1/29
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Jargon
Taal of woordenschat die typisch is voor een bepaalde beroepsgroep of vakgebied en vaak moeilijk te begrijpen is voor buitenstaanders.
Sociolect
Een taalvariant die hoort bij een specifieke sociale groep, bijvoorbeeld bepaald door leeftijd, opleiding, beroep of sociale klasse.
Archaïsch (taalgebruik)
Ouderwetse taal of woorden die tegenwoordig nauwelijks of niet meer gebruikt worden.
Taalgebruik
De manier waarop taal wordt gebruikt, afhankelijk van situatie, doel, publiek en context.
Formeel taalgebruik
Verzorgd, correct en vaak afstandelijk taalgebruik dat wordt gebruikt in officiële of zakelijke situaties.
Informeel taalgebruik
Losser en persoonlijker taalgebruik dat je gebruikt in alledaagse situaties, bijvoorbeeld met vrienden of familie.
Tussentaal
Een vorm van taalgebruik tussen standaardtaal en dialect, vaak gesproken en niet volledig correct.
Jongerentaal
Een snel veranderende taalvariant die door jongeren wordt gebruikt, met eigen woorden en uitdrukkingen.
Straattaal
Een taalvariant uit stedelijke omgevingen, vaak door jongeren gebruikt, met invloeden uit verschillende talen en culturen.
Taal
Een middel waarmee mensen communiceren, gedachten uitwisselen en betekenis geven aan de wereld.
Identiteit (taal en identiteit)
De manier waarop taal laat zien wie je bent en tot welke groep je behoort.
Taalvariëteit
Een specifieke vorm van taal die door een bepaalde groep of in een bepaalde situatie wordt gebruikt.
Taalvariatie
Het verschijnsel dat taal op verschillende manieren wordt gebruikt afhankelijk van persoon, plaats en situatie.
Verloedering
Het achteruitgaan van kwaliteit of normen.
Taalpuristen
Mensen die vinden dat een taal zuiver moet blijven en niet mag veranderen.