1/10
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
woordenschat
Een belangrijke bouwsteen van taal; deel van het fundament.
het schriftbeeld
De geschreven vorm van een woord.
transparante woorden
Woorden die op een gekend woord lijken (bv. un hôtel ≈ hotel).
afgeleide woorden
Woorden ontstaan uit een ander woord (bv. la vie – vivre).
collocaties
Vaste woordgroepen (bv. mettre la table).
context
De tekst/situatie waarin de nieuwe woorden aan bod komen.
voorbewerken
Inleiding die context organiseert en voorkennis activeert.
semantiseren
Betekenis van nieuwe woorden verduidelijken binnen context.
consolideren
Woorden vastzetten in het geheugen via oefeningen met stijgende moeilijkheidsgraad.
driloefeningen
Kennisgerichte oefeningen op losse woorden, zonder context of vaardigheden (bv. flitskaarten).