l'agressivité (f.)
de agressiviteit
un ange
een engel
la batterie
de drums
la confiance
het zelfvertrouwen
la curiosité
de nieuwsgierigheid
un défaut
een slechte eigenschap, een gebrek
un diable
een duivel
la fiabilité
de betrouwbaarheid
la générosité
de vrijgevigheid
une guitare
een gitaar
la joie
de vreugde
la naïveté
de naïviteit
la paresse
de luiheid
un personnage principal
een hoofdpersonage
un poète
een dichter
une punition
een straf
une qualité
een goede eigenschap, kwaliteit
la Saint-Valentin
Valentijnsdag
un surnom
een bijnaam
un trait de caractère
een karaktertrek
un violon
een viool
actif, active
actief
adroit, adroite
handig (veel kunnen)
agité, agitée
opgewonden, nerveus, onrustig
agréable
aangenaam
agressif, agressive
agressief
asocial, asociale
asociaal
attentif, attentive
aandachtig
autoritaire
autoritair
avare
gierig
bavard, bavarde
kletsgraag, loslippig, babbelziek
célibataire
vrijgezel
confiant, confiante
zelfzeker
courageux, courageuse
moedig, dapper
dépensier, dépensière
spilzuchtig
distrait, distraite
verstrooid
curieux, curieuse
nieuwsgierig
doux, douce
zacht
drôle
grappig
dynamique
dynamisch
égoïste
egoïstisch
ennuyeux, ennuyeuse
vervelend
extraverti, extravertie
extravert
fiable
betrouwbaar
généreux, généreuse
vrijgevig
honnête
eerlijk
impatient, impatiente
ongeduldig
introverti, introvertie
introvert, ingetogen
jaloux, jalouse
jaloers
maladroit, maladroite
onhandig
malhonnête
oneerlijk
marrant, marrante
grappig
menteur, menteuse
leugenachtig
minutieux, minutieuse
nauwkeurig
modeste
bescheiden
naïf, naïve
naïef
nerveux, nerveuse
nerveus
optimiste
optimischtisch
passif, passive
passief
patient, patiente
geduldig
pessimiste
pessimistisch
peureux, peureuse
angstig
prétentieux, prétentieuse
pretentieus, arrogant
sensible
gevoelig
sévère
streng
sincère
oprecht
sociable
sociaal
têtu, têtue
koppig
timide
verlegen
tranquille
rustig
embrasser
omhelzen, kussen
énerver
irriteren
pleurer
wenen
se fâcher contre quelqu'un
boos worden op iemand
s'énerver
zich opwinden
avoir horreur de quelque chose / quelqu'un
afschuw hebben van iets/iemand
avoir la tête dans les nuages
met het hoofd in de wolken lopen
avoir le coeur sur la main
zeer vrijgevig zijn
avoir le melon
zeer arrogant zijn
avoir un poil dans la main
zeer lui zijn
broyer du noir
donkere gedachten hebben, negatief denken
couper les cheveux en quatre
een pietje precies zijn, veel aandacht besteden aan details
faire son nez
zich arrogant gedragen
faire taire quelqu'un
iemand doen zwijgen
jeter l'argent par les fenêtres
het geld door ramen en deuren gooien
mettre les pieds dans le plat
indiscreet zijn, dingen zeggen die je beter niet zegt
prêt à aider, prête à aider
klaar om te helpen
rentrer dans sa coquille
in zijn schulp kruipen, zich terugtrekken
supporter le stress
stress verdragen
voir la vie en rose
het leven door een roze bril bekijken
pratique
handig, praktisch (een paraplu is handig als het regent)