dz
Cytoplasma
Vloeistof waarin organellen drijven en waarin chemische reacties plaatsvinden.
Cytoskelet
Netwerk van eiwitvezels dat de celvorm ondersteunt en intracellulaire transport mogelijk maakt
Glad endoplasmatisch reticulum
Speelt een rol in de synthese van lipiden en detoxificatie van schadelijke stoffen.
Mitochondrion
: Zet suikers om in energie (ATP) via celademhaling
Vacuole
Opslag van water, afvalstoffen en voedingsstoffen; behoudt de stevigheid van de cel.
Celwand
Biedt structuur en bescherming, en voorkomt dat de cel barst
Celmembraan
Reguleert het transport van stoffen in en uit de cel; houdt de celinhoud bijeen.
Bladgroenkorrel
Voert fotosynthese uit, waarbij lichtenergie wordt omgezet in glucose.
Golgi-apparaat
Verpakt, modificeert en transporteert eiwitten en lipiden.
Ribosomen
Vormen eiwitten door aminozuren aan elkaar te koppelen
Ruw endoplasmatisch reticulum
Bevat ribosomen; betrokken bij de eiwitsynthese en transport.
Celkern
Bevat DNA; reguleert genexpressie en coördineert celactiviteiten zoals groei en reproductie.
Lysosomen
Breken afvalstoffen en oude celonderdelen af met behulp van enzymen (uniek voor dierlijke cellen).
Centriolen
: Spelen een rol bij de organisatie van de celdeling (mitose).