1/1829
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
-ne
soms? - of
-que
-en
-ve
-of
(h)arēna
(h) arēnae f | zand
(unus)quisque
ieder - iedereen
a(b)
van - vanaf - door
abdere
abdō | verbergen
abesse
ăbsum | afwezig zijn - verwijderd zijn
abīre
abeō | weggaan
abstinēre
abstineō | afhouden van
ac, atque
en
accēdere
accēdō | naderen - erbij komen
accendere
accendō | in brand steken - aanvuren
accidere
accidō | gebeuren
accipere
accipio | ontvangen - krijgen vernemen
ācer
hevig- fel - vurig
aciēs
aciēī f | slag - slaglinie
acūtus
scherp
ad
naar - tot - bij
addere
addō | toevoegen
addūcere
addūcō | brengen naar - brengen tot
adeō
zo - zozeer
adesse
adsum | aanwezig zijn - steunen
adhibēre
adhibeō| er bij halen - gebruiken
adhūc
tot nu toe -nog
adicere
adiciō | toevoegen
adimere
adimō | ontnemen
adipīscī
adipīscor | verkrijgen
adīre
adeō | gaan naar - zich wenden tot
aditus
aditūs m | toegang
adiungere
adiungō | toevoegen
adiuvāre
adiuvo | helpen
administrāre
ădmĭnĭstro | beheren - besturen
admīrārī
ădmīror | bewonderen - zich verwonderen
admonēre
admoneō | wijzen op - aansporen
adolēscēns
adolēscentis | jonge man
adstāre
adstō| erbij staan
adulterium
adulteriī onz | overspel
adventus
adventūs m | aantocht - aankomst
adversus
toegewend - recht tegenover
adversus, adversum
tegen - tegenover -jegens
aedēs
aedis f | vertrek- tempel
aedēs (pl.)
aedium f | huis
aegrē
met moeite - ongaarne
aequāre
aequō | evenaren - gelijk maken
aequē
net zo- even
aequor
aequoris onz | zee
aequus
vlak - gelijk - billijk - gunstig
āēr
āeris m/f | lucht - benedenlucht
āerius
van-, in de lucht
aes
aeris onz | brons - geld
aestās
aestātis f | zomer
aestimare
aestimō | schatten - menen
aestus
aestūs m | deining - hitte
aetas
aetātis f | leeftijd - levenstijd - periode
aeternus
eeuwig
aethēr
aetheris m | lucht - bovenlucht - hemel
aevum
aevī onz | tijd - leven -levensduur
affectus
affectūs m | gemoedsgesteldheid - stemming
afferre
afferō | ergens heen brengen - melden - veroorzaken
afficere
afficiō | iemand iets aandoen
age
vooruit!
ager
agrī m | akker - veld
agere
ago | drijven- doorbrengen - handelen - behandelen
aggredī
aggredior | zich wenden tot - ondernemen - beginnen - aanvallen
agitāre
agitō | opjagen - zich met iets bezig houden
agmen
agminis onz | stoet - colonne
agnōscere
agnōscō | herkennen - inzien - erkennen
agnus
agnī m | lam
agrestis
tot de akker behorend - onbeschaafd
agricola
agricolae m | landbouwer
ait
zeggen - beweren
āla
ālae f | vleugel (van een vogel) - vleugel (van een leger)
albus
wit
alēre
alō | voeden - grootbrengen
āles
gevleugeld
aliēnus
aan een ander toebehorend - vreemd - ongunstig
aliōquī
overigens
aliquandō
eens - ooit
aliquis
iemand een of andere - een
aliter
op een andere wijze - anders
alius
(een) ander
almus
voedend - weldadig
alter
de een (c.q. de ander) - de tweede
altus
hoog - diep
amāre
amo | liefhebben - houden van
amārus
bitter - grievend
ambitiō
ambitiōnis f | politieke campagne
ambō
beide (tesamen)
amīcitia
amīcitiae f | vriendschap
āmittēre
āmittō | verliezen
amnis
amnis m | stroom - rivier
amor
amōris m | liefde
amplectī
amplector | omarmen
amplus
ruim - aanzienlijk
an
of
anguis
anguis m | slang
angustus
nauw - eng - beperkt
anima
animae | adem - levensadem - leven - ziel
animadvertēre
animadvertō |opmerken - aanmerkingen maken op - straffen