Verbintenissenrecht

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
GameKnowt Play
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/99

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

Wat is de materiële contractsvrijheid?

  • de vrijheid om al dan niet te contracteren.

  • de vrijheid om te contracteren met wie men wil.

  • de vrijheid om de inhoud van een contract te bepalen

2
New cards

Wat is de formele contractsvrijheid?

Het feit dat er geen vormvereisten zijn

3
New cards

Wat is rechtsverwerking?

Een houding aannemen die onverenigbaar is met een bepaald recht

4
New cards

Welke positie heeft de rechtsverwerking in ons recht?

Het is niet autonoom

5
New cards

Wat is het algemeen criterium bij rechtsmisbruik?

Kennelijk buiten de grenzen van de normale uitoefening van een recht gaan

6
New cards

Wat zijn de specifieke criteria bij rechtsmisbruik?

  • handelen met het louter doel om te schaden.

  • handelen zonder enig belang.

7
New cards

Wat betekent fraus omnia corumpit?

Bedrog tast alles aan

8
New cards

Wat is wetsontduiking?

Het gebruik van een rechtsinstelling om iets anders te ontduiken

9
New cards

Wat is wetsontwijking?

Ervoor zorgen dat de toepassingsvereisten niet vervuld zijn.

10
New cards

Wat is het negatief contractsbelang?

De benadeelde in een situatie brengen waarin er niet onderhandelt zou zijn.

  • verlies van kans op contract met derde

  • gemaakte kosten tijdens onderhandelingen

11
New cards

Wat is het positief contractsbelang?

Het herstel kan bestaan uit verlies van de verwachte netto voordelen uit het niet-gesloten contract.

12
New cards

Wanneer wordt er toepassing gemaakt van de vergoeding van het positief contractsbelang?

Als het rechtmatig vertrouwen is gewekt dat het contract gesloten zou worden.

13
New cards

Wat is de binding van gentleman’s agreements?

  • in principe niet bindend.

  • uit het kijken naar de inhoud kan blijken dat er een intentie om te binden is.

14
New cards

De binding van letters of intent.

  • kan als bindend worden geacht

15
New cards

Wat is een memorandum of understanding?

Een weergave van wat er al afgesproken is.

16
New cards

Wat is een principe/beginselakkoord? is deze bindend?

  • meestal bindend.

  • akkoord over grote principes.

17
New cards

Wat is de animus contrahendi?

De bedoeling om rechtsgevolgen te creëren.

18
New cards

Wat stelt de wilsleer (bij achterhaling wil van partijen)?

De wil van de partijen primeert.

19
New cards

Wat stelt de verklaringsleer (bij achterhaling wil van partijen)?

De wilsverklaring primeert.

20
New cards

Wat stelt de vertrouwensleer (bij achterhaling wil van partijen)?

Soms primeert de werkelijke wil, soms de wilsverklaring. Dit is afhankelijk van de vraag of de andere partij in de concrete omstandigheden al dan niet machtsmatig op de wilsverklaring kon voortgaan.

21
New cards

Waarnaar verwijst de “battle of the forms'“

Tegenstrijdige algemene voorwaarden

22
New cards

Wat is de ‘first shot’ theorie bij de ‘battle of the forms’?

De eerste voorwaarden die zijn overgemaakt primeren

23
New cards

Wat is de ‘last shot’ theorie bij de ‘battle of the forms’?

De laatst overgemaakte voorwaarden primeren

24
New cards

Wat is de ‘knock-out’ theorie bij de ‘battle of the forms’?

Beide algemene voorwaarden zijn van toepassing, de clausules die niet verzoenbaar zijn met elkaar worden geschrapt.

25
New cards

Wat is het determinerend karakter van de dwaling?

Zonder de dwaling zou er geen contract zijn

26
New cards

Wat is het gemeenschappelijk karakter van de dwaling?

De tegenpartij hoort op de hoogte te zijn van het determinerend karakter van de dwaling.

27
New cards

Wat is het verschoonbaar karakter van de dwaling?

Een redelijke persoon zou in dezelfde omstandigheden dezelfde dwaling zijn begaan.

28
New cards

Wat is de wilsverminderende dwaling?

Er is geen wilsovereenstemming, de partijen spreken als het ware naast elkaar.

29
New cards

Wat is indicenteel/bijkomstig bedrog?

Het bedrog was niet determinerend maar het contract zou onder andere voorwaarden gesloten zijn.

30
New cards

Wat is een commissieovereenkomst?

De derde-medecontractant maakt bekend dat hij voor andermans rekening handelt maar maakt de identiteit van de opdrachtgever niet bekend

31
New cards

Wat is een naamleningsovereenkomst?

Cf. commissieovereenkomst, maar hierbij maakt de naamlener zelfs niet bekend aan de mede-contractant dat hi voor andermans rekening werkt.

32
New cards

Wat betekend ‘pacta sund servanda’

Contracten zijn enkel bindend tussen partijen.

33
New cards

Wat is de subjectieve benadering bij de interpretatie van contracten?

Men kijkt naar de gemeenschappelijk bedoeling

34
New cards

Wat is de objectieve benadering bij de interpretatie van contracten?

Men kijkt naar wat een redelijke partij in dezelfde omstandigheden zou willen.

35
New cards

Wat doet de restrictieve interpretatie?

Het toepassingsgebied beperken.

36
New cards

Wat doet de strikte interpretatie?

  • geen uitbreidingen, geen beperkingen.

  • strikt kijken naar de woorden.

37
New cards

Wat is de objectieve goede trouw?

Rekening houden met de andere partij.

  • solidariteit.

  • loyale samenwerking.

38
New cards

Wat is de subjectieve goede trouw?

Men weet iets maar gaat tegen die kennis in handelen.

39
New cards

Wat is het tegenovergesteld van ‘intuitu personae’?

'Intuitu pecuniae’

40
New cards

Waarvoor zorgt de opschortende tijdsbepaling/termijn?

De opeisbaarheid is opgeschort totdat een zeker en toekomstige gebeurtenis zich voordoet

41
New cards

Over welke soort gebeurtenis gaat de opschortende voorwaarde?

Onzekere en toekomstige gebeurtenissen.

42
New cards

Wat is een vernieuwing bij een contract?

Een identieke nieuwe overeenkomst ontstaat voor de toekomst.

43
New cards

Wat is de verlening van een contract?

De oude overeenkomst blijft langer in werking.

44
New cards

Waarvoor zorgt het monistisch stelsel bij de goederrechtelijke gevolgen van een verbintenis?

Er zijn geen twee afzonderlijke handelingen nodig, de betaling van de prijs en de eigendomsoverdracht moet niet apart gebeuren.

45
New cards

Wat stelt het causaal stelsel? (goederrechtelijk)

De onderliggende overeenkomst die de eigendom overdraagt moet zelf geldig zijn opdat de eigendomsoverdracht geldig is.

46
New cards

Wat zijn de gevolgen van het relativiteitsbeginsel?

  • Een derde kan de nakoming van een contractuele verbintenis niet eisen.

  • Een derde kan niet gedwongen worden tot de nakoming van een contractuele verbintenis.

47
New cards

Wat is de sterkmaking?

Een partij stelt dat een derde een bepaalde prestatie zal verrichten.

48
New cards

Wat is een kettingbeding?

Een constructie die partijen kunnen opzetten om bepaalde gevolgen te laten doorwerken naar derden toe.

49
New cards

Wat is een derdenbeding?

Een bedingen en een belover sluiten een overeenkomst en kennen hierbij een derde een voordeel toe.

50
New cards

Wat is een rechtstreekse vordering?

Een derde kan op basis van andermans overeenkomst iets vorderen.

51
New cards

Wat stelde de accesoriumtheorie bij kwalitatieve rechten?

Bij het hoofdrecht gaan ook de bijkomende rechten over (accesoria).

52
New cards

Wat is een stakingsvordering?

Vragen dat een dat een derde stopt met zijn handelingen.

53
New cards

Wat is het externe element bij simulatie/veinzing?

De schijnbare overeenkomst.

54
New cards

Wat is het interne element bij veinzing/simulatie?

  • de tegenbrief.

  • de geheime overeenkomst.

55
New cards

Wat is een fictieve rechtshandeling? (veinzing/simulatie)

Doen alsof er een overeenkomst is terwijl er geen is.

56
New cards

Wat is een geheel vermomde rechtshandeling (veinzing/simulatie)?

In werkelijkheid is er een ander type overeenkomst gesloten.

57
New cards

Wat is de gedeeltelijk vermomde rechtshandeling (veinzing/simulatie)?

Er is zijn andere (ongeoorloofde) contractuele voorwaarden dan op papier gesloten.

58
New cards

Wat is veinzing/simulatie via tussenpersoon?

Er wordt gedaan alsof een contract is gesloten met iemand anders dan de medecontractant.

59
New cards

Wat is het aleatoir karakter (bij bepaling van de aard van een verbintenis)?

De graad van zekerheid at een resultaat zal worden bereikt.

  • hoe onzekerder kans van bereik → hoe zekerder dat het geen resultaatsverbintenis is.

60
New cards

Wat is een sole remedy clause?

Bij een bepaalde wanprestatie wordt een bepaalde sanctie afgesproken.

61
New cards

Wat is antocisme?

Wanneer interesten op kapitaal op hun beurt ook interesten opleveren.

62
New cards

Wat is een exonoratiebeding?

Een beding dat de aansprakelijkheid beperkt of uitsluit.

63
New cards

Welke latijnse term wordt gebruik voor de ‘enac’?

exceptio non adimpleti contractus.

64
New cards

Wat is de temporele ontbinding?

De overeenkomst houdt op te bestaan naar de toekomst toe.

65
New cards

Wat is de materiële gedeeltelijke ontbinding?

De ontbinding van een deeltransactie binnen een complexe transactie.

66
New cards

Wat is de personele gedeeltelijke ontbiding?

De gedeeltelijke ontbinding van een meerpartijen overeenkomst.

67
New cards

Wat zijn postcontractuele bedingen?

clausules die de ontbinding overleven.

68
New cards

Wat is de overmacht?

De onmogelijkheid om een verbintenis uit te voeren.

  • force majeure.

69
New cards

Wat is de imprevisie?

De verbintenis uitvoering is niet onmogelijk, maar de uitvoering is buitensporig verzwaard.

  • hardship.

70
New cards

Wat zijn overmachtclausules?

clausules die bepalen wat valt onder overmacht. Ook kunnen ze bepaalde zaken en bijkomende plichten opleggen.

71
New cards

Wat is ‘zoals in kortgeding’?

Procedureel zoals de kortgeding procedure, maar ten gronde.

72
New cards

Wat is de obligatioverhouding?

de relatie tussen de schuldeiser en medeschuldenaars.

73
New cards

Wat is contributioverhouding?

de relatie tussen de medeschuldenaars onderling.

74
New cards

Wat is de actieve hoofdelijkheid?

De hoofdelijkheid tussen schuldeisers.

75
New cards

Wat is de passieve hoofdelijkheid?

De hoofdelijkheid tussen schuldenaars.

76
New cards

Waar bevindt zich het begrip ‘naasting’

de overdracht van betwiste rechten.

77
New cards

Wat is het monetair nominalisme?

Wanneer een monetair bedrag wordt overeengekomen moet dat bedrag worden betaald.

78
New cards

Wat wordt de schuldvernieuwing ook wel genoemd?

novatie of novatio.

79
New cards

Wat is de animus novandi?

De bedoeling om de verbintenis te vernieuwen.

80
New cards

In welk hoofdstuk zit het begrip ‘netting’

de conventionele schuldvergelijking.

81
New cards

Wat betekent ‘effen’?

vastaand en niet voor ernstige betwistingen vatbaar.

82
New cards

Wat is de stuiting van een termijn?

De termijn op 0 zetten.

83
New cards

Wat is de schorsing van een termijn?

Het op pauze zetten van de termijn.

84
New cards

Wat is een mededelingsplichtige belofte bij de eenzijdige wilsuiting?

  • de belofte is gericht aan een bepaalde groep personen of een bepaalde persoon.

  • de verbintenis ontstaat bij de kennisname of wanneer dit had kunnen gebeuren.

85
New cards

Wat is een niet-mededelingsplichtige belofte bij de eenzijdige wilsuiting?

  • de belofte is gericht aan een onbestemde groep personen.

  • de verbintenis ontstaat op het moment dat de wilsuiting gebeurt.

86
New cards

Wat betekent de betaling in juridisch technische zin bij de onverschuldigde betaling?

  • de betaling gebeurt niet noodzakelijk alleen in een geldsom.

  • niet bij verbintenissen met ‘te doen’ of ‘niet doen’ als voorwerp.

87
New cards

Wie is de materiële accipiens bij onverschuldigde betaling?

Diegene die het geld ontvangt.

88
New cards

Wie is de intellectuele accipiens bij de onverschuldigde betaling?

de achterliggende persoon.

89
New cards

Wat is de objectief onverschuldigde betaling?

Een betaling zonder schuld of een schuld van kleinere omvang.

90
New cards

Wat is de subjectief onverschuldigde betaling?

De betaling gebeurt aan de verkeerde persoon.

91
New cards

Wat is een subsidiair rechtsfiguur?

Een rechtsfiguur dat pas dient te worden gebruikt als er geen andere rechtsfiguren kunnen worden gebruikt.

92
New cards

Wat is de persoonlijke aansprakelijkheid?

De aansprakelijkheid voor eigen daad.

93
New cards

Wat is de kwalitatieve aansprakelijkheid?

De aansprakelijkheid voor personen met een bepaalde hoedanigheid die moeten instaan voor schade veroorzaakt door een persoon, zaak of dier.

94
New cards
95
New cards
96
New cards
97
New cards
98
New cards
99
New cards
100
New cards