Week 4B Verbintenissenrecht Burgerlijk Recht 1

Wat zijn de vijf bronnen van verbintenissen?

1. Overeenkomst, art. 6.213 e.v. BW

2. Onrechtmatige daad, art. 6:162 BW

3. Zaakwaarneming, art. 6:198 BW

4. Onverschuldigde betaling, art. 6:203 BW

5. Ongerechtvaardigde verrijking, art. 6:212 BW

Als iets niet een van deze vijf is dan is er geen verplichting omdat het geen basis heeft in het recht

Wat zijn drie beginselen van het contractenrecht/verbintenissenrecht?

1. Autonomie

2. Vormvrijheid

3. Overeenkomsten zijn bindend

Kan je afwijken van regels die zijn bepaald over het goederenrecht? En over het verbintenissenrecht?

Van goederenrecht kan je niet afwijken

Van verbintenissenrecht wel, het is allemaal regelend recht, zodat je niet altijd alles af hoeft te spreken bij een notaris, maar je mag het wel anders afspreken

Wat houdt het beginsel van autonomie in?

Contractsvrijheid

• Vrijheid om (niet) te contracteren

• Vrijheid om inhoud overeenkomst te bepalen

Wat zijn grenzen aan de contractsvrijheid/autonomie?

1. Openbare orde en goede zeden, art. 3:40 lid 1 BW (verkoop baby’s of organen)

2. Dwingend recht ter bescherming van de zwakke partij (zoals consumentenbescherming), art. 3:40 lid 2 BW

Wat houdt het beginsel van vormvrijheid/consensualisme in?

Wilsovereenstemming is voldoende om een verbintenis tot stand te laten komen, art. 3:37 lid 1 BW

Wel uitzonderingen, sommige dingen moeten schriftelijk

Kan iemand een geschonken goed ophalen na het overlijden van degene die schenkt?

Alleen als dit bij notariële akte is opgemaakt, als dit mondeling is overeengekomen dan vervalt dit, art. 7:177 lid 1 BW

Wat is belangrijk bij het beginsel van de bindende kracht van overeenkomsten?

Er zijn wel uitzonderingen, ontbindingsrecht art. 6:2300 BW en art. 7:2 lid 2 BW

Consument kan zonder opgave van redenen binnen een bepaalde termijn koopovereenkomst ontbinden

Wat is nodig voor het sluiten van een overeenkomst?

Aanbod en aanvaarding, art. 6:217 BW

Dit zijn beide rechtshandelingen, waarvoor een op rechtsgevolg gerichte wil door verklaring geopenbaard vereist is, art. 3:33 BW

Mag ook mondeling, art. 3:37 lid 1 BW

Welke twee ‘uitzonderingen’ zijn er op het vereiste van de aanvaarding?

1. Art. 6:160 lid 2 BW, schuldeiser neemt afstand van geldlening terugkrijgen, schuldenaar neemt dit aan als die dit niet onverwijld (direct) heeft afgewezen

2. Art. 7:175 lid 2 BW, schenking, schuldenaar neemt dit aan als die dit niet onverwijld (direct) heeft afgewezen

Wat is de rechtsregel uit Hofland/Hennis?

Het plaatsen van een advertentie is een uitnodiging om in onderhandeling te treden, niet een aanbod wat je direct kan accepteren. Omdat de persoon van de koper relevant is.

Welk arrest is relevant bij het plaatsen van een advertentie?

Hofland/Hennis

Wat is de rechtsregel uit Gemeente Amsterdam/Pullens?

Verbintenissen die uit een overeenkomst voortvloeien moeten voldoende bepaalbaar zijn op grond van art. 6:227 BW

Welk arrest is relevant bij of iets voldoende bepaalbaar is?

Gemeente Amsterdam/Pullens

Wat is wilsontbreken?

Discrepantie tussen wil en verklaring door een interne oorzaak: vergissing, verspreking, verschrijving, misverstand

Wat compenseert gerechtvaardigd vertrouwen?

Wilsontbreken, dus als er geen overeenstemming is tussen wil en verklaring

Art. 3:35 BW en art. 3:11 BW

Wat zijn de twee vereisten voor gerechtvaardigd vertrouwen?

Art. 3:35 BW

1. Vertrouwde die degene tot wie de verklaring was gericht?

2. Mocht die ook vertrouwen?

En art. 3:11 BW

Op welke twee manieren kan een overeenkomst tot stand komen?

1. Door wilsovereenstemming, art. 3:33 BW

2. Door beroep op gerechtvaardigd vertrouwen, art. 3:35 BW

Aan welke twee eisen moet worden voldaan om je te beroepen op een geestelijke stoornis art. 3:34 BW?

1. Feitelijk onbekwaam tijdens handelen (bewijs dat je de stoornis toen had)

2. Belette redelijke waardering belangen óf overeenkomst is onder stoornis gesloten → wordt vermoed als rechtshandeling nadelig is