1/110
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Mechanische perceptie
de waarneming van alle signalen die door ons eigen lichaam worden geproduceerd
Belang van onze tastzin:
- Evenwicht
- Gevaren van hitte/kou/weefselschade
- Symptomen ernstige ziektes
- Honger, dorst, fysieke vermoeidheid
De klassieke onderverdeling van de 5 zintuigen moeten we herverdelen:
- TASTZIN = vestibulaire sensaties (evenwicht) + somatosensorische sensaties (klassieke tast) + nociceptie (pijn) + introceptie (waarneming lichaam zelf)
- INTROCEPTIE = proprioceptie (feedback lichaam ontvangt in respons op beweging, dus stand lichaam) + viseroperceptie (sensatie die interne organen geven)
Vestibulaire systeem
evenwichtsorgaan
-> geïntegreerd in het binnenoor
Waarom kunnen we lezen als we ons hoofd schudden, maar niet als we het boek bewegen?
Het vestibulaire systeem stuurt een compensatiesignaal naar het oculomotorsysteem, waardoor onze ogen op hetzelfde doel blijven gericht.
Welke informatie detecteert het vestibulaire systeem?
De positie van het hoofd
De versnelling
De balansregulatie.
Welke andere systemen dragen bij aan balans naast het evenwichtsorgaan?
Proprioceptie en sensatie van waar beneden is.
Hoe werkt de onbewuste correctie van balans?
Onder normale omstandigheden gebeurt correctie automatisch; we merken het pas bij extreme bewegingen (bv. achtbaan, pirouette).
Waaruit bestaat het evenwichtsorgaan?
3 semi-circulaire kanalen in de cochlea, gevuld met een stroperige vloeistof.
Hoe detecteren de semi-circulaire kanalen beweging?
Beweging van het hoofd laat vloeistof stromen, stimuleert haarcellen, en stuurt actiepotentialen via de 8ste craniale zenuw naar de hersenen.
Waar wordt vestibulaire informatie verwerkt?
In de vestibulaire cortex, verspreid over gebieden zoals de insula en angulaire gyrus.
Wat gebeurt er bij stimulatie van de vestibulaire cortex?
Patiënten ervaren een buitenlichamelijke sensatie, wat wijst op problemen met integratie van balansinformatie.
Waarom spreken we eerder over een 'vestibulair systeem' dan een 'vestibulaire cortex'?
Omdat de verwerking van evenwichtsinformatie verspreid is over meerdere hersengebieden
kietelen
Een streling roep een sterke anticipatoire reactie op
-> Zo sterk dat deze resulteert in activatie van de primaire somatosensorische cortex
Evolutionair nut van lachen
Kietelen heef betrekking op kwetsbare lichaamsdelen, lachen = reactie op potentiële bedreigingen
WAAROM KAN JE JEZELF NIET KIETELEN?
Door de anticipatie: de effectiviteit van kietelen houdt verband met het feit dat je niet precies kunt voorspellen wanneer het kietelen gaat starten
+ je motorisch systeem maakt een efferente kopie van je motorische acties
=> je acties worden gecompenseerd
Wat is somatosensatie?
Tastzin (het 5e zintuig).
Welke soorten signalen worden door somatosensorische receptoren geregistreerd
Tastzin, pijn, warmte/koude, signalen vanuit interne organen en spieren
Wat zijn de eenvoudigste somatosensorische receptoren?
Vrije zenuwuiteinden, betrokken bij pijn, warmte en kou.
Waarvoor zijn de lichaampjes van Ruffini gevoelig?
Strekken van de huid.
Wat detecteren de lichaampjes van Meissner?
Verplaatsingen van de huid en laagfrequente vibraties.
Wat detecteren de lichaampjes van Pacini?
Hoogfrequente vibraties in de huid.
Welke twee processen beïnvloeden pijnperceptie?
Bottom-up (signalen van het lichaam naar de hersenen) en top-down (interpretatie van pijn).
Welke drie pijnsystemen bestaan er?
Systeem voor scherpe pijn, brandende pijn, en pijnlijke kou.
Wat is het verschil tussen dikke en dunne axonen bij pijnsignalen?
Dikke en snelle axonen: scherpe pijn.
Dunne en langzame axonen: doffe pijn na bijv. een operatie.
Welke neurotransmitters spelen een rol bij pijn?
1) Glutamaat (milde pijn)
2) Glutamaat + Substantie P (intense pijn).
Wat is een dermatoom?
Het huidgebied dat verbonden is met een specifieke zenuw in het ruggenmerg.
Hoe wordt somatosensorische informatie naar de hersenen gestuurd?
Via gescheiden zenuwbanen voor tastzin en pijn, eerst naar de thalamus, daarna naar de somatosensorische cortex in de pariëtaalkwab.
Wat is de homunculus?
Een sensorische kaart in de somatosensorische cortex die het lichaam weerspiegelt.
Wat betekent somatotopische organisatie?
Specifieke hersengebieden corresponderen met specifieke lichaamsdelen.
Welke kritiek is er op de homunculus
Te simplistisch, alleen bottom-up onderzocht, geen link met cognitieve processen.
Wat is de functie van de somatosensorische cortex volgens Brecht?
Een actief lichaamsmodel dat acties kan simuleren zonder ze daadwerkelijk uit te voeren.
Welke laag van de cortex genereert een actieve representatie van het lichaam?
Laag 4 (L4)
2 belangrijke functies van L4
1) Genereren van een actieve representatie van het lichaam
2) Uitvoeren van simulaties van lichaamsfuncties
Wat is de rol van laag 6 (L6) in het lichaamsmodel?
Beslissen of een actie daadwerkelijk wordt uitgevoerd.
Wat gebeurt er als een actie niet wordt uitgevoerd?
De informatie wordt teruggekoppeld naar de simulatie en naar laag 5 (L5), die motorische commando's stuurt.
Wat is plasticiteit in de somatosensorische cortex?
Het vermogen van de hersenen om zich aan te passen, vooral in de eerste levensfase.
Wat is deafferentie en wat is het gevolg?
Een zenuwletsel waardoor het brein geen info meer ontvangt, leidt tot hersenaanpassing
Wat gebeurt er bij amputatie van een ledemaat?
Andere lichaamsdelen nemen het hersengebied van het geamputeerde deel over, wat kan leiden tot fantoomsensaties
Hoe ontstaan fantoompijnen?
Neurale verbindingen worden onderbroken, en nabijgelegen hersengebieden nemen het oude gebied over.
Waarom kan aanraking van een ander lichaamsdeel fantoompijn opwekken?
Omdat neuronen van andere lichaamsdelen het gebied van het geamputeerde ledemaat binnendringen.
Wat zijn fantoomsensaties?
De illusie dat een geamputeerd ledemaat nog steeds bestaat.
Grootste somatosensorische plasticiteit
in de eerste levensfasen
Interoceptie
de waarneming van processen die zich in je lichaam afspelen
Welke soorten perceptie vallen onder interoceptie?
Extraceptief: temperatuur, jeuk, pijn
Interoceptief: honger, dorst, motorische feedback
Welke twee functies vallen onder interoceptie?
Proprioceptieve functies: lichaamshouding bepalen via receptoren in huid en gewrichten
Visceroceptieve functies: signalen van interne organen
Waarom is interoceptie evolutionair nuttig?
Het helpt bij het reguleren van gedrag door tekorten in het lichaam te signaleren (bv. honger → eten).
Functies interceptie
- Homeostase regulatie
- Waarneming van onze lichaamshouding
- Rol in bepalen van de zwaartekracht (gemeenschappelijke info uit gewrichten, spieren,…)
Welke drie systemen vallen onder visceroceptie?
1 Cardiovasculair systeem (bv. bloeddruk en baroreflex)
2 Ademhalingssysteem
3 Gastro-intestinaal systeem
Wat is de baroreflex?
Een mechanisme dat snel veranderingen in bloeddruk regelt door de hartslag en bloedvaten aan te passen.
hoge baroreflexactivitet ->
Verminderde effect van autonome reflexen + verandering in perceptie van pijn
Neurale kaart
Lichaamssignalen worden gerelateerd aan fysiologische parameters -> balans!!
! soms onvoldoende -> gevoelens !
Wat is proprioceptie?
De perceptie van de positie en beweging van het lichaam.
Welke receptoren spelen een rol in proprioceptie?
Spierspoeltjes en Golgi-peesorganen (detecteren spierlengte en contractie)
Huidreceptoren (detecteren rekking)
Gewrichtssensoren (bepalen lichaamspositie)
Waarom is proprioceptie niet alleen gebaseerd op spieren en gewrichten?
Het brein gebruikt ook een intern lichaamsmodel om ledematen in de ruimte te bepalen.
Exp grootte van hand => proprioceptie en intern lichaamsmodel
Ze kregen hun hand te zien met gemarkeerde posities, waarna hun hand aan het zicht werd onttrokken. Vervolgens moesten ze de posities reproduceren.
=> Proefpersonen konden de posities reproduceren, maar met een systematische vertekening/bias: De hand werd groter gerepresenteerd dan de vingers.
Wat suggereert dit experiment over ons lichaamsmodel?
Het lichaam wordt niet exact waargenomen zoals het fysiek is, maar wordt beïnvloed door hoe het in de hersenen is gerepresenteerd.
Exp bicep/tricep gestimuleerd: pp moesten hun eigen vinger vasthouden. Vervolgens werden 2 posities gestimuleerd:
Eigen vinger vasthouden en beoordelen welke afstand groter was: aanrakingen op de vinger of op het voorhoofd.
Biceps stimulatie → vinger leek langer
Triceps stimulatie → vinger leek korter
EXP bicep/tricep: Wat toont dit experiment aan?
Alleen proprioceptieve feedback (uit spieren en pezen) is niet genoeg om de positie van het lichaam te bepalen
=> Het lichaamsmodel moet worden bijgewerkt met informatie over de lengte van de ledematen.
Wat is het verschil tussen nociceptie en pijn?
Nociceptie = neurale signalen van pijnreceptoren
Pijn = subjectieve ervaring door cognitieve verwerking van nociceptieve input
Welke soorten pijn bestaan er?
1. Transiënte pijn (geen weefselschade, bv. speldprik)
2. Pijn door weefselschade
3. Pijn door schade aan het centraal zenuwstelsel
Wat is chronische pijn?
Pijn die langer dan 3 maanden aanhoudt, zelfs zonder fysieke oorzaak.
Welke factoren beïnvloeden pijnperceptie?
Herinneringen
Emoties
Cognitie (aandacht, verwachtingen)
Genetische en pathologische factoren
Wat is de pijnmatrix?
Een netwerk van hersengebieden dat betrokken is bij pijnperceptie en dreigingsdetectie.
Hoe beïnvloedt aandacht pijn?
Meer aandacht = sterkere pijnervaring.
Hoe werkt placebo-effect bij pijn?
Veranderde verwachtingen verminderen pijnperceptie door activatie van de prefrontale cortex.
Nociceptieve info wordt via 3 versch opwaartse paden naar hersenen geprojecteerd:
1. Spinothalamische paden naar thalamus
2. Spinoreticulaire paden naar medulla & hersenstam
3. Spinosencefalitische paden naar medulla & hersenstam
Neurale opwaartse projecties van noiceptieve info
Projecties naar hersenstam
- Rol in homeostatische autonome processen
- Communiceren van nociceptieve signalen naar voorbrein
Projecties naar voorbrein
- Rol bij pijnperceptie
Projectief naar de thalamus
- Rol bij perceptie chronische pijn
Exp EEG meten van pijnperceptie: na toediening van nociceptieve prikkels, vond men 3 golven van activatie. Elk konden ze gedefinieerd worden obv de tijd waarop men bewust werd v/d prikkel
1. PREBEWUSTE ACTIVATIE: posterieure insula, operculum, mid-congulate cortex, amygdala
2. BEWUSTWORDING & VRIJE REACTIE: anterieure insula, prefrontale & posterieure pariëtale cortex
3. ACTIEF LANG NA BEWUSTWORDING: hippocampus
Gelijktijdig in sensorische & limbische gebieden
Wat is fantoompijn?
Pijn in een geamputeerd lichaamsdeel, variërend van kortstondige pijnscheuten tot intense langdurige pijn.
Welke mogelijke oorzaken heeft fantoompijn?
Perifere veranderingen (neuroma → valse signalen naar brein)
Ruggenmergveranderingen (spontane neuronactivatie)
Corticale reorganisatie (hersengebieden nemen functies over)
Motorische feedback mismatch (brein verwacht feedback van een ledemaat dat er niet is)
Pijngeheugenhypothese (oude pijnervaringen blijven opgeslagen)
Welke behandelingen werken tegen fantoompijn?
Myo-elektrische protheses (voorkomen mismatch tussen intentie en uitvoering)
Spiegeltherapie (brein ‘ziet’ het ontbrekende ledemaat)
Stimulatietraining op de stomp
Wat is fibromyalgie?
Een chronische pijnstoornis zonder structurele oorzaak, met overgevoeligheid voor pijnprikkels.
Waarom ervaren mensen met fibromyalgie meer pijn?
Ze zijn hypervigilant voor pijn en hebben een verlaagde pijngrens.
Welke twee mechanismen spelen een rol bij pijnervaring in fibromyalgie?
1) Onbewuste aandacht voor pijn (pijn grijpt aandacht zonder doel)
2) Bewuste aandacht voor pijn (patiënt probeert pijn te vermijden)
Acute pijn:
- transiënte pijn + pijn ten gevolge van weefselschade
Chronische pijn
o 20% van volwassenen
o Maladaptatie van brein: er was een nociceptieve prikkel, brein stuurde ervaring terug
o Toen de nociceptieve prikkel stopte, zette het brein de top-down ervaring verder
Je blijft pijn hebben, zonder fysieke oorzaak
pijnmatrix
een groot en diffuus netwerk van hersengebieden geactiveerd ten gevolge vannociceptieve stimulatie
Factoren die bepalen welke hersengebieden betrokken zijn bij de pijnmatrix
- Aandacht
- Gemoedstoestand
- Aard van de verwonding
=> Pijnmatrix is NIET eenduidig gedefinieerd
De peripersoonlijke ruimte
wordt gevormd door een multisensorische representatie van de ruimte direct rondom ons lichaam -> constructie hiervan is de belangrijkste taak van de pijnmatrix
=> Reactie op potentiële pijnprikkels in de omgeving
Exp placebo ~ pijn: placebo’s brengen pijnstillende effecten teweeg door het veranderen van verwachtingen
- Reductie activatie van de pijnverwerkende hersengebieden
- Toename van activatie van de prefrontale cortex tijdens de anticipatie/voorlopen van een pijnlijke stimulus
Pijn heeft invloed op negatieve gemoedstoestanden
Gemoedstoestand impact op 1) pijnperceptie bij acute/chronishce pijn en de 2) vaardigheid om te copen met de pijn
Catastrofering
het uitvergroten van pijn gerelateerde symptomen door rumineren (herhaaldelijk nadenken over pijn)
Werking catastrofering
Toename activiteit in hersengebieden die betrokken zijn bij de anticipatie van pijn, aandacht voor pijn, emotionele aspecten van pijn en motorcontrole
predictiemachine
Pijnervaring wordt NIET op een passieve wijze waargenomen MAAR genereert het brein actief inferenties op basis van eerdere ervaringen en verwachtingen
Analgesie
Mogelijkheid tot volledige onderdrukking pijnervaring
Hypoalgesie
placebo's, ze kunnen de pijnervaring niet volledig onderdrukken
Het neerwaartse systeem ook betrokken bij het doorsturen van bottom-up nociceptieve stimuli
o 2-deling van pijnsysteem (up/down) is te simplistisch!
o Meer interactie dan dat men eerst dacht
Exp verwachting pijn: pp kregen een pijnprikkel en moesten de pijn weergeven op een VAS-schaal
In dit experiment kregen deelnemers een pijnprikkel en moesten ze de pijnintensiteit beoordelen op een VAS-schaal (0-10).
3 condities:
A: Geen verwachting, beoordeling van werkelijke pijn.
B: Verwachting van een placebo, resulterend in lagere pijnbeleving.
C: Verwachting van een krachtige pijnstiller, ook lagere pijnbeleving, maar met een grotere effectiviteit dan bij B.
Exp symbolische cuing ~ verwachting pijn: pp krijgt pijnstimulus, op voorhand krijgen ze een cue die info geeft over de te verwachten intensiteit v/d prikkel
o Subjectieve ervaring beïnvloed door die cue
o Minder intense prikkel verwachten minder intensief rapporteren
o Meer intense prikkel verwachten meer intensief rapporteren
MAAR de betrouwbaarheid van de cue speelt ook een rol:
o Hoe minder betrouwbaar de cue hoe minder rekening ze ermee hielden
Residuele pijn
intacte lichaamsdelen in de buurt van de geamputeerde voelen pijn
De pijn kan veroorzaakt zijn door zowel pre- als postoperatieve factoren
Centrale sensitisatie
Toename in activatie van receptoren gevoelig voor ontstekingspijnen, zorgt voor een blijvende toename in gevoeligheid van neuronen in het dorsale ruggenmerg.
MOGELIJKE VERKLARING 3: fantoompijn wordt mogelijk veroorzaakt door een incongruentie tussen motorische intentie en sensorische feedback
Motorcentra voor dat deel kan nog geactiveerd worden, MAAR er volgt geen terugkoppeling dat de actie werd uitgevoerd
= pijnlijke bewustwording van ledemaat dat er niet meer is
Telescopering
patiënten met fantoompijn rapporteren dat hun fantoomledemaat aanzienlijk korter is dan hun oorspronkelijke ledemaat
Hoe korterhoe meer fantoompijn
MOGELIJKE VERKLARING 4: fantpijn komt overeen met pijn die ervaren werd vooramputatie
o De herinnering aan deze pijn werd impliciet opgeslagen
o Door de invasie van naburige gebieden, kan deze pijnrepresentatie weer gestimuleerd worden
Myo-elektrische protheses
= motorgestuurde prothese, kan voorwerpen opnemen
= aangesloten op het intacte deel van de arm
- Dit gaat de reorganisatie tegen
- Minder fantoompijn -> geen incongruentie meer tss wil & uitvoering
Welke rol speelt de somatosensorische cortex in tactiele perceptie?
De somatosensorische cortex speelt een essentiële rol in de bewustwording van tactiele sensaties, zoals het ervaren van aanrakingen op verschillende locaties op de huid.
Wat is de konijnillusie?
Het is de illusie dat er iets over je arm wandelt wanneer je op verschillende plekken op de arm getikt wordt
Wat gebeurt er als je je aandacht op een huidstimulus richt?
Je vermogen om fijne discriminaties te maken van de stimulus vergroot.
Wat was het resultaat van het experiment met draaiende cirkels op de huid?
Discriminatie van de stimuli was sneller als ze in dezelfde richting draaiden, vooral als ze op dezelfde hand waren