1/23
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Collectieve sector
De overheid en de instellingen voor de sociale zekerheid.
Marktwerking
Aanbieders van producten concurreren met elkaar op kwaliteit en prijs.
Particuliere sector
Alle burgers en bedrijven.
Privatisering
De overheid verkoopt een dienst of activiteit aan de particuliere sector.
Bbp (Bruto binnenlands product)
De totale waarde van alle geproduceerde goederen en diensten in een land.
CPB (Centraal Planbureau)
Het CPB onderzoekt de mogelijke gevolgen van economische maatregelen van de overheid.
Economische crisis
Het bbp krimpt of een recessie houdt langere tijd aan.
Economische groei
Toename van de totale productie in een land, stijging van het bbp.
Planeconomie
Economie waarin de overheid bepaalt wat er geproduceerd wordt, hoeveel, door wie en tegen welke prijs.
Recessie
De economische groei is tijdens twee kwartalen lager dan in de voorgaande periode en lager dan gemiddeld.
SER (Sociaal-Economische Raad)
De SER adviseert de regering over sociaal-economische onderwerpen zoals werkgelegenheid, lonen, uitkeringen en pensioenen.
Sociale markteconomie
Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen. De overheid kan ingrijpen om basisbehoeften betaalbaar te houden en iedereen een redelijk bestaan te garanderen.
Vrijemarkteconomie
Economie waarin vraag en aanbod de prijzen bepalen en waarbij de overheid niet ingrijpt met regels of wetgeving.
Sociaal minimum
Een door de overheid vastgesteld bedrag dat je minimaal nodig hebt om van te leven.
Sociale verzekeringen
Uitkeringen die je beschermen tegen verlies van inkomen.
Sociale voorzieningen
Uitkeringen die de overheid betaalt met belastinggeld.
Solidariteitsbeginsel
Iedereen met een inkomen staat een deel daarvan af voor mensen die zelf geen inkomen kunnen verdienen,
Verzorgingsstaat
Land waarin de overheid zorgt voor goede sociale zekerheid, gezondheidszorg, huisvesting en onderwijs voor iedere burger.
Directe belastingen
Belastingen die rechtstreeks aan de overheid betaald, zoals de inkomstenbelasting.
Indirecte belastingen
Belastingen die verwerkt zijn in de prijs van een product, zoals accijns en btw.
Miljoenennota
Een toelichting op de rijksbegroting waarin de regering haar gemaakte keuzes uitlegt.
Ozb (Onroerendezaakbelasting)
Een belasting die je als woningeigenaar aan de gemeente moet betalen.
Rijksbegroting
De verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk in het komende jaar.
Staatsschuld
Schuld van de overheid die is ontstaan door te lenen in alle jaren met een begrotingstekort.