Kaarten: Functieleer, Deel 1, KULeuven, Hoofdstuk 1 | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/116

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

117 Terms

1
New cards

psyche

ziel/geest

2
New cards

logos

woord/verhandeling

3
New cards

psychologie

zielkunde of wetenschap van de geest

4
New cards

vrije wil van de geest

volgens Plato is de geest niet onderhevig aan dezelfde wetten als het lichaam

5
New cards

dualisme

het filosofisch standpunt dat zegt dat er enkel twee tegenover of naast elkaar bestaande, tot niets anders meer te herleiden grondbeginselen bestaan

6
New cards

res cognitans

het deel (van dualisme) dat wijst op de geest

7
New cards

res extensa

het deel (van dualisme) dat wijst op het lichaam

8
New cards

mind-body problem

probleem dat optreedt bij de dualistische visie, namelijk de interactie tussen beide entiteiten

9
New cards

monisme

het filosofisch standpunt dat zegt dat geest en lichaam niet opgevat worden als afzonderlijke entiteiten, maar als 2 aspecten van 1 entiteit

10
New cards

black box

het menselijk brein is deels te verklaren door fysische processen, maar niet volledig (deel is blackbox, gebeurt van binnen en kan van buiten niet waargenomen worden)

11
New cards

ontologie

zijnsleer = deel van de filosofie dat alle bestaande dingen in categorieën probeert onder te brengen

12
New cards

epistemologie

wetenschap die alles over kennis en het weten bestudeert

13
New cards

1. materialisme

eerste versie van het monisme → alleen het fysische ... alleen materialistisch

14
New cards

ontologische materialisme

alleen het fysische bestaat

15
New cards

epistemologisch material

alleen het fysische kunnen we bestuderen = reductionisme

16
New cards

2. idealisme

tweede versie van het monisme → alleen het geestelijke

17
New cards

ontologische idealisme

alles in de natuur heeft een ziel= panpsychisme

18
New cards

epistemologisch idealisme

de geest bepaalt de werkelijkheid, alleen het zintuiglijke kan bijdragen tot ons verstand = solipsisme

19
New cards

rationalisme

stroming uit de filosofie waarin wordt gesteld dat kennis en de waarheid alleen kunnen worden verkregen door middel van de rede

20
New cards

empirisme

filosofische stroming waarin gesteld wordt dat kennis voornamelijk of geheel voortkomt uit de ervaring

21
New cards

psychofysica

de (exacte) wetenschap die de functionele relatie tussen het brein en het lichaam onderzoekt

22
New cards

folk psychology

= psychologie van de persoon in de straat = völkerpsychologie het soort psychologie dat iedereen kan uitvoeren door mensen te analyseren in 'de straat'

23
New cards

toegepaste psychologie

psychologie toegepast op mentale processen (vaak psychologische problemen), om de wereld een 'gunst' te doen

24
New cards

psychologie als wetenschap

wetenschap van gedrag en de factoren die gedrag beïnvloeden

25
New cards

(gedrags)determinanten

factoren die (het gedrag) beïnvloeden → zowel zichtbaar als onzichtbaar → zowel mentaal als fysisch

26
New cards

mentale processen

gebonden aan fysische systemen, maar niet te reduceren tot fysische processen

27
New cards

pareidolia

het zien van betekenisvolle voorwerpen in vormloze prikkels (vb. wolken, inktvlekkentest Rorschach)

28
New cards

nomothetische benadering

men zoekt naar algemene wetten → geldt voor iedereen vb. functieleer

29
New cards

ideografische benadering

men gaat op zoek naar specifieke factoren → kan verschillen per persoon vb. persoonlijkheidsleer

30
New cards

hawthorne onderzoek

onderzoek dat de invloeden van betere werkomstandigheden onderzocht → vond dat er ook invloed was aan aandacht geven (belangrijke sociale positie toewijzen)

31
New cards

hawthorne-effect

het effect op mensen als men weet dat men onderzocht wordt

32
New cards

Betula studie

grootschalige Zweedse studie over succesvol ouder worden (met heeeeeel veel data)

33
New cards

longitudinale proefopzet

onderzoek dat men doet over een lange tijdsspanne (dezelfde mensen analyseren door de jaren heen)

34
New cards

crosssectionele proefopzet

onderzoek dat men doet op één gegeven moment (één groep mensen wordt één keer geanalyseerd)

35
New cards

occam's razor

men moet proberen om het geheel van de gegevens zo goed mogelijk te verklaren met zo weinig (en makkelijk) mogelijk(e) factoren

36
New cards

"erklären"

verklaren (natuurwetenschappen) → onderscheid werd gemaakt door Dilthey (psychologie probeert ze allebei te doen)

37
New cards

"verstehen"

begrijpen (geesteswetenschap)

38
New cards

methodenleer

hoe men psychologische fenomenen wetenschappelijk kan onderzoeken

39
New cards

normatieve methodenleer

hoe het zou moeten gebeuren

40
New cards

descriptive methodenleer

hoe het meestal in de praktijk gebeurt

41
New cards

testpsychologie

volgens Duijker deel van methodenleer (toegepast op inzichten van de persoonlijkheidsleer)

42
New cards

functieleer

(experimentele psychologie) - studie van algemeen-menselijke functies en capaciteiten

43
New cards

persoonlijkheidsleer

idiosyncrasie: datgene waar het individu zich in onderscheid van de anderen (idividuele eigenschappen)

44
New cards

ontwikkelingsleer

studie van de ontwikkeling van de mens (geboorte tot de dood)

45
New cards

gedragsleer

studie van de gehele mens en wisselwerking met de omgeving

46
New cards

hub science

frequent gebruikte schakel - er wordt van naburige wetenschappen heel vaak terug verwezen naar de psychologie

47
New cards

reductionistische visie

wiskunde > fysica > chemie > biologie > psychologie > sociologie > ...

48
New cards

filosofie

griekse vertaling: houden van wijsheid

49
New cards

rationalisme

kennis is alleen te verwerven door de rede (verstand)

50
New cards

empirisme

kennis is alleen te verwerven door zintuigen en ideeën komen uit ervaring

51
New cards

tabula rasa

→ John Locke; de mens is een onbeschreven blad

52
New cards

esse est percipi

→ George Beckerly; zijn is genomen worden (enkel alles wat waargenomen is bestaat)

53
New cards

probleem van Molyneux

Als een aangeboren blinde ineens kon zien, zou die de dingen dan meteen zien zoals niet-blinde mensen of zou die de prikkels eerst moeten koppelen aan hun andere zintuigen (vb. tast,...)

54
New cards

fysiologie

wetenschap van de verrichtingen van het menselijk lichaam en de functies van verschillende onderdelen

55
New cards

efferente banen

(ex ferre) van het lichaam weg → Charles Bell → van het brein naar de buitenwereld → acties uitvoeren die men wil doen (vb. fietsen)

56
New cards

afferente banen

(ad ferre) naar het lichaam toe → van de buitenwereld naar het brein → verwerking van prikkels (vb. waarneming)

57
New cards

frenologie

→ Gall; proberen psychologische eigenschappen,... te verklaren door de bulten op de schedel (hersen-knobbeltjes)

58
New cards

substractiemethode

→ Donders; door reactietijden (RT) van elkaar af te trekken van elkaar kan men het verschil tussen condities bepalen

59
New cards

mentale chronometrie

meting van tijdsduur van mentale processen

60
New cards

nativisme

→ Kant, Mach; tijd en ruimte zijn belangrijk voor alle waarneming

61
New cards

intentionaliteit

→ Brentano, ieder mentaal fenomeen heeft een doel (intentie) en heeft een inhoud

62
New cards

fenomenologie

→ Brentano; de benadering die probeert een verschijnsel zo grondig en nauwkeurig mogelijk te beschrijven zonder theorievorming over de oorzaken (vb. gestaltpsychologie, aktpsychologie) → tegen het structuralisme, voor het functionalisme → psychische fenomenen zijn geen inhouden maar activiteiten of functies → kennis komt noch uit reden noch uit ervaring (tussen empirisme en rationalisme)

63
New cards

dogmaticus

iemand die ervoor staat dat de wetenschappelijke methode is de enige manier om kennis te verwerven

64
New cards

apperceptie

→ Wundt; de activiteit die vanbinnen in mensen plaatsvindt (fysische prikkels zijn niet genoeg om te verklaren)

65
New cards

blickpunkt

iets van op de achtergrond (blickfeld) komt plots naar voor en trekt je aandacht (blickpunkt)

66
New cards

armchair psychology

descriptieve psychologie → niet wetenschappelijk maar beschrijvend

67
New cards

atomisme

alle dingen zijn opgebouwd uit ontelbare minuscule deeltjes (vb. empirisme, structuralisme)

68
New cards

stream of consciousness

→ James; methode die probeert "de veelvuldige gedachten en gevoelens weer te geven die door de geest gaan" van een verteller

69
New cards

manuals

handboeken

70
New cards

structuralisme

een stroming in de psychologie: 19e en 20ste eeuw die stond voor het standpunt dat de psychologie (het geheel) is samengesteld door elementaire bouwstenen → wil de structuren van de geest achterhalen; Titchner - elementaire delen verklaren fenomenen; Wundt - meer breeddenkend (niet verklarend)

71
New cards

atomisch denken

→ Wundt; een geheel (vb. proces) kan opgesplitst worden in hele kleine atomische delen → kan zo verklaard worden

72
New cards

introspectie

→ Titchner = zelfreflectie; activiteit waarbij de eigen gedachten, gevoelens en herinneringen als onderwerp van (over)denking zijn

73
New cards

observatoren

waarnemers

74
New cards

gewaarwordingen

de perceptie van de dingen die een persoon waarneemt

75
New cards

waarnemingen

de stimuli die binnenkomen en verwerkt worden door een persoon

76
New cards

beelden

elementen in het geheugen (kan alle sensaties aannemen/zintuigen prikkelen) vb. geur van speculaas, textuur van mat in de living,...

77
New cards

affecties

de relatie die een persoon aanneemt tegenover een entiteit

78
New cards

stimulusfout

wanneer introspectieve beschrijvingen (...) niet meer alleen gaan over de inhoud van bewuste ervaringen, maar ook beïnvloed worden door de kennis van de (aard van de) stimulus

79
New cards

functionalisme

een stroming in de psychologie: 19e en 20ste eeuw; die de functies van de geest wil vinden/verklaren

80
New cards

puzzle box

doos waar dieren in opgesloten zijn, en moeten door 'trucjes'/taken te doen er uit geraken

81
New cards

law of effect → Thorndike; het leerprincipe waardoor een organisme een functie meermaals en los van toeval

kan uitvoeren in de plaats van gewoon dingen uit te proberen: 'trial and error' → operante conditionering

82
New cards

trial and error

proberen/gokken (op goed geluk)

83
New cards

operante conditionering

het leerproces waarbij een respons gevolgd wordt door een bekrachtiger of straf. Die vergroot/verkleint de kans dat dezelfde respons in de toekomst weer zal optreden = instrumenteel leren

84
New cards

Columbia functionalist

groep functionalisten vanuit de universiteit in Columbia

85
New cards

Chicago functionalist

groep functionalisten vanuit de universiteit in Chicago

86
New cards

gestaltpsychologie

een stroming in de psychologie: 19e en 20ste eeuw zegt dat psychologie niet zomaar in delen opgedeeld is zoals het structuralisme zegt, maar het geheel is meer dan de som van de gehelen = tegenreactie op structuralisme en functionalisme → tegen atomisch denken van Wundt → tegen de introspectie van Titchner

87
New cards

holisme

'Het geheel is meer dan de som der delen'; het idee dat de eigenschappen van een systeem niet voldoende kunnen worden verklaard door slechts de som van zijn samenstellende delen te nemen.

88
New cards

gestalt

een gestructureerd geheel (figuur/beeld) waarvan de eigenschappen niet kunnen worden gereduceerd tot de som van de eigenschappen van de samenstellende delen

89
New cards

dingen die niet in het echt voorkomen maar wel in mensen hun hoofd (vb. eenhoorn

roze olifant)

90
New cards

Meinong's jungle

meinong gebruikte altijd exotische dieren om naar te verwijzen

91
New cards

phi motion

→ Wertheimer; door snelle beweging van losstaande elementen ga je ze samen zien als 1 geheel (gestalt)

92
New cards

emergentie

Het proces waar de interactie van factoren (objecten, golven, krachten, ideeën) waardoor nieuwe entiteiten (systemen, objecten, patronen) gevormd worden

93
New cards

Graz school

bij Graz school zijn gestalten: → emergerende kwaliteiten die afhankelijk zijn van objecten, maar erboven uitstijgen; mensen: Meinong, Ehrenfels, Benussi

94
New cards

Berlijn school

bij Berlijn school zijn gestalten: → een op zichzelf staand geheel, met een eigen entiteit en "sui generis" (niet elementaire bouwst.); mensen: Köhler, Koffka, Wertheimer

95
New cards

sui generis

ontologische staat

96
New cards

one-sided dependency

enkel de relaties tussen de delen bepalen het geheel

97
New cards

two-sided dependency

soms bestaan er zo'n dwingende/sterke gehelen dat ze de waarneming van de delen beïnvloeden

98
New cards

mentality of apes

→ Köhler; bestudeerde de probleemoplossende eigenschappen bij apen

99
New cards

Aha-Erlebnis

→ Köhler de aha-ervaring - "het licht zien"

100
New cards

maluma-takete

→ Köhler; eenvoudige figuren worden spontaan verdeeld tussen de twee begrippen