1/255
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Phylum (sponzen)
Porifera
nederlands (Porifera)
Sponzen
Symmetrie
Assymetrisch
Beweging
Sessiele adult, vrijzwemmende larven
uiterlijk
vaasachtig met opening (osculum)
opbouw
lichaamswand met porieen/ostia, choanocyten, epitheliale wand van pinacocyten, matrix van mesohyl die amoeboeide cellen bevat die het skelet maken dat bestaat uit Spicula (silicaten voor extra stevigheid) en Spongine vezels
Ostia
laat water in de spons
Choanocyten
zorgen voor intracellulaire vertering
Pinacocyten
afgeplatte cellen die de epitheliale wand vormen
Mesohyl
gelatineuze matrix die amoeboeide cellen bevat
voeding
filtervoeders
ademhaling
via diffusie
zenuwstelsel
geen zenuwstelsel
voorplanting
aseksueel via knopvorming en fragmentatie, seksueel: choanocyten/amoeboide cellen worden zaadcel/eicel, gameten versmelten, larve drijft weg en hecht en groeit zich ergens anders
reaggregatie cellen
hoog regeneratiepotentieel ==> studies
Toepassingen
produceren chemische stoffen, belang stamcelonderzoek, spongine skelet is de basis voor huis/badspons
Phylum (Neteldieren)
Cnidaria
Nederlands (Cnidaria)
Neteldieren
Symmetrie (Cnidaria)
Radiaal
Beweging (Cnidaria)
sessiele poliep en vrijzwemmende meduse, wisselen af tussen stadia, vaak een voorkeur(bvb kwal of anemoon)
Opbouw (Cnidaria)
diploplastisch, hydro en exoskelet, gastrodermis(binnenste laag), mesogloea(tussenlaag), epidermis(buitenste laag), nematocyten in epidermis
Poliep (Cnidaria)
koloniaal/solitair, 1 opening als mond en anus, omringd door tentakels
Meduse (Cnidaria)
solitair, schijf/paraplu vorm, tentakels rond mond
Nematocyten (Cnidaria)
bevatten een nematocyst, na activatie schiet die naar buiten en kan gif injecteren in prooi en die vasthaken. Kan maar 1 keer gebruikt worden, word dan een andere cel
Voeding (Cnidaria)
carnivoor, prooi word naar verteringsholte gebracht, extracellulaire vertering door secretie van enzymen, stoffen worden opgenomen, dan komt intercellulaire vertering, ongebruikte resten gaan buiten via mond
Ademhaling (Cnidaria)
via diffusie
Zenuwstelsel (Cnidaria)
netwerk van zenuwcellen
Voorplanting (Cnidaria)
generatiewisseling: ongeslachtlijk in poliep (kan medusa of poliep vormen), geslachtelijk in medusa creert poliep
Toepassingen (Cnidaria)
koraalriffen vormen een goede schuilplaats, steenkoralen vormen kalksteen en beschermen eilanden, ze kunnen toxines afscheiden die op zenuwstelsel inwerken, kunnen aan bioluminiscentie doen wat belangrijk is voor genonderzoek
Phylum (Ribkwallen)
Ctenophora
Nederlands (Ctenophora)
Ribkwallen
Symmetrie (Ctenophora)
niet echt radiaal of bilateraal, 3 vlakken
Beweging (Ctenophora)
bewegen via rijen van cilia, hebben enkel een medusa stadium
Opbouw (Ctenophora)
Triploblastisch, 2 tentakels aan de mond, anale poriën zorgen voor een volledige waterstroom door lichaam, kleefcellen ipv netelcellen
Poliep (Ctenophora)
geen poliep stadium
Voorplanting (Ctenophora)
enkel seksuele voortplanting
Toepassingen (Ctenophora)
bioluminescentie en natuurlijke kleefstoffen
Phylum (Platwormen)
Platyhelminthes
Nederlands (Platyhelminthes)
Platwormen
Symmetrie (Platyhelminthes)
Bilateraal, er is dus cephalisatie mogelijk
Opbouw (Platyhelminthes)
Triploblastisch, acoelomaat, heeft longitudinale en circulaire spieren, geen circulatiestelsel
Voeding (Platyhelminthes)
carnivoor, door opening bij de uitstulpbare pharynx (enigste opening). Eerst extracellulaire vertering, daarna intracellulaire vertering. Parasitaire wormen nemen verteerd voedsel op van gastheer en hebben een afwezig/sterk gereduceerd verteringsstelsel
Voorplanting (Platyhelminthes)
Hermafrodiet, doen aan penissabelen om te bepalen welk het vrouwtje is, interne bevruchting leidt tot eiafleg en externe ontwikkeling
Zenuwstelsel (Platyhelminthes)
Laddertype: grote nerven staan geconnecteerd door kleine. Leiden tot een cerebraal ganglion aan het anterieur
Beweging (Platyhelminthes)
Vrijlevend of endoparasitair
Nut/Nadeel (Platyhelminthes)
Heeft een groot regeneratievermogen, goed voor onderzoek; elk stuk kan uitgroeien tot een volledige worm. Productieverlies in veeteelt (leverbot en lintwormen), infecties bij mensen (levercirrose en schistosomiase, lintwormen).
Classificatie (Platyhelminthes)
Turbellaria (trilhaarwormen, vrijlevend), Neodermata (parasitair) onderverdeeld in Trematoda (zuigwormen) en Cercomeromorpha (lintwormen).
Klasse (Trilhaarwormen)
Turbellaria
Nederlands (Turbellaria)
Trilhaarwormen
Voeding (Turbellaria)
Carnivoor
Beweging (Turbellaria)
Vrijlevend, bewegen via trilhaartjes op ventrale zijde
Klasse (Zuigwormen)
Trematoda
Nederlands (Trematoda)
Zuigwormen
Voeding (Trematoda)
endoparasiet van vertebraten
Beweging (Trematoda)
Mond en buikzuignap en/of haken om zich vast te maken aan gastheren
Clonorchis sinensis
Chinese leverbot: leeft in galkanaal van mens, kat, hond, varken. Hermafrodiet, eieren komen vrij via faeces (bevatten miracidiumlarve (gecilieerde 1e stadium larve)), opgenomen door slak > ei word sporocyst > redialarve > cercarialarve > komt in water > komen in spieren of schubben van vis > word metacercaria in cyste > zoogdier eet rauwe vis > cyste lost op in darmen > worm migreert naar galkanaal > leeft tot 30 jaar > veroorzaakt levercirrose > weefsel vervangen door littekenweefsel.
Schistosoma
veroorzaakt schistosomiase of zwemmersjeuk, leeft in bloedvaten van darm of blaas (legt enorm veel eitjes) > breekt door de bloedvatwand om buiten te komen via darm of blaas. Er is geen vaccin voor, coat de huis met antigenen van de gastheer wat zorgt dat er geen immunreactie optreed.
Klasse (Lintwormen)
Cestoda
Nederlands (Cestoda)
Lintwormen
Voeding (Cestoda)
endoparasiet in darm van vertebraten, heeft geen eigen spijsvertering.
Beweging (Cestoda)
vasthechting via hun scolex met zuignapjes / haakjes.
Opbouw en voorplanting (Cestoda)
scolex (4 zuignappen en haken), nek (vorming van nieuwe proglottiden) en proglottiden (complexe hermafrodiete eenheid): in proglottiden rijpt ei, wordt bevrucht, zygote > embryo > proglottide breekt af en verlaat gastheer via faeces > embryo komt vrij voor opname in nieuwe gastheer.
Phylum Mollusca
Weekdieren.
Symmetrie (Phylum Mollusca)
Bilaterale symmetrie, maar vaak een torsie tijdens ontwikkeling.
Opbouw (Phylum Mollusca)
Gereduceerd coeloom rond hart, excretieorganen en delen van spijsverteringsstelsel. Hebben een mantel (epitheelcellen hier kunnen een harde externe schelp vormen), met een mantelholte waar kieuwen in zitten. Bezitten een gespierde voet, open bloedsomloop (behalve bij inktvissen) (2 hartcompartimenten verzamelen zuurstofrijk hemolymfe bij de kieuwen een derde pompt het hemolymfe rond).
Voeding (Phylum Mollusca)
Carnivoor of herbivoor, eten via radula (behalve bivalvia: die hebben aangepaste kiewen voor filtervoeding) (bevat chitneuze tandjes). Radula is aangepast aan het voedsel, er zijn filtervoeders en actieve jagers.
Voorplanting (Phylum Mollusca)
Uitwendige bevruchting in mariene omgeving, inwendige bevruchting voor terrestriale omgeving (slakken na penissabelen).
Beweging (Phylum Mollusca)
Gespierde voet voor voortbeweging, graven, vangen van voedsel. Het kan omgevormd zijn tot tentakels of armen of vleugelachtige structuren.
Nut/nadeel (Phylum Mollusca)
Voedselbron, parels, inkt, toxines, fossiele voor datering (schelp), bio-indicator voor pollutie, ook een plaag, vraat aan planten, schade aan hout, tussengastheer voor parasieten.
Ademhaling (Phylum Mollusca)
Meestal via kieuwen.
klasse Polyplacophora (Phylum Mollusca)
Keverslakken.
Voeding (Class Polyplacophora)
Mariene herbivoor.
Beweging (Class Polyplacophora)
Ventrale voet omgeven door mantelholte bevat de kieuwen.
Opbouw (Class Polyplacophora)
8 overlappende dorsale kalkplaten, niet gesegmenteerd.
klasse Gastropoda (Phylum Mollusca)
nederlands Slakken.
Voeding (Class Gastropoda)
Herbivoor (terrestriaal, zoetwater), predator (marien).
Beweging (Class Gastropoda)
Sterke voet.
Opbouw (Class Gastropoda)
Meestal een schaal, kan verloren zijn. Hebben tentakels met chemo- en mechanoreceptoren en/of ogen.
Class Bivalvia (Phylum Mollusca)
nederlands Schelpdieren.
Voeding (Class Bivalvia)
Mariene filtervoeder.
Beweging (Class Bivalvia)
Heeft voet om zich in te graven of zich vast te hechten via byssusdraden.
Opbouw (Class Bivalvia)
Geen kop of radula, bevatten adductor/sluitspieren om de schelp te sluiten, er is parelmoer/parel vorming in de mantelholte.
Class Cephalopoda (Phylum Mollusca)
nederlands Koppotigen.
Voeding (Class Cephalopoda)
Mariene carnivoor.
Beweging (Class Cephalopoda)
Voet omgevormd naar 8 tentakels voor beweging en andere zaken, er is ook een waterstroom door de mantelholte, door spiercontracties kan water weggespoten worden > propulsie.
Opbouw (Class Cephalopoda)
Gesloten circulatie, big brain, goede ogen, sterke papegaaiachtige bek, speekselklier met toxines, inkttzak, chromatoforen voor camouflage, absorberen bioluminiscente bacteriën voor symbiose en bioluminiscentie. Uitwendige schelp bv Nautilis met 80-90 tentakels, inwendige schelp bv zeekat, gladius (inwendig rugschild) bv pijlinktvis of geen endo- of exoskelet bv octopus.
Phylum Annelida (Phylum Annelida)
nederlands Ringwormen of gelede wormen.
Zenuwstelsel (Phylum Annelida)
Ventrale zenuwstreng die de ganglia verbindt met elk segment en de hersenen.
Opbouw (Phylum Annelida)
Bestaat uit ringachtige segmenten, elk segment heeft verschillende orgaan combos of functies ivm beweging, voeding, adem, excretie. Gescheiden door septa maar laat wel signaal en materiaaluitwisseling toe. Gespecialiseerd anterieur bevat een ganglion en sensorische organen. Kop en staart zijn geen segmenten, groeizones die als eerste ontwikkelen.
Voeding (Phylum Annelida)
Zee en land, variërende voeding, bevat een niet gesegmenteerd spijsverteringsstelsel.
Voorplanting (Phylum Annelida)
Gescheiden geslacht of hermafrodiet.
Beweging (Phylum Annelida)
Circulaire en longitudinale spieren bewegen afwisselend voor beweging m.b.v. hydroskelet. Elk segment bevat chaetae (borstels) voor vasthechting.
Nut/nadeel (Phylum Annelida)
Borstelwormen belangrijk in voedselketen, aardwormen belangrijk in composteren, bloedzuigers gebruikt voor wondheling (wel risico op overdracht van andere parasieten).
Ademhaling (Phylum Annelida)
Gasuitwisseling via lichaamsoppervlak, wordt gecirculeerd via gesloten bloedsomloop met meerdere 'harten' die bloed rondpompen. Ventraal bloedvat pompt naar achter en dorsaal bloedvat pompt naar voor.
Class Errantia (Phylum Annelida)
nederlands vooral borstelwormen.
Voeding (Class Errantia)
Mariene predatoren.
Beweging (Class Errantia)
Vrijzwemmend, kunnen kruipen en graven m.b.v. parapodia (helpen ook voor gasuitwisseling).
Opbouw (Class Errantia)
Goed te onderscheiden kop en ogen, chaetae op parapodia (gepaarde uitgroeiingen per segment).
Bevruchting (Class Errantia)
Zijn gonochoor, hebben een uitwendige bevruchting die een trochofoorlarve geeft (ondergaat een metamorfose).
Class Sedentaria (Phylum Annelida)
nederlands vooral aardwormen, maar ook bloedzuigers.