1/412
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
abstract modeling
proces waarbij kinderen algemene regels en principes ontwikkelen die ten grondslag liggen aan het gedrag dat ze observeren
acceleratie
het aanbieden van speciale lesprogrammas waarmee hoogbegaafde kinderen in hun eigen tempo verder leren. dat kan betekenen dat ze zich met het lesmateriaal van hogere groepen gaan bezighouden.
accomodatie
het proces waarbij bestaande manieren van denken of doen veranderen in reactie op nieuwe stimuli of gebeurtenissen
acquired immune deficiency theory AIDS
seksueel overdraagbare aandoening die wordt veroorzaakt door het humaan immunodeficientievirus hiv
actief genotype-omgevingseffect
situatie waarin een kind zich richt op de aspecten van zijn omgeving die het best aansluiten op zijn genetisch bepaalde capaciteiten.
Adaptatie
de neiging van iemand om zich aan te passen aan zijn omgeving
adolescentie
het ontwikkelingsstadium tussen de kindertijd en de volwassenheid
afasie
taalstoornis waarbij je taalvermogens aangetast zijn of verdwenen als gevolg van hersenletstel. anders dan dementie, worden de geestelijke vermogens van de patienten in de regels niet aangetast
affordances
de actiemogelijkheden die een bepaalde situatie of stimulus verschaft
afgewezen adolescentie
adolescent die niet aardig gevonden wordt en op wie leeftijdgenoten duidelijk negatief reageren
afhankelijke variabele
De variabele die de onderzoeker gaat meten en waarvan hij verwacht dat deze beïnvloed wordt door de onafhankelijke variabele.
Age-crime curve
het fenomeen dat er zich onder jongeren en jongvolwassenen naar verhouding meer verdachten en strafrechtelijke daders bevinden dan in jongere en oudere leeftijdsgroepen.
agressie
grensoverschrijdend gedrag dat iemand inzet om - bewust of onbewust - iets kapot te maken, een ander schade te berokkenen, en/of duidelijk te maken wat hij wel of niet wil
alcoholist
iemand die langzaam maar zeker geestelijk en lichamelijk afhankelijk is geworden van alcohol en niet in staat is om zijn drankgebruik te beperken
Androgenen
mannelijke geslachtshormonen, de voornaamste is testosteron
Angstig-ambivalent hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen een combinatie van positieve en negatieve reacties op hun moeder vertonen nadat ze terugkeert van afwezigheid
Angstig-vermijdend hechtingspatroon
hechtingsstijl waarbij kinderen niet de nabijheid van hun moeder opzoeken en haar lijken te mijden als ze terugkeert van afwezigheid
anorexia nervosa
ernstige en mogelijke levensbedreigende eetstoornis waarbij mensen weigeren voldoende te eten, terwijl ze ontkennen dat hun gedrag of hun skeletachtige uiterlijk abnormaal is
anoxia
gebrek aan zuurstof naar de hersenen
apgar-score
een standaard meetsysteem waarmee de gezondheid van een pasgeboren baby kan worden bepaald aan de hand van verschillende factoren
Articulatiestoornissen
Stoornissen in het spreken, waarbij klanken worden vervormd, vervangen of geheel weggelaten, zoals lispelen, slissen en neusspraak
assimilatie
Het proces waarbij mensen een ervaring interpreteren binnen hun huidige cognitieve ontwikkelingsstadium en denkwijze.
Assimilatiemodel
de opvatting dat alle nieuwkomers in een land zich volledig moeten aanpassen aan de cultuur van het gastland
Associatief spel
spelvorm waarbij twee of meer kinderen daadwerkelijk de interactie aangaan doordat ze speelgoed of materiaal uitwisselen of lenen, hoewel ze niet hetzelfde doen
astma
chronische aandoening die wordt gekenmerkt door periodieke aanvallen van piepend ademhalen, hoesten en kortademigheid
Attention deficit hyperactivity disorder (ADHD)
een gedragsstoornis, gekenmerkt door gebrek aan aandacht, impulsiviteit en een lage tolerantiedrempel voor frustratie en overbeweeglijkheid
auditieve beperking
probleem met het gehoor, zoals slechthorendheid of doofheid
Autobiografisch geheugen
De herinnering aan specifieke gebeurtenissen uit ons eigen leven
automatisering
verwijst naar de mate waarin een activiteit aandacht vereist
autonome cooperatiestadium
het stadium van morele ontwikkeling waarin kinderen zich ervan bewust worden dat formele spelregels gewijzigd kunnen worden als de mensen die het spel willen spelen het daarmee eens zijn
autonomie
onafhankelijkheid en controle over het eigen leven
Autoritaire opvoedingsstijl
manier van opvoeden die zich kenmerkt door controlerend, streng, star en koud gedrag, vaak straffen en het eisen van strikte gehoorzaamheid van kinderen
Autoratieve opvoedingsstijl
een liefdevolle en emotioneel ondersteunde manier van opvoeden, die zich enerzijds kenmerkt door het hanteren van duidelijke en consistente regels en anderzijds door het uitleggen aan kinderen waarom zij zich op een bepaalde manier moeten gedragen
Baby met een laag geboortegewicht
baby die bij de geboorte minder dan 2500 gram weegt
Baby met een zeer laag geboortegewicht
Baby die minder dan 1250 gram weegt of, ongeacht zijn gewicht, minder dan dertig weken in de baarmoeder heeft doorgebracht
babytaal
een manier van praten tegen baby's die bestaat uit korte, eenvoudige zinnetjes, een hoge toonsoort en een zangerige intonatie
Bayley Scales of Infant Development (BSID-III-NL)
instrument om de ontwikkeling van kinderen vanaf 16 dagen tot en met 42 maanden en 15 dagen in kaart te brengen
Beginnende coöperatiestadium
het stadium van morele ontwikkeling waarin kinderen gedeelde regels leren tijdens sociale spelletjes en deze regels nog steeds als grotendeels onveranderlijk beschouwen
Behavioristisch perspectief
benadering binnen de psychologie die ervan uitgaat dat je moet kijken naar waarneembaar gedrag en externe stimuli in de omgeving om de ontwikkeling van het individu te begrijpen
Bevruchting
Het proces waarbij een zaadcel en een eicel (de mannelijke en vrouwelijke gameten) samenkomen om één nieuwe cel te creëren
biculturele identiteit
integratie in de dominante cultuur met behoud van de oorspronkelijke culturele identiteit
binaire denken over seksuele oriëntatie
het indelen van mensen in heteroseksueel of homoseksueel
Binaire identiteit
het indelen van sekse en gender in mannelijk of vrouwelijk
Bio-ecologisch model (Bronfenbrenner)
model dat uitgaat van vijf omgevingsniveaus waardoor elk biologisch organisme gelijktijdig beïnvloed wordt
Body Mass Index
de meest gebruikte maat om overgewicht te definieren, gebaseerd op de verhouding tussen lengte en gewicht kg/m2; het gewicht in kilogram gedeeld door het kwadraat van de lengte in meters
Boulimi
eetstoornis die zich kenmerkt door eetbuien, gevolgd door overgeven of het gebruik van van laxeermiddelen om het voedsel weer kwijt te raken [compensatiegedrag]
brabbelen
het maken van op spraak lijkende maar betekenisloze geluiden
Casestudy
studie waarbij de toestand waarin één individu of een groep individuen verkeert diepgaand en uitvoerig wordt onderzocht.
Cefalocaudaal principe
het principe dat groei een patroon volgt dat begint met het hoofd en de bovenste lichaamsdelen en zich vervolgens uitstrekt naar de rest van het lichaam
Centratie
het onvermogen van jonge kinderen om zich op meer dan één aspect van een stimulus te concentreren
CHC-model van intelligentie
een van de meest actuele modellen van de structuur van intelligentie
chlamydia
bacteriële infectie en de meest voorkomende seksueel overdraagbare aandoening
chromosoom
Staafvormige stukjes DNA, die georganiseerd zijn in 23 paren.
chronische ziekte
een aandoening die lange tijd aanhoudt en waarbij er geen uitzicht is op volledige genezing
circulaire reactie
een activiteit die de ontwikkeling van cognitieve schema's mogelijk maakt dankzij de herhaling van een willekeurige motorische handeling
clusterzelfdoding
een situatie waarbij één geval van zelfdoding leidt tot pogingen van anderen om zichzelf ook om het leven te brengen
Cochleair implantaat (CI)
een hoorapparaat dat de functie van het slakkenhuis overneemt en geluiden niet harder maakt, zoals een gewoon hoorapparaat, maar het geluid omzet in signalen, die naar de gehoorzenuw worden gestuurd.
Cognitief perspectief
benadering binnen de psychologie die zich richt op de processen die mensen in staat stellen de wereld te leren kennen, begrijpen en overdenken
Cognitieve neurowetenschap
benadering van cognitieve ontwikkeling die zich richt op de manier waarop hersenprocessen gerelateerd zijn aan cognitieve activiteit
Cognitieve ontwikkeling
Ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens, zoals denken, leren, geheugen en probleemoplossing
Cohort
een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek zijn geboren
Collectivistische oriëntatie
denk- en leefwijze waarin de nadruk ligt op onderlinge en wederzijdse afhankelijkheid
concept
categorisering van objecten, gebeurtenissen of mensen die bepaalde eigenschappen gemeenschappelijk hebben
Concreet-operationeel stadium
De periode van cognitieve ontwikkeling tussen het zevende en het twaalfde levensjaar die wordt gekenmerkt door het actieve en juiste gebruik van logica.
conservatie
Het inzicht dat kwantiteit niet gerelateerd is aan fysieke verschijning
constructief spel
spelvorm waarbij kinderen objecten manipuleren om iets te produceren of te bouwen
Continue verandering
geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een bepaald niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus
controlegroep
de groep die in een experiment niet wordt blootgesteld aan de experimentele conditie
controversiele adolescent
adolescent die door sommige leeftijdgenoten aardig gevonden wordt en door andere niet
conventioneel niveau
Kohlbergs tweede niveau van morele ontwikkeling, waarin de persoon gericht is op wat men van hem of haar verwacht en op wat de groep of meerderheid goed vindt
coöperatief spel
Spelvorm waarbij kinderen echt met elkaar spelen: ze wisselen elkaar af, doen spelletjes of bedenken wedstrijdjes
coping
poging om de bedreigingen en uitdagingen die tot stress leiden te beheersen, te verminderen of te aanvaarden
coregulering
periode waarin ouders en kind gezamenlijk het gedrag van het kind bepalen
Correlationeel onderzoek
onderzoek dat bedoeld is om vast te stellen of er tussen twee (of meer) factoren een verband of correlatie bestaat
Crossmodale perceptie
het vermogen om een stimulus die op een eerder tijdstip slechts via één zintuig is ervaren later door middel van een ander zintuig te identificeren
Cross-sequentieel onderzoek
Onderzoek waarin een aantal verschillende leeftijdsgroepen op verschillende tijdstippen worden bestudeerd.
DALY'S disability-adjusted life years
een cijfer voor het verlies in kwaliteitsvolle levensjaren/-dagen door vroegtijdig overlijden [years of live lost, YLL] en het aantal levensjaren/-dagen met beperkte lvenskwaliteit [years lost due to disability, YLD] te wijten aan een ziekte of aandoening [de formule is dan DALY= YLL plus YLD
Decentreren
het vermogen om rekening te houden met verschillende aspecten van een situatie
Denkoperaties
georganiseerde, formele, logische mentale processen
eenoudergezin
een gezin waarbij minimaal één minderjarig kind bij een ouder woont
Eetbuistoornis
een eetstoornis waarbij personen grote hoeveelheden voedsel naar binnen werken, vaak heel snel en tot het moment dat ze misselijk worden, en vervolgens controleverlies en schaamte ervaren
ego
het rationale en redelijke deel van de persoonlijkheid, dat opereert vanuit vanuit het realiteitsbeginsel
Egocentrisch taalgebruik (Piaget) of private taal (Vygotsky)
gesproken taal die niet bedoeld is voor anderen
Egocentrisme
het onvermogen om zich te verplaatsen in anderen
eigenwaarde
de waardering voor het eigen ik, met alle positieve en negatieve kenmerken en competenties die we daarmee associëren
elektracomplex
psychoanalytisch concept waarbij meisjes een bezittelijke genegenheid voor hun vader vertonen, waarbij rivaliteit en afstand ten opzichte van de moeder ontstaat
embryonaal stadium
de periode van twee tot acht weken na de bevruchting, waarin de belangrijkste organen en de fundamentele anatomie zich ontwikkelen
Emotionele intelligentie
de capaciteiten en vaardigheden die ten grondslag liggen aan het op de juiste manier inschatten, evalueren, uitdrukken en reguleren van emoties
emotionele zelfregulatie
het vermogen om de aard en intensiteit van emoties aan te passen tot een gewenst niveau
Empathie
een emotionele respons die correspondeert met de gevoelens van een andere persoon
emperisch-wetenschappelijke methoden
procedures om ideeën en vragen te toetsen met behulp van zorgvuldige, gecontroleerde technieken en systematische dataverzameling gebaseerd op eigen, objectieve waarnemingen
epigenetica
studie naar de invloed van omgevingsfactoren op de uiting van genen en de ontwikkeling van een organisme over generaties heen
Episiotemie
een knip om de openeing van de vagina te vergroten en de baby te laten passeren
Eriksons theorie van psychosociale ontwikkeling
theorie die een verklaring biedt voor de manier waarop individuen zichzelf, en de betekenis van het gedrag van anderen en zichzelf, leren begrijpen
Evocatief genotype-omgevingseffect
situatie waarin de genen van een kind een specifiek type omgeving oproept
Evolutionair perspectief
benadering binnen de psychologie die gedrag probeert te identificeren dat het resultaat is van de genetische erfenis van onze voorouders
experiment
een onderzoeksmethode om een oorzaak-gevolgrelatie vast te stellen, waarbij de onderzoeker verschillende ervaringen voor verschillende groepen participanten of proefpersonen creëert
Experimenteel onderzoek
Onderzoek dat bedoeld is om causale relaties tussen verschillende factoren te ontdekken
experimenteel conditie
de procedure, zoals een behandeling, die de onderzoeker bestudeert en de omstandigheden waaraan de experimentele groep wordt blootgesteld
experimentele groep
De groep die in een experiment wordt blootgesteld aan de experimentele conditie.