Menselijke biologie H3 Flashcards

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
0.0(0)
full-widthCall Kai
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
GameKnowt Play
Card Sorting

1/53

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Flashcards om de belangrijkste concepten van Menselijke Biologie H3 te herzien.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

54 Terms

1
New cards

Eencellige organismen

Organismen die bestaan uit één cel, met een eenvoudig en ongecompliceerd leven, maar volledig overgeleverd aan hun omgeving.

2
New cards

Meercellige organismen

Organismen die functies uitvoeren die geen enkele cel alleen kan uitvoeren, met een grotere omvang en de mogelijkheid om hun externe omgeving op te zoeken/behouden.

3
New cards

Weefsels

Groepen gespecialiseerde cellen die qua structuur vergelijkbaar zijn en gemeenschappelijke functies vervullen.

4
New cards

Epitheelweefsels

Wefsels die bestaan uit cellagen die verschillende oppervlakken en lichaamsholten bekleden en bedekken.

5
New cards

Klieren

Epitheelweefsels die gespecialiseerd zijn om producten te synthetiseren en uit te scheiden.

6
New cards

Exocriene klieren

Klieren die producten afscheiden in een hol orgaan of kanaal (bv: zweetklieren).

7
New cards

Endocriene klieren

Klieren die hormonen afscheiden in de bloedbanen (bv: schildklier).

8
New cards

Squamous epithelium (plaveisepitheel)

Bestaat uit 1 of meer lage afgeplatte cellen en vormt de buitenste oppervlakte van de huid en bekleedt de binnenkant van de bloedvaten, longen, mond, keel en vagina.

9
New cards

Cuboidal epithelium (kubusvormig epitheel)

Bestaat uit kubusvormige cellen en vormt de niertubuli en bedekt de oppervlakken van de eierstokken.

10
New cards

Columnar epithelium (zuilvormig epitheel)

Bestaat uit hoge, rechthoekige (kolomvormige) cellen en bekleedt delen van het spijsverteringsstelsel, bepaalde voortplantingsorganen en het strottenhoofd.

11
New cards

Slijmbekercellen

Cellen in het kolomepitheel die een dikke vloeistof uitscheiden dat de weefsels smeert en bacteriën, virussen en irriterende deeltjes vasthoudt.

12
New cards

Simple epitheel

Bestaat uit één laag en is zo dun dat moleculen er gemakkelijk doorheen kunnen.

13
New cards

Gestratificeerd epitheel

Bestaat uit meerdere lagen of strata, is dikker en biedt bescherming voor onderliggende cellen.

14
New cards

Basismembraan

Ondersteunende niet-cellulaire laag die zich onder de cellen van het epitheelweefsel bevindt en waarmee epitheelcellen verankerd zijn aan het sterkere bindweefsel.

15
New cards

Tight junctions

Sluiten het plasmamembranen van aangrenzende cellen zo strak af dat er niets tussen de cellen kan passeren.

16
New cards

Adhesion junctions

Ook wel ‘spot desmosomen’, losser van structuur. Eiwitfilamenten van adhesieverbindingen zorgen voor enige beweging tussen cellen zodat de weefsels kunnen uitrekken en buigen.

17
New cards

Gap junctions

Vertegenwoordigen verbindingskanalen gemaakt van eiwitten die de beweging van ionen of water tussen aangrenzende cellen mogelijk maken.

18
New cards

Bindweefsel

Weefsels die zachtere organen tegen de zwaartekracht in ondersteunen, lichaamsdelen met elkaar verbinden, vet opslaan en bloedcellen produceren. Het grootste deel bestaat uit niet-levend extracellulair materiaal.

19
New cards

Vezelig bindweefsel

Bindweefsel dat instaat voor de verbindingen tussen verschillende lichaamsdelen en zorgt voor kracht, ondersteuning en flexibiliteit.

20
New cards

Collageen vezels

Gemaakt uit eiwitten, geven kracht en zijn enigszins flexibel.

21
New cards

Elastische vezels

Dunne opgerolde vezels, gemaakt uit eiwit elastine, kunnen uitrekken zonder te breken.

22
New cards

Reticulaire vezels

Dunne collageenvezels die met elkaar verbonden zijn en een intern structureel raamwerk vormen voor sommige zachte organen (lever, milt, lymfeklieren).

23
New cards

Fibroblasten

Cellen die verantwoordelijk zijn voor het produceren en afscheiden van eiwitten die collageen-, elastische en reticulaire vezels vormen.

24
New cards

Los bindweefsel/ areolair binweefsel

Meest voorkomende type. Omringt interne organen, spieren en bloedvaten. Het bevat een paar collageenvezels en elastische vezels in geen bepaald patroon waardoor het veel flexibiliteit heeft, maar wel slechts een bescheiden hoeveelheid kracht.

25
New cards

Dicht bindweefsel

Wordt gevonden in pezen, ligamenten en onderste huidlagen. Heeft meer collageenvezels die voornamelijk in één richting zijn georiënteerd en is het sterkste bindweefsel bij rekken in richting van de vezels.

26
New cards

Elastisch bindweefsel

Is rond organen die regelmatig van vorm of grootte moeten veranderen (bv: maag, blaas, stembanden) en heeft een hoog aantal elastische vezels.

27
New cards

Reticulair bindweefsel/ lymfoïde weefsel

Interne raamwerk van zachte organen (lever, lymfeklieren, milt, amandelen).

28
New cards

Kraakbeen

Overgangsweefsel waaruit bot ontwikkelt wordt. Het behoudt de vorm van bepaalde lichaamsdelen, beschermt en dempt gewrichten en scheidt en dempt bijvoorbeeld de ruggengraat.

29
New cards

Botten

Gespecialiseerd bindweefsel met slechts enkele levende cellen waarvan de matrix bestaat uit harde minerale afzettingen van calcium en fosfaat.

30
New cards

Bloed

Bestaat uit cellen gesuspendeerd in een vloeibare matrix die plasma wordt genoemd. Wordt beschouwd als bindweefsel omdat het bestaat uit cellen gevormd uit stamcellen van bot.

31
New cards

Vetweefsel

Los bindweefsel dat zeer gespecialiseerd is in vetopslag.

32
New cards

Spierweefsel

Weefsel dat bestaat uit cellen die gespecialiseerd zijn om in te korten of samen te trekken, wat resulteert in een of andere vorm van beweging.

33
New cards

Skeletspieren

Zijn verbonden met pezen, die zich hechten aan botten. Als ze samentrekken, gaan lichaamsdelen bewegen. Zijn vrijwillige spieren door bewuste controle over de activiteit ervan.

34
New cards

Hartspieren

Alleen te vinden in het hart. Individuele cellen zijn vele korter en hebben maar één celkern. Het zijn onvrijwillige spieren die ritmisch en geheel zelfstandig samentrekken zonder bewustzijn en zonder aansturing van zenuwen.

35
New cards

Gladde spieren

Omringt holle organen en buizen, zoals bloedvaten, spijsverteringskanaal, baarmoeder en blaas. Het zijn onvrijwillige spieren en samentrekkingen ervan zijn niet bewust te beheersen.

36
New cards

Zenuwweefsel

Weefsel dat voornamelijk bestaat uit cellen die gespecialiseerd zijn in het opwekken en doorgeven van elektrische impulsen doorheen het hele lichaam. Het vormt communicatienetwerk voor het lichaam.

37
New cards

Neuron

Zenuwweefselcellen die elektrische impulsen opwekken en doorgeven.

38
New cards

Gliacellen

Geven geen elektrische impulsen door, ondersteunende rol door neuronen te omringen en te beschermen en ze van voedingsstoffen te voorzien.

39
New cards

Organen

Structuren die zijn samengesteld uit twee of meer weefseltypen die met elkaar verbonden zijn en die een specifieke functie of functies vervullen.

40
New cards

Orgaansystemen

Groepen organen die samen een brede functie vervullen die belangrijk is voor het overleven van individueel organisme of een soort.

41
New cards

Weefselmembranen

Bestaat uit een laag bindweefsel en een laag epitheelcellen (eentje niet!). Bekleden elke lichaamsholte en vormen onze huid.

42
New cards

Sereuze membranen

Lijnen en smeren interne lichaamsholten om wrijving tussen interne organen te verminderen.

43
New cards

Slijmvliezen

Bekleden de luchtwegen, het spijsverteringskanaal en de voortplantingskanalen die open zijn naar de buitenkant van het lichaam.

44
New cards

Synoviale membranen

Bekleden de zeer dunne holtes tussen botten in beweegbare gewrichten en scheiden een waterige vloeistof uit dat het gewricht smeert.

45
New cards

huidmembraan

Onze buitenbekleding en heeft verschillende functies (zie verder).

46
New cards

Integumentaire systeem

Huid en bijhorende structuren zoals nagels, haar en klieren.

47
New cards

Epidermis

Buitenste laag epitheelweefsel van de huid.

48
New cards

Dermis

Binnenste laag epitheelweefsel van de huid.

49
New cards

Hypodermis

Ondersteunende laag van de huid en bestaat uit los bindweefsel met daarin vetcellen.

50
New cards

Keratinocyten

Meest talrijke soort cellen in de epidermis. Ze produceren een taai, waterdicht eiwit genaamd keratine.

51
New cards

Melanocyten

Minder talrijke soort cellen in de epidermis. Ze produceren donkerbruin pigment (melanine) dat wordt opgepikt en opgeslagen door de nabijgelegen keratinocyten.

52
New cards

Papillen

Kleine uitsteeksels op het oppervlak van de dermis. Deze bevatten sensorische zenuwuiteinden en kleine bloedvaten.

53
New cards

Talgklieren

Olieklieren, scheiden een olieachtige vloeistof af die de huid en het haar bevochtigd en verzacht.

54
New cards

Zweetklieren

Produceren zweet (waterige vloeistof die opgeloste ionen bevat, kleine hoeveelheden metabolisch afval en een antibiotica peptide, nl. dermicidin), helpt lichaamstemperatuur te regelen en beschermt tegen bacteriën.