1/33
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
betrouwbaarheid
mate waarin je consistent iets meet, mate waarin metingen herhaalbaar zijn
- Geeft info over het feit dat je al dan niet iets (achterliggende eigenschap) meet
- consistentie, herhaalbaarheid, systematiek
- Noodzakelijke, maar geen voldoende voorwaarde voor validiteit van een test
lage betrouwbaarheid
testresultaat geeft vooral meetfouten en toevalligheden weer (<-> iets dat je consistent meet)
validiteit
mate waarin een test aan zijn doel beantwoordt
- Gaat over doel en waarde in gebruik
- nuttigheid, voorspellend vermogen, accuraatheid,...
Meet het wat je WIL meten
validiteit: kenmerken (2)
1. Mate waarin test aan zijn doel beantwoordt
- Dus geen eigenschap van de test op zich, Verschillende doelen, dus verschillende vormen van validiteit
2. Mate waarin het gerechtvaardigd is om uitspraken te doen over persoon, die verder gaat dan geobserveerd gedrag
Valideringsproces
Antwoord zoekenen op:
mate waarin test aan zijn doel beantwoord
mate waarin het gerechtvaardigd is om uitspraken te doen over de persoon, die verder gaan dan geobserveerd gedrag
Predictieve validiteit
test als voorspeller van ander gedrag dat buiten de test ligt (voorspellen)
Op basis van kennis van gegevens (om items te vormen) waarvan we veronderstellen dat ze met ander gedrag/prestatie samenhangen
Gaat minder over wat we precies meten, meer over wat we knn voorspellen
r(test,criterium)
begripsvaliditeit
test als operationalisering van een psychologisch begrip (vaststellen)
Meten van capaciteit, trek, attitude, ... die de antwoorden op de test bepalen
<-> minder over wat we kunnen voorspellen, meer over wat we precies meten
Begrijpen en beschrijven van persoon in psychologische termen
Relaties met operationaliseringen van andere begrippen of van te voorspellen criterium
r(test A, test A’)
r(test,gedrag)
Evidentie bij begripsvalidering
Empirische gegevens:
correlaties: r(test 1, test 2) of r(test,gedrag)
experimenten of r(test,gedrag) in specifieke situatie
Itemanalyse
factoranalyse (maar naast structuur ook nog aantonen v samenhang met psych begrip)
Andere visie op onderscheid predictieve- & begripsvaliditeit
predictieve als vorm van begrips? (criterium moet zinville betekenis hebben om iets te kunnen zeggen over test)
als iets continu?
empirische evidentie: samenhang v correlaties
Discriminante validering
Vorm van begripsvalidering:
Verwerpen van een alternatieve hypothese over wat de test meet
Confirmerende validering
Vorm van begripsvalidering:
Bevestigen oorspronkelijke hypothese over wat de test meet
Predictive validity in enge zin
predictieve validiteit: predictie → r(test,criterium op later tijdstip)
Predictieve validiteit: predictie
een vorm van validiteit van een test of meting waarmee wordt aangegeven in hoeverre een test een criterium buiten de test kan voorspellen in de toekomst
Predectieve validiteit: paradictie
een vorm van validiteit van een test of meting waarmee wordt aangegeven in hoeverre een test een criterium buiten de test kan voorspellen in het heden
Predectieve validiteit: postdictie
een vorm van validiteit van een test of meting waarmee wordt aangegeven in hoeverre een test een criterium buiten de test kan voorspellen in het verleden
Concurrente validiteit
Gelijktijdige validiteit
Cf. paradictie
r(test, gelijkaardig beschikbaar criterium)
Verschil concurrente validiteit en predictieve validiteit in enge zin
Afh in moment dat je meting doet
je kan het zien als 2 soorten predictieve validiteit
predictieve: niet-gelijktijdig criterium (op later tijdstip)
concurrent: gelijktijdig
Constructvaliditeit
Pleidooi voor het zoeken naar de interpretatie van testgedrag op zich
- welke psychologische begrippen (hypothetical constructs) worden door test gemeten?
Hier: als deel v betekenisanalyse (hypothesevorming) (←→ begripsvalidering)
betekenisanalyse
Analyse van wat test allemaal inhoudt van psychologische variabelen, interpretatie
Welke eigenschappen spelen rol in testprestatie?
Onderdeel van begripsvalidering: komt als stap 1: de theorie erachter, constructvaliditeit
Constructvaliditeit: 3 stappen bij begripsvalidering
1. Welke eigenschappen spelen rol in testprestatie? (betekenisanalyse)
Constructvalidering/betekenisanalyse als onderdeel van begripsvalidering
theorie / verklaring voor test gedrag
2. Afleiden van toetsbare hypothese
3. Empirisch onderzoek
Begripsvaliditeit als er empirische evidentie is voor de interpretatie
empirie
Inhoudsvaliditeit / content validity
representativiteit van items voor het domein (= populatie items)
Typisch voorbeeld: studietoetsen - maar geldt voor alle testen
Op basis van expertoordelen: Argumentatieve validiteit en Subjectief (➔ face validity)
Omschrijving domein en toetsmatrijs opstellen
statistisch toetsbaar?: r(testscore, domeinscore)
vaak niet praktisch vaststelbaar
evidentie/berekening van inhoudsvaliditeit
indruksvaliditeit (maar geen wet basis)
omschrijving van het te toetsen domein
expertoordelen over de items
r(testscore,domeinscore) (maar vaak praktisch onhaalbaar)
Synthetische validiteit
mate waarin geheel voorspelbaar is op basis van de delen
analyseren
(Stap 1 van synthetische validiteit)
Opsplitsen criterium in deelaspecten (functie-elementen)
componentiële analyse (welke componenten nodig om te voorspellen)
Verwant aan betekenisanalyse, alleen gaat het hier niet over de inhoud van de test maar de inhoud van de functie
Componentiële analyse
welke componenten nodig om te voorpellen (of bvb iemand goede postbode kan worden)
Onderdeel van ‘analyseren’ bij synthetische validiteit
Synthetiseren
(Stap 2 van synthetische validiteit)
Obv voorspelling op elk deelaspect wordt voorspelling voor hele functie gesynthetiseerd
Verwant aan predictieve validiteit
Synthetische validiteit: 2 stappen
Stap 1: analyseren
Stap 2: synthetiseren
Incremental validity
toegevoegde waarde van test
mate van verbetering voorspelling met deze test in vergelijking met voorspelling obv andere informatie
r(test, criterium) > r(andere gegevens, criterium)
vb. slaagkans voorspellen op basis van resultaten middelbaar beter voorspellend dan resultaat selectieproef?
Congruent validity/soortgenotenvaliditeit
Mogelijk onderdeel van begripsvalidering (confirmerende)
r(test, andere test die zelfde eigenschap meet)
Face validity
Subjectieve indruk van leek (buitenstaander) met betrekking tot
r(test, criterium) - predictieve waarde
Het gemeten begrip, hetgeen gemeten wordt
Maar: geldt niet als wetenschappelijke basis!
validiteiten die vallen onder Begripsvaliditeit (2)
1. constructvaliditeit
2. soortgenotenvaliditeit/congruent validity
validiteiten die vallen onder Predictieve validiteit (3)
1. concurrente/gelijktijdige validiteit
2. synthese validiteit (→ analyseren & synthetiseren)
3. incremental validity
validiteit dat valt onder Inhoudsvaliditeit (1)
indruksvaliditeit (maar geldt niet als wet. basis)
empirische evidentie van inhoudsvaliditeit
argumentatieve validiteit