1/22
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Wat zijn de 5 kerntaken van een huisarts?
Medisch generalistische zorg
Betekent dat de huisarts klachten, problemen en vragen van velerlei aard verheldert en beoordeelt vanuit een medisch perspectief.
Zorgcoördinatie
De huisarts heeft overzicht over het zorgtraject van de patiënt met betrekking tot de medische zorg
Signaalfunctie: de huisarts herkent op tijd signalen van medische, psychische of maatschappelijke problemen (zoals huiselijk geweld, verslaving of beginnende dementie) en reageert hier adequaat op.
Terminaal-palliatieve zorg
Zorg voor patiënten in de laatste levensfase, gericht op comfort, pijnverlichting en 24-uurs beschikbaarheid.
Spoedeisende huisartsenzorg
Niet-planbare zorg voor acute klachten die direct of binnen enkele uren medische beoordeling vereisen.
Preventieve zorg
De huisarts ziet geïndiceerde en zorggerelateerde individuele preventie als kerntaak
Individuele preventie gericht op risicogroepen of chronisch zieken om verergering van klachten te voorkomen; universele preventie is geen kerntaak, maar gebeurt soms wel.
Wat is de signaalfunctie van een huisarts?
Signaalfunctie: de huisarts herkent op tijd signalen van medische, psychische of maatschappelijke problemen (zoals huiselijk geweld, verslaving of beginnende dementie) en reageert hier adequaat op.
Wat is de poortwachtersfunctie van de huisarts?
Poortwachtersfunctie = als je een gezondheidsprobleem hebt, met uitzondering van het gebit, ga je als eerste naar de huisarts. Die zet dan de eerste stappen in zorgverlening. De huisarts kan de patiënt ook doorverwijzen naar de 1ste of 2de lijn.
De toegang tot een huisarts is er overal en de huisarts is ook altijd beschikbaar.
Hoe is de preventie ingericht naar doelgroep?
Universele preventie: richt zich op de gezonde bevolking (of delen daarvan) en bevordert en beschermt actief de gezondheid van de bevolking
Selectieve preventie: richt zich op bevolkingsgroepen met een verhoogd risico en voorkomt dat personen met één of meerdere risicofactoren (determinanten) voor een bepaalde aandoening daadwerkelijk ziek worden
Geïndiceerde preventie: richt zich op mensen met beginnende klachten en voorkomt dat beginnende klachten verergeren tot een aandoening
Zorggerelateerde preventie: richt zich op mensen met een ziekte of aandoening en voorkomt dat een bestaande aandoening leidt tot complicaties, beperkingen, een lagere kwaliteit van leven of sterfte
Hoe is de preventie ingericht naar fase van ziekte?
Primaire preventie: (Het voorkómen dat nieuwe gevallen van een ziekte (en sterfte) optreden door het wegnemen van de oorzaken.): activiteiten die voorkomen dat gezonde mensen een bepaald gezondheidsprobleem, ziekte of ongeval krijgen.
Secundaire preventie: (Opsporen van een ziekte of een risicofactor van een ziekte voordat de 'patiënt' zich van de ziekte bewust is, gevolgd door adequate behandeling.): vroege opsporing van ziekten of afwijkingen bij personen die ziek zijn, een verhoogd risico lopen of een bepaalde genetische aanleg hebben. De ziekte kan daardoor eerder worden behandeld, zodat deze eerder geneest of niet erger wordt.
Tertiaire preventie: voorkomen van complicaties en ziekteverergering bij patiënten. Ook het bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten valt hieronder.
Hoe is de preventie ingericht naar het doel?
Ziektepreventie: voorkomt specifieke ziekten of signaleert deze vroegtijdig. Voorbeelden: screening, vaccinaties en preventieve medicatie.
Gezondheidsbevordering: bevordert een gezonde leefstijl en een gezonde sociale en fysieke omgeving.
Gezondheidsbescherming: beschermt de bevolking tegen gezondheidsbedreigende factoren. Voorbeelden: kwaliteitsbewaking van drink- en zwemwater, afvalverwijdering en verkeersveiligheid.
Hoe is de preventie ingericht naar de grootte van de groep?
Collectieve preventie: richt zich op de gehele populatie of specifieke groepen om gezondheid te bevorderen en ziekten te voorkomen
Individuele preventie: richt zich op individuen met een verhoogd risico of klachten om gezondheid te bevorderen en ziekte te voorkomen
Wat is een POH?
POH = praktijkondersteuner
Zijn verpleegkundige op HBO-niveau, die medisch inhoudelijke huisartsgeneeskundige zorg verleenden, in het bijzonder aan patiënten met een chronische aandoening.
De praktijkondersteuners moesten de werkdruk van artsen verminderen en de huisartsenzorg versterken
Er zijn verschillende typen POH’s:
POH-S (somatiek): begeleidt patiënten met chronische ziekten zoals diabetes, COPD of hart- en vaatziekten.
POH-GGZ (geestelijke gezondheidszorg): begeleidt patiënten met psychische klachten, zoals stress, depressie of angst.
POH-ouderen: richt zich op kwetsbare ouderen, vaak in samenwerking met wijkverpleegkundigen.
Wat is een HAP?
HAP = huisartsenpost
Leveren huisartsgeneeskundige zorg buiten kantooruren
ANW-diensten: Avond, Nacht en Weekend
Patiënten bellen eerst met het eerste aansprekpunt van de huisartsenpost via een regionaal telefoonnummer.
Alleen bedoeld voor klachten die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag.
Huisartsen werken op roosterbasis mee; vaak is dit een punt van discussie vanwege de hoge werkdruk
Vaak zijn HAP’s gekoppeld aan een ziekenhuis of regionaal centrum.
Triagist: (speciaal opgeleide medewerker) beoordeelt de urgentie van de klacht en geeft advies. Dit kan variëren van zelfzorgadvies tot een afspraak op de huisartsenpost of een visite aan huis.
Consulten op de post door huisartsen en verpleegkundigen
Visites met chauffeurs, maar kan ook reanimeren, bloed prikken etc.
Wat is een triagist?
Triagist: (speciaal opgeleide medewerker) beoordeelt de urgentie van de klacht en geeft advies. Dit kan variëren van zelfzorgadvies tot een afspraak op de huisartsenpost of een visite aan huis.
Wat is het HIS?
HIS = Huisarts Informatie Systeem
Een digitaal systeem waarin huisartsen:
Consulten noteren
Medicatie beheren
Diagnoses en labwaarden invoeren
Correspondentie met specialisten bewaren
Het HIS is onderdeel van het bredere EPD (Elektronisch Patiëntendossier).
Er zijn verschillende HIS-systemen in Nederland
Het speelt een cruciale rol in dossiervorming volgens de NHG-richtlijn ADEPD (2019).
Wat is een ECG?
ECG = elektrocardiogram
Een medische test die de elektrische activiteit van het hart in beeld brengt.
Huisartsen kunnen deze test doen bij klachten als pijn op de borst of hartkloppingen.
Het ECG-apparaat wordt vaak gebruikt in combinatie met software voor analyse.
Interpretatie vereist scholing; soms wordt een telecardiologisch consult aangevraagd (bv. specialist op afstand kijkt mee).
Wat is een EPD?
EPD = het elektronisch patiëntendossier
Dit is nodig doordat patiënten verhuizen van huisarts of woonplaats en huisartsen verhuizen of minder gaan werken
Functies van het EPD
zorginhoudelijke informatie vastleggen door huisarts en medewerkers in de huisartsvoorziening
contactgegevens vastleggen door de praktijkassistente en de praktijkondersteuner vanwege de verlengdearmconstructie en taakdelegatie in de huisartspraktijk (dit kan per huisartsenpraktijk verschillen: afhankelijk van de afspraken in de praktijk)
geheugensteun en overzicht voor alle medewerkers in de huisartspraktijk
Registratie in het EPD ondersteunt de huisarts en verbetert daarmee de zorg aan de individuele patiënt
Ook lastig want afkortingen hebben verschillende betekenissen bij huisarts en fysiotherapeut bijvoorbeeld
Wat is anderhalvelijnszorg?
Zorg op het grensvlak van de eerste en tweede lijn, zoals specialistische zorg in de huisartsenpraktijk of in een gezondheidscentrum, bedoeld om onnodige verwijzingen naar de tweede lijn te voorkomen.
Door 1,5 lijnszorg wordt de zorg vergoed → niet uit eigen risico, zoals bij 2de lijn
Hoe ziet de samenwerking eruit met andere zorgverleners binnen de huisartsenpraktijk?
Nauwe samenwerking met praktijkondersteuners (POH’s), doktersassistenten, POH-GGZ, POH-ouderen.
Taakdelegatie: Huisarts draagt specifieke taken over aan gekwalificeerde medewerkers, bijvoorbeeld:
POH-Somatiek: chronische zorg, zoals diabetescontrole.
POH-GGZ: mentale gezondheidszorg, zoals intake depressie.
Doktersassistente: medische handelingen zoals injecties, bloeddruk meten.
Hoe ziet de samenwerking eruit met andere zorgverleners buiten de huisartsenpraktijk?
Verwijzingen en overleg met specialisten, fysiotherapeuten, apothekers, wijkverpleegkundigen, GGZ-instellingen.
Farmacotherapeutisch overleg (FTO) met apothekers.
Samenwerking met verloskundigen en de tweede lijn.
Multidisciplinair overleg is belangrijk, maar wordt soms bemoeilijkt door verschillende (niet-geïntegreerde) informatiesystemen en EPD-problemen.
Digitale gegevensuitwisseling wordt gestimuleerd, maar er zijn knelpunten: onvolledige of inconsistente informatie, gebruik van verschillende afkortingen, gebrek aan interoperabiliteit.
Er is een behoefte aan een gezamenlijk digitaal platform waar behandelplannen, zorgafspraken en communicatie veilig en synchroon verlopen.
Verlengdearmconstructie: Een zorgprofessional delegeert bepaalde handelingen aan iemand anders, maar blijft zelf eindverantwoordelijk voor hoe die handelingen worden uitgevoerd.
In de huisartsenzorg, wanneer een doktersassistente medische handelingen uitvoert zoals injecties geven, oren uitspuiten of bloeddruk meten.
Wat zijn de problemen in de huisartsenpraktijk? (waarnemend artsen en personeel)
Er zijn te weinig waarnemend huisartsen (die tijdelijk de taken van een vaste huisarts overnemen).
Ook is het moeilijk ondersteunend personeel te vinden.
De werkdruk is hoog.
Wat doet een praktijkhouder?
De praktijkhouder is eigenaar (of mede-eigenaar) van de huisartsenpraktijk.
Dit is een combinatie van zorgverlener én ondernemer.
Heeft verschillende taken
Zorginhoudelijke taken (behandelingen, diagnoses etc.)
Organisatorische en zakelijke taken (personeelszaken, administratie, ICT)
Praktijkbeheer (pand en contact met leveranciers)
Er staat veel druk op praktijkhouders; daarom groeit de voorkeur voor loondienst.
Wat zijn de knelpunten en oorzaken in de balans tussen vraag en aanbod van de huisartsenzorg?
Knelpunten
Waarneming problematiek
Het is lastig om waarnemers te vinden
Patiëntenstop
Moeite aantrekken huisartsen
Mensen niet geïnteresseerd in huisarts worden → moeilijk vervanging of opvolging
Moeite bij het vervullen van ondersteunende functies
Ondersteunend personeel is ook moeilijk te vinden
De werkdruk
Hoge werkdruk bij praktijkhouders
Mogelijke oorzaken knelpunten
De veranderende huisarts
Voorkeuren van werk verandert, meer vrouwelijke huisartsen
De veranderende huisartsenzorg
Administratieve last, van 2de naar 1ste lijnszorg, complexere zorgvraag
Wat is de commercialisatie? En wat zijn hier de gevolgen van?
Commercialisatie = toenemende rol van commerciële ketens en investeerders in de huisartsenzorg.
Groeiende trend dat praktijken worden overgenomen door zorgketens.
Gevolgen:
Positief: betere bedrijfsvoering, minder zorgen voor huisartsen over organisatie.
Negatief: risico op verlies van autonomie, focus op winst, minder persoonlijke zorgrelaties.
Hoe wordt een huisarts betaald?
Basisvergoeding per ingeschreven patiënt (verschilt naar leeftijd en regio).
Vergoeding per consult of visite.
Vergoeding voor programmatische zorg (bijvoorbeeld diabetes, COPD).
Resultaatgerichte beloningen en vergoedingen voor zorginnovatie (via contracten met zorgverzekeraars).
In Nederland zijn er drie segmenten in de huisartsvergoeding:
Basiszorg (abonnement en consultvergoeding).
Multidisciplinaire zorg voor chronische ziekten.
Resultaatbeloning en innovatie.
Er is een beweging om huisartsen meer in loondienst te laten werken, met CAO’s die loon en arbeidsvoorwaarden regelen, wat ook voordelen kan bieden voor werkdruk en veilige werkomstandigheden.
Wat zijn de totale zorgkosten en kosten aan huisartsenzorg in Nederland in 2023?
105 miljard euro
4,7 miljard euro
Welk deel van de gezondheidsvragen wordt door de huisarts behandeld met slechts 5% van het totale budget?
90% van de gezondheidsvragen.
Waaruit bestaat het inkomen van een huisarts?
50% inschrijfgeld, 50% verrichtingen (consulten, visites, terminale zorg).