Kaarten: Duits; woordenschat Kapitel 1: blok 2, 3 en 5. | Quizlet

der Ausflug, Ausflüge

uitstapje

Tagesausflug

daguitstap

der Freizeitpark, Freizeitparks

pretpark

der Jugendverein, Jugendvereine

jeugdbeweging

der Pfadfinder, Pfadfinder

padvinder, scout

die Familie, Familien

gezin

die Freizeit

vrije tijd

die Gitarre, Gitarren

gitaar

die Party, Partys

feestje

das Hobby, Hobbys

hobby

das Klavier, Klaviere

piano

das Konzert, Konzerte

concert

das Musikfestival, Muzikfestivals

muziekfestival

das Musikinstrument, Musikinstrumente

muziekinstrument

arbeiten

werken

ausschlafen

uitsapen

gucken

kijken naar

hören

luisteren naar, horen

lesen

lezen

malen

schilderen

reiten

paardrijden

schwimmen

zwemmen

spazieren

wandelen

spielen

spelen

Sport treiben

sporten

tanzen

dansen

zeichnen

tekenen

am Wochenende

in het weekend

auf ein Konzert gehen

naar een concert gaan

der Spaß

plezier

der Spaziergang, Spaziergange

wandeling

die Langeweile

verveling

die Lust

zin

die Sommerferien

zomervakantie

Rad fahren

fietsen

Spaß machen

plezier maken

wandern

een trektocht maken

blöd

stom

langweilig

vervelend

toll

leuk, tof

im Frühling

in de lente

im Herbst

in de herfst

im Sommer

in de zomer

im Winter

in de winter

der See, Seen

meer

die See, Seen

zee

Nordsee

Noordzee

die Städtereise

citytrip

das Meer, Meere

zee

Mittelmeer

Middellandse Zee

besichtigen

bezichtigen

besuchen

bezoeken

fahren

rijden

fotografieren

fotograferen

weggehen

weggaan

leider

helaas, jammer genoeg

schade

spijtig

an die Küste fahren

naar de kust gaan

an die Nordsee fahren

naar de Noordzee gaan

auf ein Festival gehen

naar een festival gaan

ins Ausland fahren

naar het buitenland gaan

in den Süden fahren

naar het zuiden gaan