1/18
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Protisten
verzamelnaam van alle unicellulaire eukaryoten (eencellig/weinig cellen)
meestal (sterk) beweeglijk
fototroof of prototroof
klein of groot (1-100µm)
zeer divers van vorm
te vinden in zeer diverse habitats
sommigen zijn sterk pathogeen
Euglenozoa
unicellulaire geflagelleerde eukaryoten
Trypanosoma
veroorzaakt slaapziekte
leeft in bloed
overgedragen door bloedzuigende muggen
Euglena
sterk beweeglijke algen
waterbewoners
niet pathogeen
fototroof of heterotroof (als zijn chloroplasten verliest)
kan leven van bacteriën via fagocytose
Ciliaten
hebben op 1 stadium van hun levenscyclus cilia
soms pathogeen
best bestudeerd en gekend onder de ciliaten: Paramecium (pantoffeldiertje)
gebruiken cilia om zich te verplaatsen en om voedsel (MO, detritus, …) naar mond te bewegen
Ciliaten: Paramecium
leven hoofdzakelijk van bacteriën die ze via groeve en mond opnemen en verteren via fagocytose
zeer beweeglijk door vele cilia
ook zeer vervormbaar (plastisch)
2 celkernen: micro- en macronucleus
tijdens conjugatie wisselen Paramecia hun micro-nuclei uit
Dinoflagellaten
diverse zoet- en zoutwater fototrofe protisten met 2 flagellen
soms vrijlevend, soms symbiontisch met koralen
rood getij = dichte suspensies van deze cellen
Pfiesteria piscicida is genus van toxische dinoflagellaten verantwoordelijk voor massale vissterfte
Apicomplexa
obligate parasieten van dieren
veroorzaken ernstige ziektes
malaria: Plasmodium
toxoplasmose: Toxoplasma
coccidiose: Eimeria
soms complexe levenscyclus met dubbele gastheer
bv malaria: wisselt af tussen mens en mug
bevatten apicoplasten = gedegenereerde chloroplasten zonder pigmenten, noch fototrofe capaciteit, andere functies gekregen
Oömyceten
ongelukkige naam: zijn geen schimmels
celwand uit cellulose (ipv chitine bij schimmel)
worden “waterschimmels” of “pseudoschimmels” genoemd, want
vertonen filamenteuze groei
bevatten coënocyte hyfen
maar strikt gezien geen schimmels (ondanks gelijkenissen)
Oömyceten: Phytophthora infestans
veroorzaakte aardappelziekte
aardappelen groeiden zeer goed in Ierland
resulteert in enorme bevolkingsgroei
Fi ruïneerde alles, oogst mislukte volledig
hongersnood, opstanden …
leidde tot massale emigratie van Ieren naar VS
Diatomeeën
kiezelwieren
zitten in poreus ‘doosje’ uit silica
komen overal voor: zoet- en zoutwater habitats
vertonen uiteenlopende vormen van symmetrie
al 200 miljoen jaar op aarde
vormen fossiele aardlagen
Foraminaferen
exclusief mariene fototrofe organismen
hebben kalkskelet of schelp
uit organisch materiaal versterkt met CaCO3
Ca halen ze massaal uit zee
witte krijtrotsen (kliffen) van Dover bestaan (volledig) uit foraminiferen
MO vormen basis in kalk en cement
Amoebozoa
sleutelgenera: Amoeba, Entamoeba
gebruiken pseudopodia om te bewegen en voeden
uitsteeksel, MO wordt groter vooraan
bewegen door amoeboïde beweeglijkheid = cytoplasma stroming
voeden zich door fagocytose van bacteriën/ organisch materiaal
Amoebozoa: Entamoeba histolytica
veroorzaker van amoebale dysenterie (bloederige diarree)
Slijmzwammen
werden vroeger onder schimmels onderverdeeld door hun vrij gelijkaardige levenscyclus
zeer beweeglijk, kunnen snel over oppervlak bewegen
er bestaan 2 groepen slijmzwammen: plasmodiale en cellulaire
Schimmels
chemo-organotroof
meestal aeroob
meestal saprofytisch, soms parasitair, soms symbiontisch
scheiden allerlei enzymen uit die organisch materiaal afbreken (vnl aan groeiende apex van hyfen)
Ascomyceten
sleutelgenera: Saccharomyces, Candida, Neurospora
zeer diverse groep:
bakkersgist: Saccharomyces cerevisiae, eencellig
broodschimmel: Neurospora crassa, filamenteus
zakjeszwammen: vormen Ascus = seksuele sporen komen voor in zakje
gevormd uit 2 haploïde cellen versmolten tot 1 diploïde cel
daarna meiose → 4 tot 8 haploïde ascosporen in zakje
soms komt een ascocarp (= vruchtlichaam) voor
Ascomyceten: Saccharomycetes
eencellig (relatief: vermenigvuldigen dmv knopvorming, budding)
vormen geen ascocarp
cellen zijn sferisch tot ovaal
gedijen goed in suikerrijke habitats
S. cerevisiae (bakkersgist) is modeleukaryoot
bevat 16 chromosomen in haploïde fase
32 in diploïde fase
eerste eukaryoot met volledig gekend genoom
Ascomyceten: Schizosaccharomyces
speciaal geval
niet via knopvorming
gekenmerkt door binaire deling
TVB: Schizosaccharomyces pombe
komt voor in dezelfde niches als Sc
bier, wijn, …
Basidiomyceten
sleutelgenera: Agaricus, Amanita
> 30.000 soorten
meeste zijn herkenbaar als paddestoel
sommige eetbaar
andere giftig
sommige pathogeen plant/dier/mens
ondergaan zowel vegetatieve als seksuele reproductie
“steeltjeszwammen”
vormen groot basidium (paddenstoel) met microscopische steeltjes
Unicellulaire groene/rode algen
eukaryotische algen
groene algen = chorofyten
rode algen = rhodofyten
eencellig
soms meercellig, maar klein
meestal vrijlevend in aquatisch milieu
soms symbiontisch (kortsmossen)
endolitisch: op stenen, van gebouwen
Volvox: kolonievormend