenschap is een complex proces

Theorie en waarnemingen werken samen, wetenschap is geen absolute waarheid, maar product van interpretatie en aanpassing. Chalmers stelt dat wetenschap een actief proces is en de traditionele opvatting is juist passief (alleen observeren via zintuigen). Wetenschappers manipuleren hun omgeving en waarnemingen om betrouwbare gegevens te verzamelen.

22
New cards

Feyerabends kijk op wetenschap

Wetenschappers moeten geen vaste en strikte regels volgen, maar wetenschap moet voortkomen uit chaos en creativiteit. Hij gelooft niet in universele wetenschappelijke regels en stelt dat wetenschappers moeten doen wat werkt en zich niet moeten laten beperken door methodologische regels (hier geloven Kuhn, Popper en Lakatos wel in)

23
New cards

Argumenten Feyeraband; een vaste methode is een illusie

  • Wetenschappers breken vaak de regels en dat werkt: grote ontdekkingen hielden zich vaak niet aan een strikt rationeel proces

  • Strikte methodologieën remmen innovatie: grote doorbraken gebeuren vaak buiten een vast wetenschappelijk kader

  • Wetenschap is geen rationeel proces, maar historisch toeval: invloed politiek en culturele gunstige uitkomsten

  • Westerse wetenschap is niet beter dan andere kennissystemen

24
New cards

Kritiek Feyerabend op andere filosofen

  • Popper → wetenschappers zijn constant bezig met het verdedigen van hun theorie, niet met falsificeren

  • Kuhn → wetenschappelijke vooruitgang is veel chaotischer en minder gestructureerd dan hij voordoet

  • Lakatos → er zijn geen goede of slechte onderzoeksprogramma’s, er zijn methoden die in verschillende situaties werken

25
New cards

Rol van experimenten

Chalmers: experimenten onthullen niet simpelweg feiten, maar zijn gericht op het verkrijgen van nuttige informatie binnen een wetenschappelijk kader. Experimenten zijn niet vast of absoluut → worden voortdurend aangepast en geïnterpreteerd op basis van bestaande theorieën. Ze helpen oude theorieën te herzien en eventueel te verbeteren.

26
New cards

Traditionele visie op experimenten

Zijn neutrale procedures die objectieve feiten onthullen. Feiten spreken voor zich, zonder dat ze geïnterpreteerd moeten worden en dat ideeën direct uit experimenten volgen

27
New cards

Waarom is de traditionele visie op experimenten problematisch?

  • Experimenten leveren geen ‘pure feiten op’

  • Wetenschappelijke experimenten veranderen door de tijd

  • Experimenten veranderen hoe we de wereld zien

28
New cards

Belangrijkste redenen waarom de traditionele visie op experimenten niet klopt

  • Observatie is actief en vereist interventie

  • Observatie is publiekelijk en herhaalbaar

  • Instrumenten/technologie bepalen wat we kunnen waarnemen

29
New cards

Kritiek Chalmers op experimenten

  • Experimenten zijn geen passieve observaties, maar vereisen manipulatie en interpretatie

  • Wetenschappelijke kennis verandert voortdurend door experimenten

  • Wetenschap wordt gevormd door experimenten, veel theorieën zouden niet bestaan zonder experimentele ontdekkingen

30
New cards

Falsificatieprincipe

Popper stelt dat wetenschap niet werkt door bevestiging maar door falsificatie → theorieën kunnen niet worden bewezen, alleen weerlegt. Wetenschap zou voorspellingen moeten doen die in principe onjuist blijken. Wetenschappelijke vooruitgang gebeurt door het elimineren van incorrect theorieën. Falsificatie zorgt voor het onderscheid tussen pseudowetenschap en ‘echte’ wetenschap → voorkomend uit dogmatisme en wetenschappelijke vooruitgang

31
New cards

Redenen Philips waarom falsificatie minder goed werkt in sociale wetenschap

  • Zwakke test → veel onderzoekers testen theorieën in vergelijkbare situaties, waardoor ze niet echt op de proef worden gesteld

  • Te weinig sterke tests

  • Confirmation bias in kwalitatief onderzoek → onderzoekers verzamelen alleen bewijs die hun theorie ondersteunt i.p.v. ontkracht

32
New cards

Philips over het falsifieerbaarder maken van het werk van Popper

  • Actief zoeken naar weerlegging → theorieën kunnen nooit worden bewezen, alleen weerlegd. Hypothesen moeten getest kunnen worden en falen

  • Gebruik sterke tests → zorg voor sterke testen die zodanig zijn ontworpen dat een verkeerde theorie makkelijk kan falen

  • Wees kritisch op kwalitatieve data → kijk niet alleen naar ondersteunend bewijs, maar ook naar tegenvoorbeelden

  • Denk aan alternatieve verklaringen → ga na en controleer of er geen alternatieve factoren zijn die invloed kunnen hebben of een effect verklaren

33
New cards

Positieve aspecten falsificatieprincipe volgens Philips

Vaak zijn theorieën moeilijker te testen en niet direct te falsificeren, maar onderzoekers moeten wel kritisch en systematisch blijven werken → voorkomt dat zij hun theorie als absoluut zien zonder serieus te testen. Ook draagt het bij aan de wetenschap en maakt deze sterker. Door kritisch te testen en theorieën actief op de proef te stellen, wordt onderzoek betrouwbaarder en beter

34
New cards

Inductie

Verwijst naar het concept dat er universele wetten afgeleid worden uit observaties. Dit betekent dat we dus conclusies kunnen trekken op basis van eerdere ervaringen.

35
New cards

Chalmers kritiek op inductie

  • Universele wetten kunnen niet worden bewezen → omdat we alleen witte zwanen observeren kunnen we niet concluderen dat alle zwanen wit zijn, misschien zijn er ook zwarte zwanen

  • Biedt geen zekerheid voor de toekomst → omdat iets gister is gebeurd, is er geen garantie dat dit ook in de toekomst gebeurd

  • Feiten zijn nooit puur → wat wetenschappers observeren gebeurt altijd op basis van een theoretisch kader/paradigma

36
New cards

Poppers kritiek op inductie

  • Wetenschappelijke vooruitgang gebeurt door weerlegging, niet bevestiging

  • Theorieën moeten falsifieerbaar zijn

  • Kan geen universele wetten bewijzen

  • Een goede theorie is gedurfd en neemt risico’s

37
New cards

Alternatieve benadering voor inductie volgens Popper

  • Een theorie moet falsifieerbaar zijn → structureer en formuleer een theorie op zo’n manier dat die getest kan worden en mogelijk kan falen

  • Wetenschap groeit door falsificatie → wetenschappelijke vooruitgang wordt geboekt door foutieve theorieën te verwerpen en vervangen door betere

  • Falsificatie is criterium voor wetenschap → alleen theorieën die testbare voorspellingen doen, en dus falsifieerbaar zijn, kunnen wetenschappelijk worden genoemd

38
New cards

Poppers redenen waarom inductie onbetrouwbaar is

  • Inductie leidt tot inconsistente redeneringen, er is namelijk geen manier om inductie op een inductieve manier te bewijzen → leidt tot cirkelredeneringen

  • Waarschijnlijkheidslogica biedt geen oplossing → probabilistische uitspraken vereisen ook inductie, wat het probleem dus nog steeds niet oplost

  • Ad-hoc hypothesen ontwijken inductie → door het toevoegen van nieuwe hypothesen kunnen theorieën zo worden aangepast dat ze falsificatie ontwijken en dus overeind blijven → heel slecht voor wetenschappelijke praktijk

39
New cards

Paradigma

Kuhn stelt dat wetenschappelijke kennis niet enkel geleidelijk wordt opgebouwd, maar dat theorieën soms plaatsmaken voor geheel nieuwe paradigma’s. Vanuit een historisch perspectief toont hij aan dat wetenschap geen lineair proces is, maar juist chaotisch, conflictvol en voortdurend in verandering. Grote wetenschappelijke doorbraken vereisen vaak radicale verschuivingen in denken. Kuhn veranderde daarmee de manier waarop we wetenschap begrijpen: hij laat zien dat wetenschap zich ontwikkelt via periodes van stabiliteit, gevolgd door revolutionaire omslagen. Vooruitgang is daarbij niet puur rationeel, maar wordt mede bepaald door dominante paradigma’s en sociale processen.

40
New cards

Paradigmaverschuivingen

Wetenschap is niet alleen het opstapelen van kennis, maar ook het ontwikkelen van nieuwe theorieën → hierbij zijn oude theorieën niet per se fout, maar passen niet meer in de huidige tijd en context → wetenschappelijke revoluties vervangen fundamentele concepten in plaats van ze simpelweg te verbeteren

41
New cards

Paradigmaverschuivingen zijn afhankelijk van sociale of politieke factoren

Wetenschappelijke vooruitgang is niet objectief → wordt bepaald door experimenten en observatie, maar ook door persoonlijke voorkeuren, historische en culturele context, plotselinge ontdekkingen en technologische innovatie

42
New cards

Analomiën

Problemen binnen een bestaand paradigma → worden genegeerd en als uitzondering gezien → bij opstapeling en onmogelijkheid om ze op te lossen zorgt dit voor een paradigma crisis wat verloopt in een wetenschappelijke revolutie → nieuw paradigma vervangt de oude volledig

43
New cards

Acceptatie nieuw paradigma

Dit gebeurt wanneer analomiën verklaard kunnen worden en nieuwe en nuttige inzichten bieden. Geschiedenis helpt ons om te begrijpen hoe paradigma’s veranderen en wetenschap wordt beïnvloed door bredere contexten → omarmen historisch perspectief zorgt voor duidelijker beeld va wetenschap als dynamisch proces vol conflicten, creativiteit en veranderingen

44
New cards

Ontwikkeling paradigmaverschuiving

  • Normale wetenschap → wetenschappers werken binnen een bestaand paradigma waarvan zij ervan uitgaan dat het de beste manier is om de wetenschap te begrijpen

  • Crisis door analomiën → sommige verschijnselen kunnen niet worden opgelost en verklaard worden binnen het huidige paradigma

  • Wetenschappelijke revolutie → dit ontstaat bij het zoeken van een nieuw paradigma om analomiën beter te verklaren

45
New cards

Incommensurabiliteit

Verschuiving van oud naar nieuw paradigma

46
New cards

Onderzoeksprogramma’s wetenschappelijke vooruitgang

Lakatos stelt dat dit gebeurt door competitie en niet door revoluties (Kuhn) of falsificatie (Popper). Theorieën zijn geen op zichzelf staande ideeën, maar onderdeel van een groter onderzoeksprogramma. Harde kern → kan niet zomaar losgelaten worden, er is een beschermende gordel die flexibel is en nieuwe problemen oplost. Een programma wordt losgelaten wanneer die geen nieuwe inzichten meer biedt en er een beter alternatief is

47
New cards

Volgens Lakatos bestaat een onderzoeksprogramma uit

  • Harde kern → fundamentele aannames die niet zomaar worden opgegeven, zoals het idee dat de wereld plat is en niet rond

  • Beschermende gordel → hulpstellingen die de harde kern beschermen, bestaat uit hulphypothesen die aangepast kunnen worden

  • Heuristiek → strategieën die onderzoeksprogramma’s laten groeien, kan positief en negatief zijn

48
New cards

Voorbeeld beschermende gordel

Hulphypothese → ‘het feit dat we het schip aan de horizon niet meer kunnen zien komt door het menselijk zicht’ → in plaats van toegeven dat de aarde rond is en niet plat

49
New cards

Positieve heuristiek

Ontwikkelen van voorspellingen of toepassingen binnen een onderzoeksprogramma. In het geval van de aarde die plat is → waarom kunnen mensen niet van de aarde vallen? ‘Er zit aan het einde een ijsmuur, daarom vallen mensen niet van de aarde’

50
New cards

Negatieve heuristiek

De harde kern beschermen door alleen de beschermende gordel aan te passen. In het geval van de platte aarde verander je nooit je aanname over dat de aarde plat is, zelfs als je iets waarneemt wat er tegenin gaat

51
New cards

Progressief onderzoeksprogramma

Blijft groeien → leidt tot nieuwe ontdekkingen en voorspellingen, blijft zicht ontwikkelen en levert betere verklaringen

52
New cards

Degeneratief onderzoeksprogramma

Achterhaald en verlaten → toevoegen van ad-hoc hypothesen zonder vooruitgang, blijft alleen maar bestaan door problemen weg te verklaren

53
New cards

Kritiek Lakatos op falsificatieprincipe van Popper

Bij tegenbewijs wordt een theorie niet meteen verworpen maar aangepast binnen een onderzoeksprogramma. Wetenschappers werken binnen een theoretisch kader, zij verlaten die pas bij een beter alternatief. Lakatos gelooft ook niet in dat cruciale experimenten direct bepalen of een theorie waar of onwaar is. Experimenten worden altijd geïnterpreteerd binnen een onderzoeksprogramma

54
New cards

Sociale constructie

Knorr-Cetina stelt dat wetenschappelijke kennis niet komt door ontdekkingen maar door sociale processen. Experimenten en waarnemingen zijn afhankelijk van sociale interacties, machtsverhoudingen en instituties. Wetenschappelijke vooruitgang moet worden gezien als een dynamisch en contextueel proces, waar methoden en regels aangepast worden aan specifieke situaties

55
New cards

Wetenschap verandert voortdurend (Knorr-Cetina)

Kennis is niet een vaste verzameling feiten, maar verandert afhankelijk van de maatschappij en de instelling waarin het wordt ontwikkeld. Wetenschap is ook onderhandelen → wetenschappers onderling afspreken wat als ‘waar’ wordt gezien

56
New cards

Wetenschap is geen puur objectief proces (Knorr-Cetina)

  • Mythe van objectiviteit → wetenschap wordt vaak voorgesteld als een verzameling objectieve feiten, maar in werkelijkheid zijn observaties en experimenten beïnvloed door institutionele en sociale factoren

  • Wetenschap is een sociaal proces → kennis ontstaat niet alleen door rationele methodes, maar wordt gevormd door onderhandelingen, instituties en machtsdynamieken

  • Macht en instituties bepalen wat we als wetenschap beschouwen → wetenschap is niet alleen een zoektocht naar waarheid, maar wordt ook beïnvloed door wie bepaald welke kennis geldig is

  • Wetenschap is niet lineair, maar circulair → theorieën en experimenten beïnvloeden elkaar

57
New cards

Strong constructivisme van Knorr-Cetina

  • Wetenschap is niet afhankelijk van sociale structuren

  • Wetenschappelijke feiten weerspiegelen niet de werkelijkheid, maar zijn sociale constructies

  • Regels en standaarden zijn flexibel en contentafhankelijk

  • Macht en instituties hebben een grote invloed op kennisproductie

58
New cards

Sociaal geconstrueerd

Hacking laat zien dat sociale constructies niet per se onwaar of illusoir zijn, maar echte gevolgen kunnen hebben. Concepten zoals kindermishandeling en tienerzwangerschap worden niet alleen bepaald door biologie, maar ook door sociale, historische en culturele factoren → betekenissen veranderen door de tijd en tussen verschillende samenlevingen

59
New cards

Traditionele kijk op feiten is problematisch volgens Hacking

  • Feiten zijn niet puur objectief → ondanks dat feiten onafhankelijk kunnen bestaan, worden ze altijd geïnterpreteerd binnen sociale structuren. Wat als probleem wordt gezien, verschilt per tijd en cultuur

  • Zwakke vs. sterke sociale constructie

60
New cards

Zwakke sociale constructie

Iets is cultureel en historisch beïnvloed, maar heeft nog steeds een objectieve basis → een tienerzwangerschap heeft verschillende sociale betekenissen, maar zwangerschap is biologisch echt

61
New cards

Sterke sociale constructie

Een fenomeen bestaat alleen omdat de samenleving het zo benoemt → geld heeft alleen waarde en bestaat als concept omdat wij daarin geloven en dat met elkaar hebben afgesproken

62
New cards

Interpretatie wetenschap met sociale beïnvloeding

Objectieve kennis wordt sociaal beïnvloed bij de interpretatie en toepassing → onderzoek bewijst dat suiker ongezond is, maar het wordt toch gepromoot omdat grote bedrijven erachter zitten

63
New cards

Sociale constructies kritisch evalueren

Kunnen machtstructuren beïnvloeden en soms problematisch zijn → jongens mogen niet huilen, waardoor jongens zich minder vrij voelen en hun mentale gezondheid wordt beïnvloed

64
New cards

Sociologisch realisme

Volgens Collins zijn sociale constructies geen illusies, maar juist echte structuren die ons denken en handelen bepalen → sociale realiteit is net zo tastbaar als de fysieke wereld. Onze taal, tijdsindeling en kennisnetwerken zijn geen losse ideeën, maar structuren die ons leven vormen en niet zomaar verdwijnen

65
New cards

Sociale constructie is niet nep volgens Collins

  • Sociale constructies zijn net zo echt als fysieke objecten → we leven binnen sociale structuren die we niet zelf hebben verzonnen, maar die ons gedrag beïnvloeden, bijvoorbeeld geld

  • Taal en denken zijn sociale fenomenen → we denken binnen een taal die we niet zelf hebben bedacht, zelfs onze interne gedachten volgen grammaticale regels die uit sociale interactie komen

  • Tijd en ruimte zijn sociaal bepaald → hoe we tijd en ruimte ervaren, is niet allen fysiek maar ook cultureel gevormd, zoals grenzen van een land

  • Kennis ontstaat in sociale netwerken → wetenschap en ideeën verspreiden zich via academische en intellectuele gemeenschappen, niet in isolatie

66
New cards

Bewijs dat sociale constructen echt zijn volgens R. Collins

  • Sociale instituties bestaan buiten individuen → UvA blijft bestaan, zelf als alle studenten en docenten vertrekken, omdat het een structuur is met regels, documenten en tradities

  • Concepten hebben net zo’n impact als fysieke objecten → een financiële crisis wordt veroorzaakt door financiële modellen, maar de gevolgen ervan hadden grote economische gevolgen op huishoudens

  • Wetenschap is een collectief proces → geen enkele wetenschappelijke doorbraak gebeurt in isolatie

67
New cards

Onderwijswetenschappen als reactie op positivisme

Volgens Philips en Burbules is dit niet exact zoals de de natuurwetenschappen, maar moet wel systematisch en kritisch zijn → combineren van meerdere methoden geeft het beste inzicht

68
New cards

Onderwijs is een sociale praktijk

Speelt zich af binnen sociale en politieke contexten, onderzoek met rekening houden met culturele, ethische en politieke context. Gebruik van kwantitatieve en kwalitatieve methode is belangrijk → realistischer beeld van onderwijs, waardoor een rechtvaardiger en effectiever onderwijsbeleid ontstaat

69
New cards

Strikt positivistische aanpak werkt niet in de onderwijswetenschappen

  • Menselijk gedrag is complex en contextafhankelijk → leerprocessen worden beïnvloed door motivatie, leraar vaardigheden, thuissituatie en schoolcultuur. Een strict kwantitatieve benadering om dit te onderzoeken is onvoldoende

  • Onderwijswetenschappen is normatief → het draait in onderwijs niet altijd om wat het beste werkt, maar ook om wat het meest menselijk is. Onderwijsbeleid is niet volledig neutraal en beleidskeuzes weerspiegelen altijd bepaalde overtuigingen

  • Onderwijs is afhankelijk van sociale en politieke context → wat in het ene systeem werkt, kan in het andere systeem falen

70
New cards

Postpositivisme is belangrijk voor onderwijswetenschap volgens Philips en Burbules

  • Geen exacte methode mogelijk → menselijk gedrag is niet exact meetbaar en leergedrag hangt af van motivatie, sociale context en cultuur

  • Combineren van kwantitatieve en kwalitatieve methoden → statistische analyses bieden onvoldoende inzichten, het combineren biedt meer

  • Context en sociale invloeden zijn cruciaal → onderwijs wordt beïnvloed door culturele en politieke invloeden, wat in het ene land werkt kan in het andere land niet werken

71
New cards

Waar onderwijswetenschappers rekening mee moeten houden

  • Hun bias erkennen en transparant zijn over hun aannames → zelfkritiek en transparantie

  • Combineren van verschillende methoden om complexe fenomenen te begrijpen → combinatie van kwalitatief en kwantitatieve methoden

  • Interdisciplinair en flexibel zijn

  • Kennis is altijd voorlopig en wetenschap moet kritisch worden bijgesteld → falsificieerbaarheid en openheid voor verbetering

72
New cards

Rol van statistiek

Volgens Labaree krijgt statistiek een grotere rol. Het wordt vaak gebruik als middel om de wetenschappelijke status van onderwijswetenschappen te vergroten. Dit kan leiden tot het negeren van motivatie, creativiteit en sociale relaties, wat weer invloed heeft op het onderwijsbeleid

73
New cards

Afhankelijkheid van onderwijs aan statistiek (Labaree)

  • Historische ontwikkeling van kwantificering → wetenschap en beleid gebruiken het steeds meer, belang is toegenomen

  • Statistiek als middel om academische status te verhogen → onderwijswetenschappen is geen exacte methode zoals natuurwetenschappen, door het gebruik van data en meetbare gegevens proberen het werkveld geloofwaardiger maken

  • Druk van onderwijsbeleid en politiek → beleidsmakers geven een voorkeur aan meetbare gegevens en cijfers omdat het objectiever lijkt en makkelijker te interpreteren is, hierdoor meer onderwijs gebaseerd op testresultaten ‘teaching to the test’ → onderwijs geven met als doel een toets goed maken, niet leren/begrijpen

74
New cards

Risico’s bij te sterke focus op statistiek (Labaree)

  • Te veel focus op kwantificeerbare gegevens, minder aandacht voor wat echt belangrijk is. Sommige onderwerpen zijn lastiger te meten zoals motivatie en aandacht, maar net zo belangrijk

  • Kwantificering vervormt onderwijsbeleid, beleidsmakers geven voorkeur aan cijfers en data en gebruiken dat als basis om beleidskeuzes te maken binnen het onderwijs

    • Onderwijs steeds meer beoordeeld op testresultaten, terwijl andere belangrijke dingen zoals diepgaan leren en kritisch denken onder druk komen te staan

    • Onderwijs moet niet gereduceerd worden tot cijfers

75
New cards

Ethische verantwoordelijkheid onderzoekers

Hostetler stelt dat onderzoek niet alleen gaat over wat de juiste methodologie. Het onderwijs gaat over mensen en onderzoekers die rekening moeten houden met de gevolgen van hun onderzoek en bijdragen aan het bredere welzijn van leerkrachten en leerlingen. Bij nadruk op kwantificeerbare gegevens worden belangrijke aspecten zoals sociale interactie, waarden en persoonlijke ontwikkeling genegeerd

76
New cards

Discussie over ‘goed onderzoek’ is problematisch volgens Hostetler

  • Focus op methodologie → onderzoekers richten zich veel op wat de juiste methoden en technische correctheid is. Dit kan wel leiden tot goed onderzoeksresultaten, maar draagt niet bij aan het welzijn van leerkrachten en leerlingen

  • Invloed van beleidsmakers en politiek → beleidsmakers richten zich veel op meetbare gegevens en gebruiken wetenschappelijke onderzoeken om hun beleidskeuzes te rechtvaardigen, hierdoor krijgen andere belangrijke complexe processen zoals sociale en emotionele ontwikkelingen minder aandacht, maar zijn niet minder belangrijk

  • Complexiteit van welzijn en onderwijsdoelen → wat je als goed onderwijs ziet, hangt af van hoe je succes definieert, hoge cijfers zijn maatstaf echter zijn andere factoren zoals sociale verantwoordelijkheid en kritisch denken net zo belangrijk

77
New cards

Punten die onderwijsonderzoek ‘goed’ maken volgens Hostetler

  • Ethische verantwoordelijkheid

  • Openstaan voor ethische discussie in wetenschap

  • Normen en waarden erkennen

  • Impact boven methodologie → onderwijs mag niet worden gereduceerd tot meetbare gegevens

78
New cards

Persoonlijke integriteit

Ethiek is meer dan alleen strikt regels volgen volgens Ping. Ethische codes bieden richtlijnen, maar zijn onvoldoende bij het oplossen van morele dilemma’s. Onderzoek naar mensen, daarom kritisch kijken naar mogelijke gevolgen → omgeving creëren die eerlijkheid, moed en recept stimuleren

79
New cards

Ethische regels zijn niet genoeg (Ping)

  • Ethische dilemma’s vragen om persoonlijke oordelen → onderzoekers moeten kiezen tussen transparantie en bescherming van deelnemers, regels bieden richtlijnen maar zijn onvoldoende

  • Ethische codes lossen niet alles op → regels bieden richtlijnen maar kunnen niet alle situaties voorspelen, hierdoor kunnen academische vrijheid en morele verantwoordelijkheid met elkaar botsen

  • Invloed van externe factoren → onderzoekers kunnen onder druk komen staan door universiteiten of financierders, wetenschap moet onafhankelijk zijn van commerciële belangen

80
New cards

Deugden uitgelegd (Ping)

  • Eerlijkheid → resultaten niet manipuleren

  • Nederigheid → openstaan voor kritiek en nieuwe inzichten

  • Moed → onderzoeksresultaten publiceren ondanks weerstand

  • Respect → participanten behandelen als mensen en niet als onderzoeksobjecten

81
New cards

Onderwijs is nooit neutraal volgens Kellner

  • Onderwijs zorgt voor het in stand houden/uitdagen van machtsstructuren → kan sociale en economische ongelijkheid in stand houden, maar ook voor sociale verandering zorgen

  • Onderwijs wordt gevormd door kapitalisme → studenten worden klaargestoomd voor de arbeidsmarkt, nadruk ligt op efficiëntie en discipline, in plaats van kritisch denken, sociale ongelijkheid blijft bestaan

    • Steeds meer commercieel product → door het neoliberalisme verschuift de focus naar meetbare prestaties en winst, hierdoor is er minder ruimte voor intellectuele ontwikkeling en kritisch bewustzijn

82
New cards

Abstract empirisme

Mills stelt dat onderzoekers te veel nadruk leggen op methodologie en data-analyse, terwijl bredere sociale contexten en theoretische inzichten worden genegeerd → belangrijke complexe sociale problemen worden gereduceerd tot oppervlakkige statistieken, zonder diepere verklaringen. Mills roept sociologen op om zich te richten op fundamentele vragen als macht, ongelijkheid en sociale veranderingen

83
New cards

Gevolgen van abstract empirisme (Mills)

  • Ontbreken van historische en structurele analyse → onderzoekers zijn gericht op veel recentere ontwikkelingen

  • Focus op individuele meningen i.p.v. sociale structuren → opiniepeilingen zijn gericht op individuele meningen in het kader van een publieke opinie, maar richt zich niet op een analyse waarom sociale structuren deze meningen beïnvloed

  • Commercialisering van sociologie → onderzoeken worden steeds vaker gestuurd door commerciële belangen, waar kritische analyse over machtsstructuren onderbelicht blijven

84
New cards

Alternatief van Mills

  • Sociologische verbeelding moet centraal staan

  • Richten op grote vragen met onderwerpen als macht en ongelijkheid

  • Combineer empirisch onderzoek en data-analyse → theorie zonder data is speculatief, maar data zonder theorie is nutteloos

  • Rekening houden met geschiedenis en context → sociale fenomenen moeten worden bekeken en begrepen binnen hun historische en structurele context

85
New cards

Sociologie

Gouldner pleit voor een sociologie die niet alleen de samenleving onderzoekt, maar ook kritisch naar zichzelf kijkt. Onderzoekers zijn neutrale observatoren, maar handelen binnen politieke en ideologische context, daarom moeten ze zich bewust zijn van hun eigen positie en de invloed van instituties, carrières en belangen op hun werk → wetenschap is nooit volledig neutraal, kritisch reflecteren of hun eigen positie, invloed en aannames

86
New cards

Sociologie te weinig kritisch

Volgens Gouldner doen sociologen alsof ze objectief zijn, maar worden beïnvloed door macht en sociale structuren. Een reflectieve socioloog onderzoekt niet alleen de samenleving, maar ook de positie van de socioloog zelf → niet alleen praten over sociale verandering en samenwerking met onderzochte groepen maar ook bijdragen

87
New cards

Framework analysis

Goffman leert mensen de wereld begrijpen door middel van kaders → helpen bij het ordenen en interpreteren van gebeurtenissen, zodat we structuur krijgen in onze waarnemingen. Vaak passen we al onbewust kaders toe die ons gedrag en verwachtingen beïnvloed, primaire kaders om betekenis te geven

88
New cards

Natuurlijke kaders (Goffman)

Deze helpen ons om fysieke gebeurtenissen te verklaren, zoals zwaartekracht of het weer

89
New cards

Sociale kaders (Goffman)

Deze helpen ons om betekenis te geven aan menselijke handelingen, zoals een docent die lesgeeft of een weerman die het weer voorspelt

90
New cards

Kaders zijn sociaal beïnvloedbaar volgens Goffman

  • Kaders liggen niet vast, ze kunnen per groep of cultuur verschillen

  • We kunnen ook meerdere kaders gebruiken om iets te begrijpen

  • Kaders kunnen worden beïnvloed of gemanipuleerd → door politici, media of reclame = framing, bijvoorbeeld:

    • Kader 1: migranten nemen onze banen af. Kader 2: migranten verrijken onze samenleving en vullen tekorten op in de arbeidsmarkt → beide gaan over hetzelfde onderwerp, maar het kader bepaalt hoe mensen ervaren en beoordelen

91
New cards

Sociologie voor vrouwen

Smith stelt dat sociologie ontwikkeld is vanuit een mannelijk perspectief, waardoor vrouwelijke ervaringen ontbreken → sociologie is niet neutraal en wordt beïnvloed door machtsstructuren en politiek

92
New cards

Kritiekpunten Smith op traditionele opvatting sociologie

  • Mannelijke dominantie → historisch gezien is de sociale wetenschap gevormd door mannen, waardoor vrouwelijke perspectieven ontbreken

  • Vervreemding van vrouwen → abstracte sociologische theorieën sluiten niet aan bij alledaagse ervaringen van vrouwen

  • Onzichtbaarheid in wetenschappelijke kennis → vrouwen worden als passieve onderzoeksobjecten bestudeerd i.p.v. hun erkennen als echte kenners

93
New cards

Standpoint theory (Smith)

Stelt dat kennis altijd wordt gevormd door de sociale positie van de waarnemer (gesitueerde kennis) → vrouwen zijn structureel anders gepositioneerd dan mannen, hierdoor hebben zij een uniek perspectief

94
New cards

Sociologie moet kennisproductie herzien (Smith)

Sociologie weerspiegelt machtsstructuren en is vaak patriarchaal van aard. Dagelijkse ervaringen van vrouwen zoals zorgarbeid of genderdiscriminatie worden vaak ondergewaardeerd → kennisproductie en wetenschappelijke methoden moeten kritisch worden onderzocht

95
New cards

Alternatieve sociologie volgens Smith

  • Dagelijkse ervaringen van vrouwen als uitgangspunt nemen

  • Vrouwen actief betrekken in onderzoek

  • Methodologie en taal van de sociologie kritisch herzien

96
New cards

Harraway haar blik op wetenschap

Zij stelt dat wetenschap nooit volledig objectief en universeel is, maar altijd wordt beïnvloed door historische, culturele en politieke contexten. Wetenschap is niet neutraal en wetenschappers kunnen nooit vanuit een godsperspectief werken → iemand kan niet alles zien en begrijpen op een neutrale alwetende manier, zonder beïnvloed te worden door zijn positie.

97
New cards

Gepositioneerde kennis

Harraway pleit voor openheid van wetenschappers over politieke en sociale context waarin zij werken en welke verantwoordelijkheden dat met zich meebrengt → wetenschap is niet alleen een zoektocht naar waarheid maar ook naar machtsstructuur

98
New cards

Kennis is niet neutraal (Harraway)

  • Wordt beïnvloed door maatschappij → dominante westerse perspectieven laten vaak de belangen en ervaringen van machtige groepen en westere academici zien

  • Verwerpt het idee van objectiviteit van de wetenschap en het relativisme dat alle perspectieven gelijkwaardig zijn → wetenschappers moeten kritisch en zelfbewustzijn over hun positie en de structuren waarin ze werken

99
New cards

Gepositioneerde kennis volgens Harraway

  • Wetenschappers erkennen hun sociale positie en hoe die hun onderzoek beïnvloedt

  • Meerdere perspectieven verrijken de wetenschap door verschillende standpunten te combineren

  • Objectiviteit betekent verantwoordelijkheid nemen en expliciet maken vanuit welke positie kennis wordt geproduceerd

100
New cards

Black feminist thought

Patricia Collins stelt de ervaringen en perspectieven van zwarte vrouwen centraal, waarbij ze traditionele sociologie bekritiseert → werd lang gedomineerd door witte mannelijke perspectieven en marginaliseerde de kennisproductie van zwarte vrouwen structureel. Kennis wordt beïnvloed door machtsstructuren