Hoofdstuk 8

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/23

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Economische groei lange termijn

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

24 Terms

1
New cards

Wat bestudeert de groeitheorie?

De groeitheorie verklaart de economische groei op lange termijn, met nadruk op reële groei per capita.

2
New cards

Wat is reële groei?

De groei van het BBP in constante prijzen, gecorrigeerd voor inflatie.

3
New cards

Wat is de neoklassieke groeitheorie (exogene groei)?

Een theorie die economische groei verklaart door kapitaalvorming en externe, toevallige technologische vooruitgang.

4
New cards

Wat benadrukt de nieuwe (endogene) groeitheorie?

Dat economische groei voortkomt uit interne factoren zoals onderwijs, innovatie en een doordacht overheidsbeleid.

5
New cards

Wat is het verschil tussen exogene en endogene groeitheorie?

Exogeen: groei komt van buitenaf en is toevallig.
Endogeen: groei is het resultaat van beleid, kennis en investeringen binnen de economie.

6
New cards

Y

outputniveau (BBP)

7
New cards

L

Hoeveelheid arbeiders

8
New cards

H

Scholingsgraad (kwaliteit)

9
New cards

K

Kapitaalvoorraad

10
New cards

T

Stand van de technologie (kwaliteit)

11
New cards

Wat zijn de voorwaarden van de neoklassieke groeitheorie?

  • Gesloten economie zonder overheid

  • Productie stijgt als de input (L en K) stijgt

  • Dalend marginaal product

    • K stijgt en L constant à marginaal product daalt

    • K constant en L stijgt à marginaal product daalt


 

12
New cards

I

afschrijvingen

13
New cards

Wat bepaalt de kapitaalvoorraad in de neoklassieke groeitheorie?

De kapitaalvoorraad (K) wordt bepaald door het spaarniveau (S). Meer sparen → meer kapitaal → hogere productie (Y*).

14
New cards

Wat is het probleem bij een voortdurend stijgend spaarquotum?

Minder consumptie op korte termijn, wat onrealistisch is omdat consumenten ook willen consumeren.

15
New cards

Wat zijn alternatieve bronnen voor economische groei naast kapitaal?

  • Groei van arbeid (L)

  • Groei van menselijk kapitaal (H)

  • Technologische vooruitgang (T)

16
New cards

Wat is het verschil tussen de neoklassieke en de nieuwe groeitheorie?

  • Neoklassiek = exogeen, groei komt van buitenaf (toevallige innovatie).

  • Nieuw = endogeen, groei ontstaat binnen het systeem (beleid, innovatie, kennis).

17
New cards

Wat is een spill-overeffect in de nieuwe groeitheorie?

De voordelen van innovatie of kennisuitbreiding strekken zich uit naar andere sectoren of bedrijven.

18
New cards

Welke rol speelt de overheid in de nieuwe groeitheorie?

  • Politieke stabiliteit

  • Bescherming van eigendom

  • Sterke financiële markten

  • Stimuleren van ondernemerschap

19
New cards

Wat zijn positieve effecten van economische groei?
Antwoord:

  • Hoger consumptieniveau

  • Betere publieke voorzieningen

  • Meer vrije tijd

  • Minder armoede

  • Mogelijk eerlijkere inkomensverdeling

20
New cards

Wat zijn negatieve effecten van economische groei?

  • Mogelijk grotere inkomensongelijkheid

  • Welvaartsziekten (zoals stress, burn-out)

  • Milieuvervuiling

21
New cards

Wat is economische ontwikkeling?

Een combinatie van kwantitatieve (groei) en kwalitatieve vooruitgang (welzijn, gezondheid, onderwijs).

22
New cards

Wat is de Human Development Index (HDI)?

Een index die de levenskwaliteit meet op basis van inkomen, levensverwachting en scholingsgraad.

23
New cards

Wat is de "Big Push"-strategie in ontwikkelingslanden?

Een aanpak waarbij externe hulp massaal nodig is om een economie in beweging te krijgen.

24
New cards

Wat is het idee achter "Self-Reliance" als groeistrategie?

Ontwikkeling moet van binnenuit komen en niet enkel focussen op economie, maar ook op onderwijs, gezondheid en cultuur.