1/36
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
vruchtbaarheidsprobleem bij de vrouw
na een jaar is 15% niet zwanger
verminderede vruchtbaarheid
30% bij de vrouw
30% bij de man
30% bij beide
10% onbekend
onvruchtbaarheid/infertiliteit komt zelden voor
menopauze
vruchtbaarheid bevorderen
gezonde levensstijl
frequentie van seksuele betrekkingen
ongezonde levensstijl kan de vruchtbaarheid negatief beïnvloeden
roken, te laag of te hoog lichaamsgewicht, te weinig of te extreme lichaamsbeweging, hoog alcohol- of cafeïnegebruik, drugs, stress
bepaalde geneesmiddelen: anabolica, chemotherapie
vruchtbaarheidsproblemen bij de man
hoge temperatuur in de teelballen
zaadkwaliteit
technieken om vruchtbaarheid te bevorderen
hormoonbehandeling
kunstmatige inseminatie
in-vitrofertilisatie (IVF)
intracytoplasmatische sperma-injectie
1) hormoonbehandeling
hormonen in de vorm van pilletjes of via injectie
meerdere follikels rijpen, kans op meerling stijgt

2) kunstmatige inseminatie
kunstmatige inseminatie (KI): sperma wordt via een buisje ingebracht in de lichaam van de vrouw
intra-uteriene inseminatie: sperma wordt in de baarmoeder gebracht
minder hindernissen voor de zaadcellen
meestal sperma van partner of donor
(overgebleven) sperma eventueel invriezen

3) in-vitrofertilisatie (IVF)
follikelstimulatie: de vrouw krijgt hormonen
eicelpunctie en productie van spermastaal
rijpe follikels worden aangeprikt net voor ovulatie
beweeglijkste zaadcellen worden geselecteerd
fertilisatie of bevruchting
eicellen en zaadcellen worden samengevoegd in een petrischaal
drie tot vier dagen broedstoof
bevruchting en eerste celdelingen
Vruchtbaarheidsbehandeling waarbij de eicel buiten het lichaam wordt bevrucht. Het embryo wordt daarna terug in de baarmoeder geplaatst
3.1) in-vitrofertilisatie (IVF)
embryotransfer
embryo’s worden geselecteerd
één of twee embryo’s worden teruggeplaatst
rest wordt eventueel ingevroren
twee weken na de embryotransfer
bloedonderzoek bepaalt zwangerschap
indien nodig behandeling herhalen of ingevroren embryo’s gebruiken

4) intracytoplasmatische sperma-injectie (ICSI)
zaadcel wordt in de eicel geïnjecteerd
zelfde stappen als IVF, behalve de fertilisatie
voor heel weinig zaadcellen of niet beweeglijke zaadcellen
beïnvloedende factoren tijdens de zwangerschap
3% wordt geboren met een min of meer ernstige afwijking
ingeboren of erfelijke afwijkingen
fout in het erfelijk materiaal van de zaadcel of eicel
teratogeen is een omgevingsfactor die schade toebrengt aan het ongeboren kind
chemische stoffen, straling en ziekteverwekkers
weefsel dat op dat moment in ontwikkeling is
eerste 8 weken zwangerschap: embryo is heel vatbaar voor teratogenen
foetale fase: foetus is minder vatbaar voor teratogenen
beïnvloedende factoren tijdens de zwangerschap
positief gezondheidsgedrag
gezonde levenswijze
foliumzuur extra innemen
goede ontwikkeling zenuwstelsel
kleinere kans op afwijking van het zenuwstelsel
beïnvloedende factoren tijdens de zwangerschap
negatief gezondheidsgedrag
alcoholgebruik
foetaal alcoholsyndroom (FAS)
kleine hersenen, groeiachterstand, lagere intelligentie en achterstand in de geestelijke ontwikkeling
drugs
miskraam of vroeggeboorte
vertraagde ontwikkeling en groeiachterstand
baby vertoont na geboorte ontwenningsverschijnselen
roken (actief & passief)
bloedvaten van de placenta vernauwen
CO komt vast te zitten op het hemoglobine
lager geboortegewicht, meers kans op luchtweginfecties, astma & ontwikkelingsachterstand
geneesmiddelen
gevolgen zijn onvoldoende gekend
jaren ‘50: gebruik van softenon tegen ochtendmisselijk
beïnvloedende factoren tijdens de zwangerschap
omgevingsfactoren
röntgenstraling en radioactieve straling kunnen schade toebrengen aan DNA
milieuverontreiniging door zware metalen, pesticiden en hormoon verstorende stoffen kunnen invloed hebben op het ongeboren kind
beïnvloedende factoren tijdens de zwangerschap
ziekteverwekkers
rode hond door rubellavirus
meestal milde ziektesymptomen
zwangere vrouwen kunnen een miskraam krijgen of ernstige afwijkingen bij het kind
meisjes worden voor de puberteit gevaccineerd
toxoplasmose door eencellige parasiet
besmettingen via kat, kattenbak, tuinieren, besmette groenten, water of vlees
ongeboren kind: blindheid, een te kleine hoofd of waterhoofd
cytomegalie door cytomegalovirus
besmetting via lichaamsvocht van jonge kinderen, kleuterleidsters en kinderverzorgsters
ongeboren kind: doofheid, neurale en mentale problemen
verminderen van vruchtbaarheid
anticonceptie: het gebruik van technieken om zwangerschap te voorkomen
soorten anticonceptie
hormonale middelen
niet-hormonale middelen

hormonale anticoncepties
anticonceptie pil of combinatiepil
de vaginale ring
de anticonceptiepleister
de minipil
de prikpil
het hormonaal implantaat
de hormoonspiraal
verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
hormonale anticonceptie
beïnvloeden de cyclus
de anticonceptiepil of combinatiepil
bevat oestrogeen en progesteron
zorgt voor
geen eiersprong
slijmvlies wordt minder goed opgebouwd
verandering van de samenstelling van de slijmprop
21 dagen innemen, maximaal 7 dagen niets innemen
verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
de vaginale ring
de vaginale ring: zelfde werking als de combinatiepil
vaginale ring
inbrengen gelijk een tampon
3 weken met ring
1 week zonder ring
verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
de anticonceptiepleister
de anticonceptiepleiser
3 pleisters, elke week 1
1 week zonder pleister
verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
de minipil
de minipil
enkel progesteron
tijdens de borstvoeding bruikbaar
minder betrouwbaar
minder bijwerkingen
de hele tijd doornemen
verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
de prikpil
progesteronachtige stof
één prik per drie maanden
heel betrouwbaar
minder hevige menstruatie
opstart onregelmatig bloedverlies
eigen hormonale cyclus komt moeilijker terug op gang
verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
het hormonaal implantaat
enkel progesteron
plastiek staafje, binnenkant bovenarm
drie jaar
heel betrouwbaar
eigen hormonale cyclus komt gemakkelijker terug op gang
voelbaar door de huid
verwijdering kan soms lastig zijn

verminderen van vruchtbaarheid (hormonaal)
de hormoonspiraal
T-vormige, flexibel stuk plastiek, in de baarmoeder
baarmoederslijmvlies gaat in rustfase
drie jaar
heel betrouwbaar
eigen hormonale cyclus komt gemakkelijker terug op gang
voelbaar door de huid
verwijdering via de draadjes
niet hormonale anticonceptie
het condoom
de koperspiraal
sterilisatie (man & vrouw)
het condoom
zowel vrouwencondoom als mannencondoom
barrière tussen zaadcel en eicel
goede betrouwbaarheid bij correct gebruik
bescherming tegen SOA’s

de koperspiraal
lijkt op hormonaal spiraal, gedeeltelijk omwonden met koperdraad
koper is giftig voor het embryo
abnormale opbouw baarmoederslijmvlies
5 jaar
werkt onmiddellijk na plaatsing
normale cyclus blijft doorgaan
soms hevigere en pijnlijke menstruatie

sterilisatie (man)
zaadleiders worden doorgeknipt en afgebonden
sperma bevat enkel zaadvocht
hormoonproductie blijft doorgaan
zelfde gevoel bij ejaculatie
zaadcelproductie blijft doorgaan
blijven in de bijbal en worden opgeruimd
niet onmiddellijk steriel; 6 maanden na sterilisatie, controle op zaadcellen in sperma

sterilisatie (vrouw)
eileiders worden doorgeknipt en afgebonden
eicel kan niet meer naar baarmoeder
hormoonproductie blijft doorgaan
cyclus blijft normaal doorgaan
onmiddellijk steriel
natuurlijke methoden
kalendermethode
temperatuurmethode
Billings methode
morning-afterpil of noodpil
koperspiraal
abortus
natuurlijke methode
dag van eisprong achterhalen
geen ingreep en geen bijwerkingen
hele lage betrouwbaarheid
tussen 50 & 230 vrouwen op 1000 worden toch zwanger
rond de eisprong hebben vrouwen namelijk meer zin in seks
eerder nuttig wanneer je wel zwanger wilt worden
kalendermethode
6 tot 12 maanden cyclus bijhouden
vruchtbare periode uitrekenen
langste cyclus min 10 dagen
kortste cyclus min 20 dagen
eerdere nuttig wanneer je wel zwanger wilt worden
temperatuurmethode
elke ochtend voor het opstaan de lichaamstemperatuur meten
na ovulatie is de lichaamstemperatuur 0,5°C hoger
fouten zijn gemakkelijk te maken
ziekte of stress kunnen de lichaamstemperatuur verhogen
billingsmethode
opvolging structuur hoeveelheid vaginaal slijm
rond ovulatie: meer, helder, vloeibaar en rekbaar slijm (zoals eiwit)
rest cyclus: taai en kleverig slijm
morning-afterpil of noodpil
binnen de 72 uur
hoge dosis hormoon
kan invloed hebben op je gezondheid
enkel in nood: verkrachting, scheur van het condoom
koperspiraal
binnen de 5 dagen
innesteling wordt verhinderd
abortus
tot 12 weken na de bevruchting of 14 weken zwangerschap
via abortuspil of curettage
enkel in gespecialiseerde abortusklinieken, gesprekken met psycholoog en wachttijd