1/44
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Aanbeveling
Advies dat volgt uit de tekst of argumentatie.
Aanleiding
Gebeurtenis of situatie die de schrijver ertoe bracht de tekst te schrijven.
Afweging
Overweging van voor- en nadelen of verschillende opties.
Anekdote
Kort verhaaltje als voorbeeld of illustratie.
Argument
Ondersteuning van een standpunt of mening.
Bedenking
Kritische opmerking of twijfel.
Beschouwing
Tekst die van meerdere kanten een onderwerp belicht.
Betoog
Tekst waarin de schrijver een standpunt verdedigt met argumenten.
Bewering
Stelling of uitspraak zonder onderbouwing.
Bezwaar
Argument tegen een ander argument of standpunt.
Causaliteit
Oorzakelijk verband tussen gebeurtenissen.
Citeren
Letterlijk aanhalen van een tekstgedeelte.
Conclusie
Einduitspraak op basis van voorafgaande informatie.
Consistent
Logisch en samenhangend.
Constatering
Feitelijke vaststelling.
Drogredenen
Foutieve redenering.
Expliciet
Uitdrukkelijk, duidelijk vermeld.
Gevolg
Wat voortkomt uit een oorzaak.
Hoofdgedachte
De belangrijkste uitspraak van de tekst.
Hoofdvraag
De centrale vraag die in de tekst wordt beantwoord.
Hypothese
Voorlopige stelling die nog bewezen moet worden.
Impliciet
Niet direct gezegd, maar wel bedoeld.
Intentie
Bedoeling van de schrijver.
Ironie
Lichte, milde spot.
Middel
Wat gebruikt wordt om een doel te bereiken.
Nuanceren
Iets minder zwart-wit of krachtig maken.
Objectief
Feitelijk en zonder mening.
Onderbouwing
Steun voor een standpunt, vaak met feiten.
Oorzaak
Wat iets doet gebeuren.
Overtuigen
Een ander proberen over te halen.
Probleemstelling
De formulering van het probleem in een tekst.
Reden
Waarom iemand iets doet of vindt.
Relativeren
Iets minder ernstig of belangrijk maken.
Standpunt
Mening of positie in een discussie.
Stelling
Bepaalde uitspraak die verdedigd wordt.
Strekking
De bedoeling of het effect van de tekst.
Subjectief
Mening- of gevoel-gebaseerd.
Tegenargument
Argument tegen een eerder genoemd argument.
Toelichting
Uitleg of verduidelijking.
Vergelijking
Het naast elkaar zetten van zaken om verschillen of overeenkomsten te tonen.
Verklaring
Uitleg waarom iets zo is.
Vooronderstelling
Veronderstelling voorafgaand aan de redenering.
Vooroordeel
Oordeel zonder feitelijke kennis.
Voorwaarde
Wat eerst moet gebeuren voordat iets anders kan.
Weerlegging
Tegenbewijs van een argument.