Basisbegrippen in de natuurkunde

Flashcards met basisbegrippen uit de natuurkunde, inclusief definities.

massa

De hoeveelheid materie in een object, gemeten in kilogram (kg).

lengte

De afstand tussen twee punten, gemeten in meters (m).

massa

De hoeveelheid materie in een object, gemeten in kilogram (kg).

lengte

De afstand tussen twee punten, gemeten in meters (m).

straal

De afstand van het middelpunt van een cirkel naar de rand, gemeten in meters (m).

oppervlakte

De maat van het oppervlak van een figuur, gemeten in vierkante meters (m²).

volume / inhoud

De ruimte die een object inneemt, gemeten in kubieke meters (m³) of liters.

positie

De plaats van een object in de ruimte, gemeten in meters (m).

verplaatsing

De verandering van positie, gemeten in meters (m).

tijdstip

Een bepaald moment in de tijd, gemeten in seconden (s).

tijdsduur

De lengte van de tijdsperiode, gemeten in seconden (s).

snelheid

De afstand afgelegd per tijdseenheid, gemeten in meter per seconde (m/s).

kracht

Een interactie die een verandering in beweging teweegbrengt, gemeten in newton (N).

energie

Het vermogen om arbeid te verrichten, gemeten in joule (J).

temperatuur (in K)

Een maat voor de thermische energie van een systeem, gemeten in kelvin (K).

temperatuur (in °C)

Een maat voor de warmte of kou van een object, gemeten in graden Celsius (°C).

hoeveelheid warmte

De thermische energie die wordt uitgewisseld, gemeten in joule (J).

druk

De kracht per oppervlakte-eenheid, gemeten in Pascal (Pa).