Nederlands begrippen (examen havo) | Quizlet

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/99

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

100 Terms

1
New cards

aanbeveling

goede raad of advies

2
New cards

aanleiding

omstandigheid of gebeurtenis die de schrijver ertoe heeft gebracht zijn tekst te schrijven

3
New cards

activeren

aansporen tot handelen

4
New cards

afweging

de schrijver weegt voor- en nadelen of mogelijke oplossingen tegen elkaar af en maakt zo een keuze

5
New cards

amuseren

vermaken

6
New cards

analogie

overeenkomst

7
New cards

anekdote

kort, kenmerkend of grappig verhaal

8
New cards

argument

een uitspraak waarmee de schrijver een standpunt onderbouwt

9
New cards

argumentatie schema

samenhang tussen standpunt en argumenten

10
New cards

Argumentum ad hominem

arugment van persoonlijke aanval

11
New cards

beantwoording

antwoord op gestelde vraag

12
New cards

bedenking

bezwaar, tegenwerping

13
New cards

beeldspraak

figuurlijk taalgebruik

14
New cards

begripsomschrijving

nauwkeurige omschrijving van een bepaalde term, definitie

15
New cards

beoordeling

de schrijver geeft een positief of negatief oordeel over een onderwerp

16
New cards

beschouwing

Tekst waarin een onderwerp van verschillende kanten wordt bekeken.

17
New cards

betoog

tekst met een duidelijk standpunt, dat met voldoende steekhoudende argumentatie wordt gerechtvaardigd; zeer subjectief, bedoeld om te overtuigen

18
New cards

bewering

mening, stelling

19
New cards

bewijs

toon aan dat iets juist is

20
New cards

bezwaar

bedenking, tegenwerping

21
New cards

causaliteit

verband tussen oorzaak en gevolg

22
New cards

centrale stelling

standpunt dat in een betoog wordt verdedigd

23
New cards

citeren

een stukje tekst letterlijk aanhalen

24
New cards

conclusie

gevolgtrekking

25
New cards

consistentie

bij elkaar passen of met elkaar overeenstemmen van verstrekte gegevens, logische opbouw van redenering

26
New cards

consitent

logisch opgebouwd wat betreft de gebruikte argumenten

27
New cards

constatering

vaststelling

28
New cards

defenitie

omschrijving

29
New cards

doelstelling

wat iemand wil bereiken

30
New cards

drogredenen

argumenten die verkeerd zijn gebruikt en daarom fout moeten worden genoemd

31
New cards

eigen woorden

iets weergeven zonder een zin of zinsgedeelte letterlijk aan te halen

32
New cards

expliciet

uitdrukkelijk

33
New cards

factor

medebepalend deel, mede oorzaak

34
New cards

framing

poging van de schrijver de mening of emotie te beinvloeden

35
New cards

functiewoorden

Woorden die duidelijk maken welke functie een tekstgedeelte heeft.

36
New cards

generalistaite

een drogreden

37
New cards

gevoelswaarde

mening of gevoel van de schrijver met betrekking tot het onderwerp

38
New cards

gevolg

iets dat door iets anders gebeurt

39
New cards

hoofdgedachte

het belangrijkste wat de schrijver vertelt geformuleerd in één zin

40
New cards

hoofdvraag

kernachtige omschrijving van de vraag die in een tekst centraal staat

41
New cards

hyperbool

overdrijving

42
New cards

hypothese

te bewijzen veronderstelling

43
New cards

impliciet

inbegrepen, onuitgesproken

44
New cards

informeren

gegevens verstrekken

45
New cards

intentie

bedoeling

46
New cards

ironie

milde spot

47
New cards

karakterisering

de voornaamste kenmerken van een verschijnsel

48
New cards

kopje

titel boven een of meer alinea's

49
New cards

middel

de manier om een doel te bereiken

50
New cards

moralistisch

oordelend vanuit een opvatting over wat goed en fout is

51
New cards

neutraal

niet voor en niet tegen

52
New cards

nevenschikking

naast elkaar gebruiken van verschillende, gelijkwaardige argumenten

53
New cards

nuanceren

fijne onderscheiding aanbrengen in

54
New cards

objectief

volgens de feiten

55
New cards

onderbouwing

argumenten en gegevens die een stelling ondersteunen

56
New cards

onderschikking

argument ondersteunen met één of meer subargumenten

57
New cards

onderwerp

omschrijving in enkele woorden waar de tekst of een tekstgedeelte over gaat

58
New cards

oneigenlijk

voor een ander doel dan waarvoor het eigenlijk is bestemd

59
New cards

ontkenning

bewering dat iets niet zo is

60
New cards

ontkrachting

weerlegging van een bewering of argumentatie

61
New cards

oorzaak

waardoor iets gebeurt

62
New cards

opsomming

reeks, bijvoorbeeld van argumenten, voorbeelden, verklaringen

63
New cards

overtuigen

iemand laten inzien dat iets zo is

64
New cards

paradox

schijnbare tegenstrijdigheid

65
New cards

polemisch

met een duidelijke stellingname die vaak een meningsverschil benadrukt

66
New cards

premisse

voorafgaande of vooropgestelde stelling, af te leiden uit een tekstfragment

67
New cards

probleemstelling

formulering van het probleem dat zal worden besproken

68
New cards

reden

waarom iemand iets doet of vindt

69
New cards

redenering

gedachtegang volgens logisch patroon, bedoeld om te overtuigen

70
New cards

relativeren

de betrekkelijkheid ergens van doen uitkomen, afzwakken

71
New cards

retorische vraag

de schrijver maakt een bewering sterker door deze als vraag te formuleren

72
New cards

samenvatting

korte weergave van het belangrijkste van een tekst of tekstgedeelte

73
New cards

sarcasme

Bijtende spot

74
New cards

satelliettekst

aparte, korte tekst over hetzelfde onderwerp als de hoofdtekst, afkomstig uit een andere bron

75
New cards

scenario

beschrijving van een reeks handelingen

76
New cards

schrijfdoel

doel dat de schrijver met zijn tekst wil bereiken

77
New cards

standpunt

mening

78
New cards

stelling

mening die met argumenten wordt onderbouwd

79
New cards

strekking

bedoeling van de schrijver met een tekst

80
New cards

subargument

ondergeschikt argument

81
New cards

subjectief

uitgaand van de persoonlijke zienswijze van de schrijver

82
New cards

tegenargument

de schrijver doet een uitspraak waarmee hij een standpunt ontkracht

83
New cards

tegenstelling

plaatsing van een feit of bewering tegenover een ander feit of een andere bewering

84
New cards

tegenwerping

een reactie op een eerdere bewering of argumentatie

85
New cards

tekstdoel

schrijfdoel

86
New cards

tekstsoorten

Uiteenzetting, betoog, beschouwing.

87
New cards

theorie

wetenschappelijke opvattingen die in de praktijk kunnen worden toegepast

88
New cards

toekomstverwachting

visie op een mogelijke ontwikkeling

89
New cards

toelichting

uitleg

90
New cards

toepassing

in praktijk brengen van een theorie

91
New cards

tussenkopje

titel boven een of meer alinea's

92
New cards

uiteenzetting

objectieve, informatieve tekst waarin feiten en uitleg centraal staan

93
New cards

uitwerking

nadere uitleg in details of voorbeelden van een algemene stelling

94
New cards

vaststelling

constatering

95
New cards

vergelijking

beschouwing van overeenkomsten of verschillen

96
New cards

verklaring

uitleg

97
New cards

verslag van onderzoek

weergave van de resultaten van een onderzoek

98
New cards

verwijt

beschuldigende afkeuring

99
New cards

voorbeeld

iets wat een uitleg duidelijker maakt

100
New cards

voorbehoud

beperkende voorwaarde