1/26
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wie was Pavlov?
Ivan Pavlov (1849–1936) was een Russisch fysioloog die bekend werd door zijn experimenten over reflexmatig gedrag bij honden.
Wat ontdekte Pavlov toevallig?
Hij merkte dat honden niet enkel speeksel produceerden bij voedsel, maar ook bij prikkels die met voedsel geassocieerd waren, zoals het zien van eten of het horen van voetstappen.
Belang van Pavlovs onderzoek
Hij toonde aan dat gedrag geleerd kan worden via associatie tussen prikkels; dit werd de basis van het behaviorisme.
Definitie klassieke conditionering
Een neutrale stimulus verwerft de kracht om een reactie uit te lokken die oorspronkelijk alleen door een andere, onvoorwaardelijke stimulus werd uitgelokt.
Neutrale stimulus (NS)
Een prikkel die aanvankelijk geen specifieke reactie uitlokt (bv. het geluid van een bel).
Onvoorwaardelijke stimulus (OVS)
Een prikkel die automatisch een natuurlijke reactie uitlokt (bv. voedsel).
Onvoorwaardelijke respons (OVR)
De automatische, niet-aangeleerde reactie op de OVS (bv. speekselproductie bij voedsel).
Voorwaardelijke stimulus (VS)
De vroegere neutrale prikkel die, na herhaalde koppeling met de OVS, zelf de reactie uitlokt (bv. de bel).
Voorwaardelijke respons (VR)
De aangeleerde reactie op de voorwaardelijke stimulus (bv. speeksel bij het horen van de bel).
Schema van het leerproces
Wat leert de hond precies?
De hond leert dat de bel een signaal is voor voedsel; de bel vervangt de OVS door associatie.
Wat is contiguïteit?
Het samen of vlak na elkaar optreden van de VS en OVS — een noodzakelijke voorwaarde voor het leren van de associatie.
Wat bedoelt Pavlov met prikkelsubstitutie?
De voorwaardelijke stimulus (VS) neemt de rol over van de oorspronkelijke OVS om dezelfde reactie uit te lokken.
Actieve of passieve leerwijze?
Het leerproces is passief: de reactie (VR) wordt automatisch uitgelokt door de stimulus.
Antecedent gecontroleerd leren
Het gedrag wordt bepaald door prikkels die eraan voorafgaan (VS → VR).
Toepassing klassieke conditionering in reclame
Producten worden gekoppeld aan positieve stimuli (bv. aantrekkelijke beelden) om positieve gevoelens op te wekken.
Toepassing in opvoeding
Een kind dat vaak straf krijgt op zijn kamer kan negatieve gevoelens aan de kamer koppelen en slaapproblemen krijgen.
Uitdoving (extinctie)
Als de OVS lange tijd niet meer volgt op de VS, verdwijnt de VR geleidelijk.
Spontaan herstel
Na uitdoving kan de VR tijdelijk terugkeren, ook al werd de OVS niet opnieuw aangeboden.
Aversieve conditionering
Therapeutische techniek waarbij ongewenst gedrag wordt gekoppeld aan een onaangename stimulus (bv. roken verbinden met walging).
Experiment van “Kleine Albert”
Kind leerde angst voor een witte rat nadat deze telkens gevolgd werd door een hard geluid — voorbeeld van aversieve conditionering.
Stimulusgeneralisatie
Een geleerde reactie treedt ook op bij gelijkaardige prikkels (bv. angst voor rat → ook angst voor bont of konijnen).
Stimulusdiscriminatie
Leren om verschillend te reageren op gelijkaardige maar niet-identieke prikkels (bv. onderscheid tussen eigen en andermans beltoon).
Conditionering van hogere orde
Een nieuwe stimulus kan ook een reactie uitlokken door associatie met een reeds geconditioneerde stimulus (bv. lichtflits vóór bel → speeksel bij lichtflits).
Experimentele neurose
Te weinig onderscheid tussen prikkels (zoals cirkel en ellips bij Pavlov) leidde tot verward en agressief gedrag bij honden.
Belang voor de psychologie
Pavlov bewees dat leren verklaard kan worden als een fysiologisch proces op basis van associaties tussen stimuli.