Frans B boek klas 3vwo
commander
bestellen
échanger
omwisselen, ruilen
choisir
kiezen
boire
drinken
prendre
nemen
j’aimerais
ik zou graag willen 1
je voudrais
ik zou graag willen 2
le repas
de maaltijd
l’entrée
het voorgerecht
le plat (principal)
het (hoofd)gerecht
le dessert
het toetje
la boisson
het drankje
la nourriture
het eten
la table
de tafel
midi
12 uur ‘s middags
le sandwich
het broodje
la crêpe
de pannenkoek
la bouteille
de fles
la salade
de salade
j’ai faim
ik heb honger
j’ai soif
ik heb dorst
pas de problème
geen probleem
le fromage
de kaas
le lait
de melk
le poulet
de kip
le jambon
de ham
le poisson
de vis
le sucre
de suiker
l’eau
het water
les fruits
het fruit
le pain
het brood
le yaourt
de yoghurt
la viande
het vlees
le gout
de smaak
manger
eten
servir
bedienen
on vend
men verkoopt
la manière
de manier
le pays
het land
la ville
de stad
le village
het dorp
il/elle est né(e)
hij/zij is geboren
même
zelfs, ook nog
toujours
altijd, nog steeds
comme
zoals
aujourd’hui
vandaag, tegenwoordig
mettre la table
de tafel dekken
l’assiette
het bord
la cuillère
de lepel
la fourchette
de vork
le couteau
het mes
la moutarde
de mosterd
le ketchup
de ketchup
la sauce
de saus
demander
vragen
apporter
brengen
le verre
het glas
la serviette
het servetje
le sel
het zout
le poivre
de peper
le client
de klant
la cuisine
de keuken
assez
nogal
encore
nog, nog meer
grâce à
dankzij
surtout
vooral
d’abord
eerst
après
na, daarna
la bouche
de mond
le corps
het lichaam
bouger
bewegen
faire une promenade
een wandeling maken
le feu
het vuur
le son
het geluid
l’histoire
het verhaal
fêter
vieren
le monde entier
de hele wereld
sortir
uitgaan, komen uit
le boulanger
de bakker
la pâtisserie
het gebak, de banketbakkerij