thematische woordenlijst | Quizlet

Uitverkocht

Als alle exemplaren van iets verkocht zijn.

Afdrukken

Tekst of foto's van de computer op papier zetten (via een printer)

surfen

Op het internet van de ene website naar de andere gaan.

kraken

Ergens binnenkomen terwijl je geen toestemming hebt.

de muismat

Een stukje plastic waarover je de muis gemakkelijk kunt bewegen.

berucht

dingen of personen die op een slechte manier bekend zijn

voorlopig

wat nog niet definitief is

secuur

heel precies, met aandacht voor details

betrekkelijk

wat een betekenis heeft in vergelijking met iets anders, in verhouding

bevredigend

wat je tevreden maakt

De raad

Een suggestie die iemand geeft om je te helpen of je te begeleiden.

De commissie

een groep mensen die iets onderzoekt of die iets gaat organiseren

Radicaal

Iemand met extreme ideeën of standpunten, vaak politiek of ideologisch.

De strijd

Een fysiek of gewapend conflict tussen personen of groepen.

Vervolgen

iemand voor de rechtbank brengen.

Schraal

Niet vruchtbaar, niet geschikt om planten in te laten groeien.

Zaaien

Zaad strooien

Rijp

Klaar om te plukken en op te eten.

Het hooi

Gedroogd gras.

Het onkruid

Planten die makkelijk overal groeien en die de meeste mensen niet willen hebben.

Ernstig

heel erg, met vervelende gevolgen

De kwaal

een probleem aan je lichaam waarvan je vaak last hebt

Verstopt

als je niet meer door je neus kunt ademen is die verstopt

Niezen

een geluid dat je maakt met je neus en je mond. (hatsjie)

Oplopen

krijgen(van een ziekte)

gunstig

voordelig; wat je voordeel geeft, wat positief is

bruikbaar

"geschikt om te gebruiken" of "functioneel." Het verwijst naar iets dat nuttig is in een specifieke situatie

vaag

moeilijk te begrijpen, te zien, of te definiëren

aanzienlijk

"groot," "belangrijk;" het wordt gebruikt om te verwijzen naar iets dat in mate, omvang, of effect aanzienlijk is.

ontzaglijk

"zeer groot," "indrukwekkend," of "enorm;"het wordt gebruikt om iets te beschrijven dat buitengewoon groot is in omvang, kracht, of indruk.

glanzen (glansde, h. geglansd)

Een zacht licht geven

de oppervlakte

de grootte van een terrein

opklaren (klaarde op, is opgeklaard)

beter weer worden, helder worden

aanwakkeren (wakkerde aan, h. aangewakkerd)

sterker of groter maken

verspillen (verspilde, h. verspild)

gebruiken terwijl het niet nodig is

overgaan

geluid geven: een telefoon of een bel gaat over

rubriek

een deel van een krant, tijdschrift of televisieprogramma met telkens hetzelfde onderwerp

autoriteit

iemand die veel weet over een onderwerp en daarom invloed heeft = de deskundige

enquête

een onderzoek door aan veel mensen dezelfde vragen te stellen

kleinschalig

iets wat kleinschalig is, is niet erg uitgebreid

Loods

Een groot en eenvoudig gebouw waarin dingen bewaard worden

Gereedschap

De dingen die jij gebruikt om iets te maken of te doen

Nota

Een officieel bericht op papier

Overzees

Aan de andere kant van de zee

De leverancier

Iemand die voor zijn beroepen producten levert

Uitzicht

Dat wat je allemaal ziet vanaf een bepaald punt

Opzij

Naar de kant, uit de weg

Zover

Tot een bepaald punt

Voormalig

Vorig, vroeger

Zelden

Bijna nooit

De brievenbus

De doos waarin post wordt bezorgd.(soms is dit een opening in de deur of muur )

De porto

Het geld dat je betaalt om post te versturen.

De afzender

De persoon die iets verstuurt.

Ontvangen

Iets krijgen wat iemand stuurt.

Groeten

Iemand gedag zeggen of een bericht sturen.