Flashcards Hoofdstuk 8

Flashcards met definities van grammatica termen.

Bijstelling

Een extra stuk informatie direct na een zelfstandig naamwoord, zonder een werkwoord.

Puntkomma (;)

Tussen zinnen die bij elkaar horen of in een verticale opsomming.

Dubbele punt (:)

Voor een opsomming, uitleg, aankondiging, citaat of gedachte.

Beperkende bijzin

Een bijzin die de betekenis van het hoofdwoord bepaalt, niet weglaatbaar.

Uitbreidende bijzin

Een bijzin die extra informatie geeft, vaak weglaatbaar.

Beknopte bijzin

Een bijzin zonder onderwerp, met een deelwoord of infinitief.

Gedachtestreepje (-)

Met spaties aan beide kanten, soms ook aan het einde van een zin.

Koppelteken (-)

Zonder spaties, bv. in samenstellingen.

Komma's bij opsommingen

Horizontale opsomming of bij bijstellingen.

Bijvoeglijke bijzin

Een bijzin die iets zegt over een zelfstandig naamwoord.