college 10: body dysmorphic disorder (BDD)

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/32

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

33 Terms

1
New cards

anorexia nervosa (AN)

lichaamsbeeldverstoring gaat over gewicht en lichaamsvorm

2
New cards

Attitudinal body image

gemeten door 4 componenten

  1. Algemene subjectieve tevredenheid (evaluatie van lichaam)

  2. Affect (gevoelens omtrent lichaam)

  3. Cognities (gedachten, assumpties over lichaam)

  4. Gedrag (vermijden van badkleding, spiegels, ...)

3
New cards

BDD: DSM-IV

onder somatoforme stoornissen

A) Preoccupatie met een ingebeeld defect in eigen uiterlijk/verschijning

B) Preoccupatie veroorzaakt klinisch significantelijdensdruk/beperkingen (sociaal, beroepsmatig)

C) Niet als gevolg van een andere stoornis (vb. ES)

4
New cards

BDD: DSM-V

Niet meer bij somatoforme, maar bij OCD en verwante stoornissen (verzamelstoornis, excoriatiestns, trichotillimanie)

A. Preoccupatie met gepercipieerde defecten/fouten in fysieke verschijning die niet zichtbaar zijn voor anderen: a. Niet ingebeeld, wel 'ervaren/waargenomen' defect (niet alsof het onzin is, meer respect voor patiënt: 'jij ervaart het zo, wat erg voor je')

B. Op bepaald moment in de stoornis vertoont men repetitief gedrag (spiegelen, opmaken, skin picking, bevestiging zoeken, kammen, ...) of repetitieve mentale acten (vergelijken met anderen, ...): a. Stond niet in DSM-IV

C. Veroorzaakt klinisch significant lijden/beperkingen in dagelijks leven (beroepsmatig, sociaal of andere belangrijke domeinen)

D. Preoccupaties zijn niet beperkt tot zorgen over lichaamsvet of -gewicht binnen een kaderend binnen eetstoornis

5
New cards

Cognitieve gedragstherapie

Gaat meer terug op inhoud

  • Registreren van automatische gedachten, deze exploreren

  • Uitdagen in therapie (rechtbankmethode) ➔ komen tot het formuleren van rationele gedachten

  • Exposure en gedragsexperimenten (vooraf duidelijk afspreken welke gedachte je gaat toetsen, hoe, en wanneer je weet of je toets bevestigt of net gedachte weerlegt)

6
New cards

Comorbidity: BDD

  1. Persoonlijkheidsstoornissen (60-100%), vooral cluster C

  2. Depressieve stoornis (40-80%)

  3. OCD (15-80%)

  4. Sociale-angststoornis (10-50%)

  5. Middelenmisbruik (35%)

7
New cards

Exposure-therapie

Wat is het ergste dat kan gebeuren (met vb. deze neus)? ➔ geen vrienden, geen vriendin, afgewezen worden, ...

  • Test het uit: toetsen en dus een veiligheidsgedrag stellen (vb. geen make up dragen)

  • Wat is er gebeurd? Wat heb je geleerd?

  • Dit in combinatie met TCT

8
New cards

Hypochondrie

Gaat ook over lichaam

  • Maar verschil: gaat over gezondheid (angst voor ziekte)
9
New cards

lichaamsbeeld (Schilder)

beeld (als een foto) van ons lichaam die we in ons hoofd vormen, manier waarop het lichaam voor onszelf eruit ziet

10
New cards

lichaamsbeeld (Slade)

Niet gewoon een fenomeen van waarneming ('plaatje, foto'), Een losse mentale representatie van figuur, vorm en omvang van het lichaam

  • Beïnvloed door historische, culturele, sociale individuele en biologische factoren die optreden door de tijd heen

  • Is dus geen foto die exact en getrouw weergeeft hoe je bent 2 componenten: perceptie en attitude

  1. Perceptie: hoe je het ziet

  2. Attitude: gedachten, gevoelens/affect, opvattingen

11
New cards

Lichaamsbeeldverstoring (body image disturbance)

verstoring/dysfunctie in 1 van deze componenten (perceptie, attitude)

  • Continuüm van negatief lichaamsbeeld: milde gevoelens van onaantrekkelijkheid --- extreme obsessies naar fysieke verschijning toe die normaal functioneren hindert -> Van helemaal tevreden naar BDD aan het andere uiteinde,

  • Speelt belangrijke rol in o.m. eetstoornissen en Body Dysmorphic Disorder

12
New cards

Model (Sarwer et al., 1998)

Je hebt de realiteit van hoe je eruit ziet

  • Hierop werken volgende zaken in die belang bepalen dat lichaamsbeeld heeft voor je zelfwaardering (cf. Slater?)

  1. Percepties van hoe je eruit ziet

  2. Ontwikkelingsinvloeden

  3. Socioculturele invloeden

  4. Zelfwaardering

13
New cards

Model van Slade

Hoe je jezelf ziet, denkt over jezelf wordt door verschillende factoren beïnvloed

14
New cards

Negatieve body image valence

helemaal niet/minder afhankelijk van hoe lichaamsbeeld

  • Satisfaction & dissatisfaction ➔ geen cosmetische chirurgie

15
New cards

OCD

angst gaat meer over gevaar dat je anderen of jezelf berokkent (heel ritueel gedrag), bij beide wel veel rituelen

  • 'als ik dit niet doe, dan zal dit of dat gebeuren met mij of een naaste'

  • <-> bij BDD ook repetitief gedrag, maar uit angst om lelijk te zijn/dit te verhelpen

16
New cards

Perceptual body image

Meten: lichaamsgrootte inschatten (of dat van lichaamsdeel), discrepantie bepalen met actuele grootte

  • Touwoefening: discrepantie = mate van perceptuele verstoring

  • Beïnvloed door allerlei factoren (zie hierboven)

17
New cards

Positieve body image valence

zelfwaardering sterk afhankelijk van lichaamsbeeld

  • Satisfaction body image ➔ wellicht niets aan de hand, nog niet goed geweten eigenlijk

  • Dissatisfaction ➔ cosmetische chirurgie grotere kans

18
New cards

Positive mirror training

nieuw deel van TCT

mensen leren om meer op gehele lichaam te focussen (<-> detail) + de lichaamsdelen waar je tevreden mee bent

19
New cards

preoperatieve screening

zijn enorm belangrijk: wat is de motivatie erachter, welke verwachtingen heeft cliënt, zijn er psychiatrische stoornissen aanwezig?

20
New cards

Schizofrenie

wanen gaan soms ook over lichaam

  • 'ene kant van het lichaam is groter dan de anderen', 'organen zijn weg'

21
New cards

Self-directed/self-focused attention

is belangrijk probleem bij BDD

  • Toestand waarin men zichzelf ziet als een object

  • Bij intern gerichte aandacht komen allerlei gedragingen, gedachten, gevoelens, ... veel meer naar de voorgrond waardoor je minder op andere zaken kan focussen

  • Bij BDD is de manier waarop je over jezelf denkt vaak negatiever, en deze negatieve gedachten en gevoelens omtrent een lichaamsdeel worden dan heel sterk op de voorgrond beleefd

22
New cards

Sociale fobie

Ook angstig en vermijden van dingen (buiten komen, sociale situaties, …), maken zich ook zorgen over wat anderen van hun vinden

  • Maar verschil: angst voor wat anderen van hen als persoon vinden (karakter: grappig, sociaal, niet vervelend, …)
23
New cards

muscle dysmorphia (Specificatie)

opvatting dat lichaam te smal of spierloos is (vaak terwijl net heel gespierd)

24
New cards

ziekte-inzicht BDD (specificatie)

  • Goed: erkent dat BDD overtuigingen zeker/waarschijnlijk niet echt waar zijn, of dat ze waar kunnen zijn maar ook niet

  • Slecht: denkt dat BDD overtuigingen waarschijnlijk waar zijn

  • Afwezig: waanachtige ideeën, volledig overtuigd dat het waar is

25
New cards

Task Concentration Training (TCT)

3 fasen

  1. Inzicht krijgen in aandachtsprocessen en de effecten van zelf-gerichte aandacht, bewust worden van hoeveel self-directed aandacht ze hebben

  2. Leren om aandacht extern te richten in niet-bedreigende situaties

  3. Leren om aandacht extern te richten in bedreigende situaties

  • Goede resultaten bekomen bij BDD in verschillende studies (was initieel voor sociale fobie)

26
New cards

linkerhemisfeer

meer analytisch/lokaal verwerken van info

27
New cards

rechterhemisfeer

meer globaal/holistische verwerken van info

28
New cards

Two factor conditioning model (Neziroglu)

Biologische kwetsbaarheid: predispositie om sneller angstiger te worden, gepreoccupeerd te geraken, makkelijker van de kaart te zijn

2 processen spelen hier samen verder op in:

  1. Operante conditionering (vb. complimenten omtrent uiterlijk krijgen ➔ besef dat uiterlijk belangrijk is, dat je via uiterlijk bekrachtigers of straffen kan bekomen)

  2. Sociaal leren: nadruk in gezin, bij peers, ... op belang van hoe je eruit ziet, hoe verzorgd je bent, ... -> Uiterlijk wordt als resultaat uiterlijk belangrijk aspect voor je zelfwaarde , het is belangrijk om mooi te zijn

29
New cards

Werkmodel: maintenance of BDD

Centraal staat selectieve aandacht, daarrond een CBT-model

  • Er is een lichamelijk kenmerk (vb. neus) - objectief kenmerk

  • Deze beïnvloeden gedachten en gedrag (vb. 'deze neus is ontoonbaar in openbaar', vermijding)

  • Selectieve aandacht focust op deze lichamelijke kenmerken en stuurt gedachten, gedragingen en emoties aan

  • Gedachten

  • Over lichamelijk kenmerk

  • Vanuit schema's: opvattingen over hoe het er zou moeten uitzien, gevolgen die hangen eraan (vb. als ik een partner wil, moet mijn neus er zo uit zien)

  • Emoties

  • Gedrag (vanuit gedragsrepertoire dat je hebt opgebouwd)

30
New cards

perceptie

hoe je het ziet

31
New cards

attitude

gedachten, gevoelens/affect, opvattingen

hoe mooi je het vindt

32
New cards

differentiaaldiagnose

andere stoornissen waar ook wanen/lichaamsbeeld een rol kunnen spelen

  • sociale fobie

  • AN

  • hypochondrie

  • OCD

  • schizofrenie

33
New cards

biologische kwetsbaarheid

predispositie om sneller angstiger te worden, gepreoccupeerd te geraken, makkelijker van de kaart te zijn