1/44
gemaakt op bais van de cursus : arbeids en organisatiepsychologie ; een verkennende inleiding
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
organisatie
al dan niet geformaliseerde sructuren waarbinnen mensen szich begeven, al of niet bewust doelgericht
psychoanalytische traditie
benadrukt dat onbewuste psychologische conflicten de persoonlijke effectiviteit op het werk kunnen verminderen; probeert te verklaren waarom gedrag op het werk vaak irrationeel en vijandig is of zelfs jey eigen belang verwaarloost
trekbenadering
beklemtoont dat stabiele en meetbare persoonskernmerken tot uiting komen in het gedrag op het werk: is vandaag vooral gebaseerd op vijf fundamentele persoonlijkheidstrekken
fenomenologische traditie
benadrukt sterk de persoonlijke ervaring en het individueel potentieel om verder te ontwikkelen en verantwoord gedrag te vertonen
behavioristische traditie
legt de nadruk op datgene wat mensen doen, en hoe beloningen en straffen gedrag kunnen beïnvloeden; komt voral tot uiting bij pogingen om gedrag te veranderen en bij het leren
sociaal-cognitieve traditie
onderzoekt hoe mensen denken en hoe dit hun gedrag en hun relaties kan helpen reguleren en verklaren
welke zaken hebben een invloed gehad op de aarbeids en organisatiepsychologie ?
dilosofie
natuurwetenschappelijke methode (observatie→ hypothese→ toetsing→ verwerping/ aanvaarding hypothese
maatschappelijke ontwikkeling/ sociale invloeden
humanisme
filosofie : plato
beschrijft ideale staat as plaats waar individuen die taken toegewezen krijgen waarvoor best geschikt
stelt : geen twee personen exact gelijk geboren; mensen verschillen qua natuurlijke begaafdheden
stelt militaire geschiktheidstest op om soldaten van ideale staat te selecteren
filosofie : Juan de Dios Huarte y Navarro
grote individuele verschillen
verschillende beroepen vereisen verschillende vaardigheidspatronen
belang van goede professionele diagnostiek door de staat, zodat men jongeren kan verplichten het kennisdomein te bestuderen waarvoor meest geschikt
voordeel voor staat
voordeel voor individu : geen tijd en moeite verspillen
eerste academische ontwikkelingen : 1876 : wilhelm Xundt
experimentele methode : soms probleem want sommige variabelen zijn niet makkelijk te isoleren
introspectie : proefpersonene moeten vertellen wat ze gevoeld, gedacht hebben bij de uitvoering van de proeven
arbeids en organisatiepsychologie
een stroming waarbij men psychologische inzichten en de experientele methode ging toepassen op bedrijfsfenomenen
arbeidspsychologie - consumentenpsychologie : 1901 Walter Dill Scott
toespraak over psychologie en reclame
voor eerst commerciële activiteit linken aan psychologische inzichten
arbeidspsychologie - consumentenpsychologie : 1912 HUgo Münsterberg
psychology and industrial efficiency
toepassen van empirisch - natuurwetenschappelijke methode op selectie
producent
de mens die werkt produceert binnen een organisatie
ergonomie
afstemmen van de arbeidsomstandigheden op de mens
sterktes en de zwaktes van de mens
aanpassen van de arbeidssituatie aan de mens
vb jobdesign
arbeidspsychologie
de aanpassing van de mens aan de arbeidssituatie
vb selectie : zoeken naar een persoon die bij de functie past, opleiding en vormen, prestatie-evalutaie, loopbaanontwikkeling, carrierecounseling
organisatiepsychologie
de studie van het gedrag bij het samenzijn van mensen in een organisatie
vb groepsgedrag, organisatiestructuren, leiderschap
differentiele psychologie
in kaart brengen van verschillen tussen mensen, voor het meten van eigenschappen en hun verschillen (vb intelligentie), voor instrumenten toegepast op de personeelsselectie env
differntiële psychologie : Galton, Pearson
bepaalde personen zijn beter aangepast aan het leven dan anderen (voornamelijk lichamelijk) -→ sterke intreesst in individuele verschillen
experimentele methode
ontwikkelen van statistische technieken (gemiddelde, standaardafwijking, correlatie)
basis voor selectiepsychologie
differntiële psychologie : McKeen Cattell, Binet & Simon, Terman, Yerkes
individuele verschillen in cogniieve vaardigheden
intelligentietest
differentiële psychologie : Guilford, Cattell
individuele verschillen in persoonlijkheid
Evolutie van maatschappelijke beeld
over de mens in een arbeidssituatie : > 20eeuw
werknemer volgst slaafs instructies en heeft geen eigen mening
De rationeel economische mens
werknemer heeft vooral rationeel- economische motieven
Taylor, scientific management
Gilbreths, time and motion studies
Taylor : scientific management kenmerken
het benutten van wetenschappelijke methoden om de beste werkwijze te bepalen
het opsplitsen van taken in kleine onderdelen die kunnen getrained worden → creeren van specialisatie
invoeren van regels om de efficientie te beïnvloeden
mensen moete, samenwerken, communicatie is noodzakelijk
de sociale mens
d
Gilbreths time and motion studies
allerlij activiteiten systematiseren op basis van het chronometreren van elke elementaire beweging, met als doel vermoeidheid te reduceren en productiviteit te verbeteren
de sociale mens
werkenmers hebben ook sociale behoeften
Mayo, Hawhorne effect
Hawthorne effect (Mayo)
de gedrag van mensen kan veranderen indien ze beseffen dat ze bestudeerd of geobserveerd worden of als er aandacht aan hen word besteed
aandacht voor menselijke relaties kan de werktevredenheid en de productiviteit doen stijgen
Human relation beweging kenmerken
individu behandelen als een eprsoon en niet als een nummer
betrokkenheid bij het werk en de werksituatie moet bevorder worden
stimuleren van werktevredenheid omdat men aanneemt dat dit de interesse in het werk bevordert en de productie doet stijgen
de naar ontplooiiing zoekende mens
werknemers willen ook persoonlijk iets opsteken van het werk, ze willen onwtikkelen en bijleren
hezberg, tweefactorentheorie ; hygiene factors/ dissatisfiers en motivators / satisfiers
Hezberg, tweefactorentheorie
extrinsiek (hygiene factors, dissatisfiers) is belangrijk, maar daarboven moet ook aandacht besteed worden aan intrinsiek (motivatoren / satisfiers : hebben te maken met inhoud van de job : vb autonomie, creativiteit)
mensen willen graag interessant werk, verantwoordelijkheden
mensen zoeken mogelijkheden om meer van zichzelf in het werk te leggen
eerst moeten de dissatisfiers weg zijn om dan voor satisfactie te zorgen
extrisnieke factoren zijn essentieel voor satisfactie, maar niet voldoende
Hezberg, tweefactorentheorie : kritiek
zeer eenvoudig
slechte repliceerbaarheid
weinig ruimte voor individuele verschillen
de naar ontplooiing zoekende mens : job-design school
organisatie bereikt beste resultaten als werk interesant is
hoe taakpakketten kunnen samengesteld worden dat ze interesant zijn ? (job design school)
job enlargement (taakverruiming) : uitbreiden van een takenpakket met taken van eenzelfde niveau
job enrichment (taakverrijking) : uitbreiding van een takenpakket met taken van een hoger hiërarchisch niveau of grotere complexiteit
de naar ontplooiing zoekende mens : job-design school ; kritische bedenkingen
individuele verscchillen
kunnen alle werknemers de omschakkeling wel aan ?
verwachtingen door job enrichment (meer loon ?)
leidinggevende verliest deel macht
opwaartse verschuiving
de complexe mens : maslow behoeftenpyramide + kritisceh bedenkingen
als aan de vorige behoefte niet voldaan wordt, zal men niet streven naar voldoening van een hogere behoefte
kritiek :
weini wetenschappelijke ondersteuning : de behoeften worden niet consistent teruggevonden, ranking is niet consistent, stricte hierarchie wordt niet ondersteund
typisch westers
individuele verschillen
de complexe mens : McGregor, X & Y theorie
X theorie : werkenmer is lui, apatisch, neemt geen initiatief en wilt niet werken
Y theorie : werken is een natuurlijke actie, wn is onafhankelijk, creatief, neemt initiatief
→ vastegestelde visies op de werknemer, vaak geassocieerd met gedrag van leidinggevende
betekenis van werk vandaag
werk = zingever
meer dan enkel geld verdienen
latente functies (= onbedoelde/ onherkende gevolgen)
individuele verschillen in werkethiek
→ job involvement vs instrumentele arbeidsoriëntatie
→ arbeidsoriëntaties
betekenis van werk voor werklozen
z-economische zekerheid
persoonlijk status
zelfrealisatie en identiteit
sociaal contract
tijdsstructuur
bijdrage tot samenleving
gevolgen ;
daling psychisch welzijn / levenskwaliteit
stijgt terug na lange werkloosheid
vergelijkbaar effect bij jobonzekerheid
werken
= het leveren van een prestatie
gaat over het proces en niet het resultaat
het proces valt onder het controle van de werknemer, het resutaat niet altijd
kan prolematiscg zijn bij prestatiebeoordelingen
taakprestatie
de mate waarin me degelijk en verantwoord de taken uitvoert die formeel tot de functiebeschrijving horen
contextuele prestatie (organisationeel burgerschap)
is meer dan de tchnische invulling van de job, ondersteunt de organisationele, sociale en psychologische omgeving waarin taken worden uitgevoerd
contraproductief gedrag
vrijwillig gedrag dat ingaat tegen de organisatienormen waardoor het welzijn van de organisatie, de werkenmers of beide bedreigt wordt
tov individuen ; pesten, intimideren
tov de organisatie : diefstal, sabotage, absenteïsme, lange pauzes nemen
is gerelateerd aan persoonlijkheid
presenteisme
onvoldoende inspanningen op verschillende manieren
ondermaatse inzet
social loafing
free riding
job neglect
tardiness
geschatte kost 6/ 7 keer hoger dan die van absenteisme
relatie met workaholism
organisationeel burgerschap VS contrapdouctief gedrag (WANNEER WAT)
kunnen samen opkomen
intern / extern : ligt de oorzaak van het gedrag binnen of buiten de persoon
controleerbaar / niet : was het gedrag te voorkomen of niet