biologie periode 1 havo 5

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
full-widthPodcast
1
Card Sorting

1/83

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

84 Terms

1
New cards

Stofwisseling

Het omzetten van stoffen in andere stoffen

2
New cards

Zuurstof

Element dat in organismen altijd deel uitmaakt van organische moleculen

3
New cards

Energie

Nodig om de bindingen tussen koolstof- en waterstofatomen tot stand te brengen; komt vrij bij het verbreken van de bindingen

4
New cards

Chemische energie

Energie die in de bindingen tussen atomen van stoffen is opgeslagen

5
New cards

Glucose

Organische stof die als brandstof en als bouwstof belangrijk is voor de stofwisseling

6
New cards

Brandstof

Voedingsstof die energie kan leveren bij de dissimilatie (verbranding)

7
New cards

Bouwstof

Voedingsstof die wordt gebruikt voor de vorming van organische moleculen bij de voortgezette assimilatie

8
New cards

Assimilatie

Opbouw van organische moleculen uit kleinere moleculen

9
New cards

Dissimilatie

Afbraak van grote organische moleculen tot kleinere moleculen

10
New cards

Warmte

Een van de vormen waarin energie bij dissimilatie vrijkomt

11
New cards

Kinetische energie

Bewegingsenergie van deeltjes of voorwerpen

12
New cards

Koolstofdioxide

Stof waaruit samen met water bij koolstofassimilatie glucose wordt gevormd

13
New cards

Koolstofassimilatie

De vorming van glucose uit koolstofdioxide en water

14
New cards

Fotosynthese

Proces waarbij planten en cyanobacteriën lichtenergie gebruiken voor de vorming van glucose

15
New cards

Lichtenergie

Wordt bij fotosynthese door planten en cyanobacteriën gebruikt voor de vorming van glucose

16
New cards

Voortgezette assimilatie

Proces waarbij grote organische moleculen met veel energierijke bindingen ontstaan

17
New cards

ATP

Energiedragermolecuul dat bestaat uit adenosine en drie fosfaatgroepen

18
New cards

Adenosinetrifosfaat

Energiedragermolecuul dat bestaat uit adenosine en drie fosfaatgroepen

19
New cards

ADP

Energiedragermolecuul dat bestaat uit adenosine en twee fosfaatgroepen

20
New cards

Adenosinedifosfaat

Energiedragermolecuul dat bestaat uit adenosine en twee fosfaatgroepen

21
New cards

Enzymen

Eiwitten die chemische omzettingen katalyseren (mogelijk maken of versnellen)

22
New cards

Katalyseren

Chemische omzettingen mogelijk maken of versnellen

23
New cards

Substraat

Stof waarop een enzym inwerkt

24
New cards

Enzym-substraatcomplex

Ontstaat wanneer een substraatmolecuul aan een enzymmolecuul bindt

25
New cards

Optimumkromme

Diagram dat het verband tussen bijvoorbeeld de temperatuur en de enzymactiviteit weergeeft

26
New cards

pH

Zuurgraad

27
New cards

Bladgroen

Pigment dat energie uit licht kan opnemen en omzetten

28
New cards

Bladgroenkorrels

Bevatten bladgroen en enzymen waardoor fotosynthese kan plaatsvinden

29
New cards

Koolhydraten

Moleculen die zijn opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof en in de cel vooral een functie als bouwstof, brandstof en reservestof hebben

30
New cards

Sachariden

Moleculen die zijn opgebouwd uit koolstof, waterstof en zuurstof en in de cel vooral een functie als bouwstof, brandstof en reservestof hebben

31
New cards

Reservestof

Stof die kan dienen als brandstof, warmte-isolator en bouwstof

32
New cards

Monosachariden

Enkelvoudige suikers, bevatten vijf of zes C-atomen, bijvoorbeeld glucose, galactose en fructose

33
New cards

Disacharide

Verbinding van twee monosachariden, bijvoorbeeld maltose, lactose (melksuiker) en sacharose (riet- of bietsuiker)

34
New cards

Polysachariden

Verbindingen van vele monosachariden, bijvoorbeeld zetmeel, glycogeen en cellulose

35
New cards

Zetmeel

Polysacharide die in de bladgroenkorrels en zetmeelkorrels van plantaardige cellen wordt opgebouwd uit ongeveer zesduizend glucosemoleculen; reservestof

36
New cards

Glycogeen

Polysacharide die bij dieren in de lever en in spieren wordt gevormd; bestaat uit meer dan twintigduizend glucosemoleculen en is sterk vertakt; reservestof

37
New cards

Cellulose

Polysacharide die het hoofdbestanddeel is van de celwanden van planten; door de binding tussen de glucosemoleculen vormen enkele tientallen cellulosemoleculen samen een stevige structuur

38
New cards

Eiwitten

Ketens van enkele tientallen tot meer dan duizend aminozuren

39
New cards

Aminozuur

Centraal C-atoom met daaraan gebonden een aminogroep (NH2), een carboxygroep (COOH), een H-atoom en een restgroep (R) die typerend is voor het aminozuur

40
New cards

Primaire structuur

Niveau van ruimtelijke bouw van een eiwitmolecuul dat wordt bepaald door de typen aminozuren die erin voorkomen en de volgorde waarin deze aminozuren voorkomen

41
New cards

Secundaire structuur

De spiraalvorm (helix) van een eiwit die ontstaat doordat de meeste aminozuren bij hun binding een bepaalde hoek ten opzichte van elkaar maken

42
New cards

Tertiaire structuur

De specifieke vorm van een eiwit die ontstaat doordat de spiraalstructuur op een bepaalde manier wordt 'opgevouwen' door de vorming van waterstofbruggen en zwavelverbindingen

43
New cards

Quaternaire structuur

De manier waarop meerdere polypeptideketens samen één eiwit vormen; de uiteindelijke vorm is bepalend voor de functie van een eiwit

44
New cards

Vetten

Verbindingen met de elementen C, O en H; veel vetten zijn triglyceriden, die worden gevormd doordat drie vetzuurmoleculen zich binden aan een glycerolmolecuul

45
New cards

Glycerol

Verbinding van drie C-atomen waaraan drie OH-groepen zijn gebonden

46
New cards

Vetzuren

Bestaan uit lange ketens van CH2-groepen met aan het eind daarvan een carboxygroep (COOH)

47
New cards

Fosfolipiden

Bij fosfolipiden is één vetzuur van het triglyceride vervangen door een fosfaatgroep

48
New cards

Energievoorziening

De belangrijkste brandstof die zorgt voor de energievoorziening in cellen is glucose

49
New cards

Aerobe dissimilatie

Dissimilatie van glucose met zuurstof

50
New cards

Verbranding

Dissimilatie van glucose met zuurstof

51
New cards

Anaerobe dissimilatie

Dissimilatie van glucose zonder zuurstof

52
New cards

Gisting

Dissimilatie van glucose zonder zuurstof

53
New cards

Alcohol

Stof die bij gisting kan ontstaan en die veel chemische energie bevat

54
New cards

Melkzuur

Stof die bij gisting kan ontstaan; ontstaat in een zuurstofarme omgeving doordat melkzuurbacteriën glucose afbreken

55
New cards

Beperkende factor

De factor die het minst gunstig is (en daardoor de snelheid van een proces bepaalt)

56
New cards

Voedingsstoffen

Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, mineralen en vitaminen

57
New cards

Niet-essentiële aminozuren

Aminozuren die de meeste mensen zelf kunnen maken als ze niet voldoende in het voedsel voorkomen

58
New cards

Essentiële aminozuren

Aminozuren die in het voedsel moeten voorkomen, omdat mensen die niet of in onvoldoende hoeveelheden zelf kunnen vormen

59
New cards

Cholesterol

Een vet dat vooral wordt aangemaakt door de lever; komt voor in celmembranen en wordt gebruikt bij de productie van hormonen, gal en vitamine D

60
New cards

Verteringsproducten

Kleine moleculen die het resultaat zijn van de afbraak van grote organische moleculen uit de voedselbrij

61
New cards

Kringspieren

Type spieren die bij darmperistaltiek afwisselend met lengtespieren samentrekken

62
New cards

Lengtespieren

Type spieren die bij darmperistaltiek afwisselend met kringspieren samentrekken

63
New cards

Darmperistaltiek

Het afwisselend samentrekken van kringspieren en lengtespieren in de wand van het darmkanaal waardoor de voedselbrij wordt voortgeduwd, gekneed en gemengd met de verteringssappen

64
New cards

Verteringssappen

Worden aan de voedselbrij afgegeven door verteringsklieren en bevatten enzymen

65
New cards

Mechanische vertering

Kauwen van voedsel met je gebit en kneden en mengen van de voedselbrij door de darmperistaltiek

66
New cards

Chemische vertering

De bewerking van voedsel door enzymen

67
New cards

Slokdarm

Gedeelte van het verteringsstelsel dat voedsel vervoert van de keelholte naar de maag

68
New cards

Maag

Gedeelte van het verteringsstelsel waarin voedsel tijdelijk wordt opgeslagen en verteerd

69
New cards

Twaalfvingerige darm

Eerste gedeelte van de dunne darm waarin de afvoerbuizen van de lever en de alvleesklier uitmonden

70
New cards

Lever

Orgaan dat gal produceert

71
New cards

Gal

Wordt uitgescheiden door de lever en bevat galkleurstoffen en galzouten

72
New cards

Galblaas

Tijdelijke opslagplaats voor gal

73
New cards

Emulgeren

Verdelen van grote druppels in het voedsel in kleine druppeltjes

74
New cards

Alvleesklier

Orgaan dat alvleessap produceert

75
New cards

Enzymen voor eiwitvertering

Eiwitten die andere eiwitten tot afzonderlijke aminozuurmoleculen afbreken

76
New cards

Enzymen voor koolhydraatvertering

Eiwitten die moleculen van polysachariden en disachariden in monosachariden splitsen

77
New cards

Enzymen voor vetvertering

Eiwitten die vetmoleculen tot afzonderlijke glycerolmoleculen en vetzuurmoleculen verteren

78
New cards

Speekselklieren

Klieren die een tot anderhalve liter speeksel per etmaal produceren

79
New cards

Dunne darm

Deel van het darmkanaal waar veel voedingsstoffen uit de voedselbrij worden opgenomen in het bloed

80
New cards

Darmvlokken

Uitstulpingen op de darmplooien in de dunne darm

81
New cards

Resorptie

Opname van stoffen uit de darmwand

82
New cards

Dikke darm

Deel van het darmkanaal waar veel water en mineralen uit de voedselresten worden opgenomen in het bloed

83
New cards

Darmbacteriën

Bacteriën in de dikke darm die nuttige stoffen produceren, waaronder vitaminen en enzymen voor de afbraak van stoffen die door verteringsenzymen van de mens niet worden verteerd

84
New cards

Endeldarm

Deel van het darmkanaal waarin onverteerde voedselresten worden verzameld

Explore top flashcards

AP PSYCH Unit 8
Updated 939d ago
flashcards Flashcards (117)
Crayfish Labeling
Updated 961d ago
flashcards Flashcards (21)
History 222 Midterm
Updated 623d ago
flashcards Flashcards (32)
Master Verbs List
Updated 224d ago
flashcards Flashcards (142)
exam 2
Updated 39m ago
flashcards Flashcards (112)
AP PSYCH Unit 8
Updated 939d ago
flashcards Flashcards (117)
Crayfish Labeling
Updated 961d ago
flashcards Flashcards (21)
History 222 Midterm
Updated 623d ago
flashcards Flashcards (32)
Master Verbs List
Updated 224d ago
flashcards Flashcards (142)
exam 2
Updated 39m ago
flashcards Flashcards (112)