Hoofdstuk 8: Mechanische perceptie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/110

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

111 Terms

1
New cards

Mechanische perceptie

de waarneming van alle signalen die door ons eigen lichaam worden geproduceerd

2
New cards

Belang van onze tastzin:

- Evenwicht

- Gevaren van hitte/kou/weefselschade

- Symptomen ernstige ziektes

- Honger, dorst, fysieke vermoeidheid

3
New cards

De klassieke onderverdeling van de 5 zintuigen moeten we herverdelen:

- TASTZIN = vestibulaire sensaties (evenwicht) + somatosensorische sensaties (klassieke tast) + nociceptie (pijn) + introceptie (waarneming lichaam zelf)

- INTROCEPTIE = proprioceptie (feedback lichaam ontvangt in respons op beweging, dus stand lichaam) + viseroperceptie (sensatie die interne organen geven)

4
New cards

Vestibulaire systeem

evenwichtsorgaan

-> geïntegreerd in het binnenoor

5
New cards

Waarom kunnen we lezen als we ons hoofd schudden, maar niet als we het boek bewegen?

Het vestibulaire systeem stuurt een compensatiesignaal naar het oculomotorsysteem, waardoor onze ogen op hetzelfde doel blijven gericht.

6
New cards

Welke informatie detecteert het vestibulaire systeem?

De positie van het hoofd

De versnelling

De balansregulatie.

7
New cards

Welke andere systemen dragen bij aan balans naast het evenwichtsorgaan?

Proprioceptie en sensatie van waar beneden is.

8
New cards

Hoe werkt de onbewuste correctie van balans?

Onder normale omstandigheden gebeurt correctie automatisch; we merken het pas bij extreme bewegingen (bv. achtbaan, pirouette).

9
New cards

Waaruit bestaat het evenwichtsorgaan?

3 semi-circulaire kanalen in de cochlea, gevuld met een stroperige vloeistof.

10
New cards

Hoe detecteren de semi-circulaire kanalen beweging?

Beweging van het hoofd laat vloeistof stromen, stimuleert haarcellen, en stuurt actiepotentialen via de 8ste craniale zenuw naar de hersenen.

11
New cards

Waar wordt vestibulaire informatie verwerkt?

In de vestibulaire cortex, verspreid over gebieden zoals de insula en angulaire gyrus.

12
New cards

Wat gebeurt er bij stimulatie van de vestibulaire cortex?

Patiënten ervaren een buitenlichamelijke sensatie, wat wijst op problemen met integratie van balansinformatie.

13
New cards

Waarom spreken we eerder over een 'vestibulair systeem' dan een 'vestibulaire cortex'?

Omdat de verwerking van evenwichtsinformatie verspreid is over meerdere hersengebieden

14
New cards

kietelen

Een streling roep een sterke anticipatoire reactie op

-> Zo sterk dat deze resulteert in activatie van de primaire somatosensorische cortex

15
New cards

Evolutionair nut van lachen

Kietelen heef betrekking op kwetsbare lichaamsdelen, lachen = reactie op potentiële bedreigingen

16
New cards

WAAROM KAN JE JEZELF NIET KIETELEN?

Door de anticipatie: de effectiviteit van kietelen houdt verband met het feit dat je niet precies kunt voorspellen wanneer het kietelen gaat starten

+ je motorisch systeem maakt een efferente kopie van je motorische acties

=> je acties worden gecompenseerd

17
New cards

Wat is somatosensatie?

Tastzin (het 5e zintuig).

18
New cards

Welke soorten signalen worden door somatosensorische receptoren geregistreerd

Tastzin, pijn, warmte/koude, signalen vanuit interne organen en spieren

19
New cards

Wat zijn de eenvoudigste somatosensorische receptoren?

Vrije zenuwuiteinden, betrokken bij pijn, warmte en kou.

20
New cards

Waarvoor zijn de lichaampjes van Ruffini gevoelig?

Strekken van de huid.

21
New cards

Wat detecteren de lichaampjes van Meissner?

Verplaatsingen van de huid en laagfrequente vibraties.

22
New cards

Wat detecteren de lichaampjes van Pacini?

Hoogfrequente vibraties in de huid.

23
New cards

Welke twee processen beïnvloeden pijnperceptie?

Bottom-up (signalen van het lichaam naar de hersenen) en top-down (interpretatie van pijn).

24
New cards

Welke drie pijnsystemen bestaan er?

Systeem voor scherpe pijn, brandende pijn, en pijnlijke kou.

25
New cards

Wat is het verschil tussen dikke en dunne axonen bij pijnsignalen?

Dikke en snelle axonen: scherpe pijn.

Dunne en langzame axonen: doffe pijn na bijv. een operatie.

26
New cards

Welke neurotransmitters spelen een rol bij pijn?

1) Glutamaat (milde pijn)

2) Glutamaat + Substantie P (intense pijn).

27
New cards

Wat is een dermatoom?

Het huidgebied dat verbonden is met een specifieke zenuw in het ruggenmerg.

28
New cards

Hoe wordt somatosensorische informatie naar de hersenen gestuurd?

Via gescheiden zenuwbanen voor tastzin en pijn, eerst naar de thalamus, daarna naar de somatosensorische cortex in de pariëtaalkwab.

29
New cards

Wat is de homunculus?

Een sensorische kaart in de somatosensorische cortex die het lichaam weerspiegelt.

<p>Een sensorische kaart in de somatosensorische cortex die het lichaam weerspiegelt.</p>
30
New cards

Wat betekent somatotopische organisatie?

Specifieke hersengebieden corresponderen met specifieke lichaamsdelen.

31
New cards

Welke kritiek is er op de homunculus

Te simplistisch, alleen bottom-up onderzocht, geen link met cognitieve processen.

32
New cards

Wat is de functie van de somatosensorische cortex volgens Brecht?

Een actief lichaamsmodel dat acties kan simuleren zonder ze daadwerkelijk uit te voeren.

33
New cards

Welke laag van de cortex genereert een actieve representatie van het lichaam?

Laag 4 (L4)

34
New cards

2 belangrijke functies van L4

1) Genereren van een actieve representatie van het lichaam

2) Uitvoeren van simulaties van lichaamsfuncties

35
New cards

Wat is de rol van laag 6 (L6) in het lichaamsmodel?

Beslissen of een actie daadwerkelijk wordt uitgevoerd.

36
New cards

Wat gebeurt er als een actie niet wordt uitgevoerd?

De informatie wordt teruggekoppeld naar de simulatie en naar laag 5 (L5), die motorische commando's stuurt.

37
New cards

Wat is plasticiteit in de somatosensorische cortex?

Het vermogen van de hersenen om zich aan te passen, vooral in de eerste levensfase.

38
New cards

Wat is deafferentie en wat is het gevolg?

Een zenuwletsel waardoor het brein geen info meer ontvangt, leidt tot hersenaanpassing

39
New cards

Wat gebeurt er bij amputatie van een ledemaat?

Andere lichaamsdelen nemen het hersengebied van het geamputeerde deel over, wat kan leiden tot fantoomsensaties

40
New cards

Hoe ontstaan fantoompijnen?

Neurale verbindingen worden onderbroken, en nabijgelegen hersengebieden nemen het oude gebied over.

41
New cards

Waarom kan aanraking van een ander lichaamsdeel fantoompijn opwekken?

Omdat neuronen van andere lichaamsdelen het gebied van het geamputeerde ledemaat binnendringen.

42
New cards

Wat zijn fantoomsensaties?

De illusie dat een geamputeerd ledemaat nog steeds bestaat.

43
New cards

Grootste somatosensorische plasticiteit

in de eerste levensfasen

44
New cards

Interoceptie

de waarneming van processen die zich in je lichaam afspelen

45
New cards

Welke soorten perceptie vallen onder interoceptie?

Extraceptief: temperatuur, jeuk, pijn

Interoceptief: honger, dorst, motorische feedback

46
New cards

Welke twee functies vallen onder interoceptie?

Proprioceptieve functies: lichaamshouding bepalen via receptoren in huid en gewrichten

Visceroceptieve functies: signalen van interne organen

47
New cards

Waarom is interoceptie evolutionair nuttig?

Het helpt bij het reguleren van gedrag door tekorten in het lichaam te signaleren (bv. honger → eten).

48
New cards

Functies interceptie

- Homeostase regulatie

- Waarneming van onze lichaamshouding

- Rol in bepalen van de zwaartekracht (gemeenschappelijke info uit gewrichten, spieren,…)

49
New cards

Welke drie systemen vallen onder visceroceptie?

1 Cardiovasculair systeem (bv. bloeddruk en baroreflex)

2 Ademhalingssysteem

3 Gastro-intestinaal systeem

50
New cards

Wat is de baroreflex?

Een mechanisme dat snel veranderingen in bloeddruk regelt door de hartslag en bloedvaten aan te passen.

51
New cards

hoge baroreflexactivitet ->

Verminderde effect van autonome reflexen + verandering in perceptie van pijn

52
New cards

Neurale kaart

Lichaamssignalen worden gerelateerd aan fysiologische parameters -> balans!!

! soms onvoldoende -> gevoelens !

53
New cards

Wat is proprioceptie?

De perceptie van de positie en beweging van het lichaam.

54
New cards

Welke receptoren spelen een rol in proprioceptie?

Spierspoeltjes en Golgi-peesorganen (detecteren spierlengte en contractie)

Huidreceptoren (detecteren rekking)

Gewrichtssensoren (bepalen lichaamspositie)

55
New cards

Waarom is proprioceptie niet alleen gebaseerd op spieren en gewrichten?

Het brein gebruikt ook een intern lichaamsmodel om ledematen in de ruimte te bepalen.

56
New cards

Exp grootte van hand => proprioceptie en intern lichaamsmodel

Ze kregen hun hand te zien met gemarkeerde posities, waarna hun hand aan het zicht werd onttrokken. Vervolgens moesten ze de posities reproduceren.

=> Proefpersonen konden de posities reproduceren, maar met een systematische vertekening/bias: De hand werd groter gerepresenteerd dan de vingers.

<p>Ze kregen hun hand te zien met gemarkeerde posities, waarna hun hand aan het zicht werd onttrokken. Vervolgens moesten ze de posities reproduceren.</p><p>=&gt; Proefpersonen konden de posities reproduceren, maar met een systematische vertekening/bias: De hand werd groter gerepresenteerd dan de vingers.</p>
57
New cards

Wat suggereert dit experiment over ons lichaamsmodel?

Het lichaam wordt niet exact waargenomen zoals het fysiek is, maar wordt beïnvloed door hoe het in de hersenen is gerepresenteerd.

<p>Het lichaam wordt niet exact waargenomen zoals het fysiek is, maar wordt beïnvloed door hoe het in de hersenen is gerepresenteerd.</p>
58
New cards

Exp bicep/tricep gestimuleerd: pp moesten hun eigen vinger vasthouden. Vervolgens werden 2 posities gestimuleerd:

Eigen vinger vasthouden en beoordelen welke afstand groter was: aanrakingen op de vinger of op het voorhoofd.

Biceps stimulatie → vinger leek langer

Triceps stimulatie → vinger leek korter

59
New cards

EXP bicep/tricep: Wat toont dit experiment aan?

Alleen proprioceptieve feedback (uit spieren en pezen) is niet genoeg om de positie van het lichaam te bepalen

=> Het lichaamsmodel moet worden bijgewerkt met informatie over de lengte van de ledematen.

60
New cards

Wat is het verschil tussen nociceptie en pijn?

Nociceptie = neurale signalen van pijnreceptoren

Pijn = subjectieve ervaring door cognitieve verwerking van nociceptieve input

61
New cards

Welke soorten pijn bestaan er?

1. Transiënte pijn (geen weefselschade, bv. speldprik)

2. Pijn door weefselschade

3. Pijn door schade aan het centraal zenuwstelsel

62
New cards

Wat is chronische pijn?

Pijn die langer dan 3 maanden aanhoudt, zelfs zonder fysieke oorzaak.

63
New cards

Welke factoren beïnvloeden pijnperceptie?

Herinneringen

Emoties

Cognitie (aandacht, verwachtingen)

Genetische en pathologische factoren

64
New cards

Wat is de pijnmatrix?

Een netwerk van hersengebieden dat betrokken is bij pijnperceptie en dreigingsdetectie.

65
New cards

Hoe beïnvloedt aandacht pijn?

Meer aandacht = sterkere pijnervaring.

66
New cards

Hoe werkt placebo-effect bij pijn?

Veranderde verwachtingen verminderen pijnperceptie door activatie van de prefrontale cortex.

67
New cards

Nociceptieve info wordt via 3 versch opwaartse paden naar hersenen geprojecteerd:

1. Spinothalamische paden  naar thalamus

2. Spinoreticulaire paden  naar medulla & hersenstam

3. Spinosencefalitische paden  naar medulla & hersenstam

68
New cards

Neurale opwaartse projecties van noiceptieve info

Projecties naar hersenstam

- Rol in homeostatische autonome processen

- Communiceren van nociceptieve signalen naar voorbrein

Projecties naar voorbrein

- Rol bij pijnperceptie

Projectief naar de thalamus

- Rol bij perceptie chronische pijn

69
New cards

Exp EEG meten van pijnperceptie: na toediening van nociceptieve prikkels, vond men 3 golven van activatie. Elk konden ze gedefinieerd worden obv de tijd waarop men bewust werd v/d prikkel

1. PREBEWUSTE ACTIVATIE: posterieure insula, operculum, mid-congulate cortex, amygdala

2. BEWUSTWORDING & VRIJE REACTIE: anterieure insula, prefrontale & posterieure pariëtale cortex

3. ACTIEF LANG NA BEWUSTWORDING: hippocampus

Gelijktijdig in sensorische & limbische gebieden

70
New cards

Wat is fantoompijn?

Pijn in een geamputeerd lichaamsdeel, variërend van kortstondige pijnscheuten tot intense langdurige pijn.

71
New cards

Welke mogelijke oorzaken heeft fantoompijn?

Perifere veranderingen (neuroma → valse signalen naar brein)

Ruggenmergveranderingen (spontane neuronactivatie)

Corticale reorganisatie (hersengebieden nemen functies over)

Motorische feedback mismatch (brein verwacht feedback van een ledemaat dat er niet is)

Pijngeheugenhypothese (oude pijnervaringen blijven opgeslagen)

72
New cards

Welke behandelingen werken tegen fantoompijn?

Myo-elektrische protheses (voorkomen mismatch tussen intentie en uitvoering)

Spiegeltherapie (brein ‘ziet’ het ontbrekende ledemaat)

Stimulatietraining op de stomp

73
New cards

Wat is fibromyalgie?

Een chronische pijnstoornis zonder structurele oorzaak, met overgevoeligheid voor pijnprikkels.

74
New cards

Waarom ervaren mensen met fibromyalgie meer pijn?

Ze zijn hypervigilant voor pijn en hebben een verlaagde pijngrens.

75
New cards

Welke twee mechanismen spelen een rol bij pijnervaring in fibromyalgie?

1) Onbewuste aandacht voor pijn (pijn grijpt aandacht zonder doel)

2) Bewuste aandacht voor pijn (patiënt probeert pijn te vermijden)

76
New cards

Acute pijn:

- transiënte pijn + pijn ten gevolge van weefselschade

77
New cards

Chronische pijn

o 20% van volwassenen

o Maladaptatie van brein: er was een nociceptieve prikkel, brein stuurde ervaring terug

o Toen de nociceptieve prikkel stopte, zette het brein de top-down ervaring verder

Je blijft pijn hebben, zonder fysieke oorzaak

78
New cards

pijnmatrix

een groot en diffuus netwerk van hersengebieden geactiveerd ten gevolge vannociceptieve stimulatie

79
New cards

Factoren die bepalen welke hersengebieden betrokken zijn bij de pijnmatrix

- Aandacht

- Gemoedstoestand

- Aard van de verwonding

=> Pijnmatrix is NIET eenduidig gedefinieerd

80
New cards

De peripersoonlijke ruimte

wordt gevormd door een multisensorische representatie van de ruimte direct rondom ons lichaam -> constructie hiervan is de belangrijkste taak van de pijnmatrix

=> Reactie op potentiële pijnprikkels in de omgeving

81
New cards

Exp placebo ~ pijn: placebo’s brengen pijnstillende effecten teweeg door het veranderen van verwachtingen

- Reductie activatie van de pijnverwerkende hersengebieden

- Toename van activatie van de prefrontale cortex tijdens de anticipatie/voorlopen van een pijnlijke stimulus

82
New cards

Pijn heeft invloed op negatieve gemoedstoestanden

Gemoedstoestand impact op 1) pijnperceptie bij acute/chronishce pijn en de 2) vaardigheid om te copen met de pijn

83
New cards

Catastrofering

het uitvergroten van pijn gerelateerde symptomen  door rumineren (herhaaldelijk nadenken over pijn)

84
New cards

Werking catastrofering

Toename activiteit in hersengebieden die betrokken zijn bij de anticipatie van pijn, aandacht voor pijn, emotionele aspecten van pijn en motorcontrole

85
New cards

predictiemachine

Pijnervaring wordt NIET op een passieve wijze waargenomen MAAR genereert het brein actief inferenties op basis van eerdere ervaringen en verwachtingen

86
New cards

Analgesie

Mogelijkheid tot volledige onderdrukking pijnervaring

87
New cards

Hypoalgesie

placebo's, ze kunnen de pijnervaring niet volledig onderdrukken

88
New cards

Het neerwaartse systeem ook betrokken bij het doorsturen van bottom-up nociceptieve stimuli

o 2-deling van pijnsysteem (up/down) is te simplistisch!

o Meer interactie dan dat men eerst dacht

89
New cards

Exp verwachting pijn: pp kregen een pijnprikkel en moesten de pijn weergeven op een VAS-schaal

In dit experiment kregen deelnemers een pijnprikkel en moesten ze de pijnintensiteit beoordelen op een VAS-schaal (0-10).

3 condities:

A: Geen verwachting, beoordeling van werkelijke pijn.

B: Verwachting van een placebo, resulterend in lagere pijnbeleving.

C: Verwachting van een krachtige pijnstiller, ook lagere pijnbeleving, maar met een grotere effectiviteit dan bij B.

<p>In dit experiment kregen deelnemers een pijnprikkel en moesten ze de pijnintensiteit beoordelen op een VAS-schaal (0-10).</p><p>3 condities:</p><p>A: Geen verwachting, beoordeling van werkelijke pijn.</p><p>B: Verwachting van een placebo, resulterend in lagere pijnbeleving.</p><p>C: Verwachting van een krachtige pijnstiller, ook lagere pijnbeleving, maar met een grotere effectiviteit dan bij B.</p>
90
New cards

Exp symbolische cuing ~ verwachting pijn: pp krijgt pijnstimulus, op voorhand krijgen ze een cue die info geeft over de te verwachten intensiteit v/d prikkel

o Subjectieve ervaring beïnvloed door die cue

o Minder intense prikkel verwachten minder intensief rapporteren

o Meer intense prikkel verwachten meer intensief rapporteren

MAAR de betrouwbaarheid van de cue speelt ook een rol:

o Hoe minder betrouwbaar de cue hoe minder rekening ze ermee hielden

91
New cards

Residuele pijn

intacte lichaamsdelen in de buurt van de geamputeerde voelen pijn

De pijn kan veroorzaakt zijn door zowel pre- als postoperatieve factoren

<p>intacte lichaamsdelen in de buurt van de geamputeerde voelen pijn</p><p>De pijn kan veroorzaakt zijn door zowel pre- als postoperatieve factoren</p>
92
New cards

Centrale sensitisatie

Toename in activatie van receptoren gevoelig voor ontstekingspijnen, zorgt voor een blijvende toename in gevoeligheid van neuronen in het dorsale ruggenmerg.

93
New cards

MOGELIJKE VERKLARING 3: fantoompijn wordt mogelijk veroorzaakt door een incongruentie tussen motorische intentie en sensorische feedback

Motorcentra voor dat deel kan nog geactiveerd worden, MAAR er volgt geen terugkoppeling dat de actie werd uitgevoerd

= pijnlijke bewustwording van ledemaat dat er niet meer is

94
New cards

Telescopering

patiënten met fantoompijn rapporteren dat hun fantoomledemaat aanzienlijk korter is dan hun oorspronkelijke ledemaat

Hoe korterhoe meer fantoompijn

95
New cards

MOGELIJKE VERKLARING 4: fantpijn komt overeen met pijn die ervaren werd vooramputatie

o De herinnering aan deze pijn werd impliciet opgeslagen

o Door de invasie van naburige gebieden, kan deze pijnrepresentatie weer gestimuleerd worden

96
New cards

Myo-elektrische protheses

= motorgestuurde prothese, kan voorwerpen opnemen

= aangesloten op het intacte deel van de arm

- Dit gaat de reorganisatie tegen

- Minder fantoompijn -> geen incongruentie meer tss wil & uitvoering

97
New cards

Welke rol speelt de somatosensorische cortex in tactiele perceptie?

De somatosensorische cortex speelt een essentiële rol in de bewustwording van tactiele sensaties, zoals het ervaren van aanrakingen op verschillende locaties op de huid.

98
New cards

Wat is de konijnillusie?

Het is de illusie dat er iets over je arm wandelt wanneer je op verschillende plekken op de arm getikt wordt

99
New cards

Wat gebeurt er als je je aandacht op een huidstimulus richt?

Je vermogen om fijne discriminaties te maken van de stimulus vergroot.

100
New cards

Wat was het resultaat van het experiment met draaiende cirkels op de huid?

Discriminatie van de stimuli was sneller als ze in dezelfde richting draaiden, vooral als ze op dezelfde hand waren