Woordenschat Nederlands tegen examens

5.0(1)
studied byStudied by 93 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/416

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

417 Terms

1
New cards

a posteriori

achteraf, antoniem van a priori

2
New cards

a priori

vooraf, van te voren, bij voorbaat

3
New cards

aanfluiting

dat wat iets te schande maakt; iets dat schandalig slecht is; karikatuur

4
New cards

abominabel

heel erg slecht; belabberd

5
New cards

absenteïsme

voortdurende of vaak voorkomende afwezigheid

6
New cards

abstinentie

onthouding (van verslavende middelen)

7
New cards

abstraheren

ontdoen van het concrete, abstract maken, het concrete en toevallige weglaten, het algemene uit het toevallige afleiden, antoniem van concretiseren

8
New cards

accidenteel

toevallig, bijkomend

9
New cards

ad hoc

voor dit geval in het bijzonder

10
New cards

ad rem

snedig, gevat, ter zake

11
New cards

adagium

kernachtige zin; spreuk; credo, motto

12
New cards

adequaat

zoals nodig is; passend; doeltreffend

13
New cards

adonis

heel erg mooie jongeman (genoemd naar een mooie koningszoon uit Cyprus die door Aphrodite werd bemind), behaagzieke jongeling

14
New cards

affiniteit

natuurlijke interesse; aantrekkingskracht, verwantschap

15
New cards

agitator

onruststoker

16
New cards

akkefietje

kleinigheid, karweitje, onaangename taak, ruzietje

17
New cards

alert

waakzaam, oplettend

18
New cards

allusie

zinspeling, toespeling, verwijizing

19
New cards

altruïsme

onbaatzuchtigheid, houding waarbij je erg rekening houdt met anderen en alles doet in het belang van je medemens, antoniem van egoïsme

20
New cards

amalgaam

mengelmoes; vaste verbinding van kwikzilver en een ander metaal

21
New cards

ambigu

als iets wat op verschillende manieren kan begrepen worden, dubbelzinnig, voor verschillende uitleg vatbaar, meerduidig, onduidelijk

22
New cards

ambivalent

als je tegenstrijdige gevoelens hebt (over iets); tweeslachtig, tegenstrijdig

23
New cards

ambulant

niet gebonden aan een vaste plaats, rondtrekkend, in staat om te lopen, zonder opname in een ziekenhuis

24
New cards

amendement

voorstel tot officiële wijziging of aanvulling van een wetsontwerp of een ander officieel document

25
New cards

amnestie

algemene kwijtschelding van straf, gratie, het besluit om iemand of een groep mensen geen straf te geven; letterlijk 'het vergeten' (<Grieks)

26
New cards

anachronisme

iets dat niet past bij de tijd van de context

27
New cards

analogie

overeenkomst tussen twee zaken als basis voor een redenering; gelijksoortigheid, verwantschap

28
New cards

andere katten te geselen hebben

andere (en meer belangrijke) zorgen, beslommeringen of verplichtingen hebben; andere dingen aan je hoofd hebben

29
New cards

animo

zin om iets te doen, bezieling, geestdrift

30
New cards

animositeit

vijandigheid, wrijving, geprikkelde stemming

31
New cards

annexeren

zich toe-eigenen; een gebied of een stuk grond inpikken, inlijven

32
New cards

anomalie

afwijking, onregelmatigheid

33
New cards

antidotum

tegengif

34
New cards

antisemitisme

haat tegen of afkeer van joden

35
New cards

apathie

lusteloosheid, complete onverschilligheid

36
New cards

apocalyps

het einde van de wereld, of de voorspelling daarvan

37
New cards

appendix

het wormvormige aanhangsel van de blindedarm; aanhangsel in of bij een boek

38
New cards

arbitrair

willekeurig, ongefundeerd

39
New cards

archaïsme

iets dat ouderwets, voorbijgestreefd, antiek overkomt of klinkt

40
New cards

arrest

uitspraak van een hogere rechtbank

41
New cards

artisanaal

ambachtelijk

42
New cards

ascese

sobere en strenge levenswijze, onthouding

43
New cards

audit

bedrijfscontrole, onderzoek naar het functioneren van een bedrijf als geheel of op onderdelen

44
New cards

autodidact

iemand die zijn kennis door zelfstudie heeft verkregen

45
New cards

autoritair

uitgaand van of gebaseerd op macht

46
New cards

aversie

weerzin, afkeer

47
New cards

bagatelliseren

minder belangrijk maken

48
New cards

bakermat

een plaats waar de oorsprong van iemand of iets ligt, geboorteplek

49
New cards

banaal

zó gewoon dat het vervelend is; alledaags, afgezaagd, triviaal, doodgewoon

50
New cards

banaliseren

niet serieus nemen en daardoor tot iets banaals (iets doodgewoons) maken

51
New cards

basaal

van zeer eenvoudig of laag niveau, essentieel, cruciaal, fundamenteel

52
New cards

beamen

instemmen met

53
New cards

bestendigen

laten voortbestaan, consolideren, handhaven

54
New cards

betijen

begaan, zijn gang gaan

55
New cards

bijster

kwijt; ook: al te erg, buitengewoon, in hoge mate

56
New cards

bilateraal

tussen twee mensen, organisaties, landen; aan twee zijden; antoniem: unilateraal (eenzijdig)

57
New cards

bolwerken

in orde krijgen, klaarspelen, tot stand brengen

58
New cards

bonafide

betrouwbaar, te goeder trouw; antoniem: malafide

59
New cards

boter bij de vis

contante betaling

60
New cards

boud

driest, stoutmoedig

61
New cards

boutade

spitsvondige uitspraak met kritische noot; spottende uitval

62
New cards

buiten kijf staan

kan niet aan getwijfeld worden; zijn geen verschillende meningen over

63
New cards

cachet

datgene waardoor iets of iemand zich in gunstige zin van het gewone onderscheidt; waardoor iemand of zijn werk zich boven het alledaagse verheft; stijl; karakter

64
New cards

calamiteit

een plotselinge onverwachte gebeurtenis, bijvoorbeeld een ramp; noodgeval; grote ramp; catastrofe

65
New cards

canon

verzameling hoogtepunten of mijlpalen; ook: meerstemmig gezang

66
New cards

capituleren

zich overgeven, geen weerstand meer bieden

67
New cards

cassant

buitengewoon kritisch, scherp in de reactie op iets of iemand

68
New cards

casus

geval, gebeurtenis, vooral als voorbeeld om te bestuderen of om van te leren; affaire; naamval

69
New cards

categorisch

resoluut, stellig, onomwonden

70
New cards

causaliteit

oorzakelijkheid, oorzakelijk verband, verband tussen oorzaak en gevolg

71
New cards

charge

aanval

72
New cards

charismatisch

met veel uitstraling

73
New cards

chauvinisme

overdreven liefde voor je vaderland

74
New cards

claimen

iets opeisen waar je recht op hebt; vorderen

75
New cards

clementie

inschikkelijkheid, mildheid, toegeeflijkheid, genade

76
New cards

cluster

groep, bundeling, concentratie; groep van bedrijven en organisaties die actief zijn op dezelfde markt

77
New cards

cognitief

verstandelijk, met betrekking tot het denkproces, de kennis betreffend (cognitieve functies: waarneming, taal en denken)

78
New cards

coherent

samenhangend, logisch

79
New cards

commotie

(nodeloze) drukte, ophef, opschudding, consternatie; situatie dat iedereen opgewonden over iets is

80
New cards

communautair

betrekking hebbend op een gemeenschap of de gemeenschappen

81
New cards

communiqué

officiële mededeling aan het publiek

82
New cards

concessie

toegeving aan iemands eisen (altijd in combinatie met het werkwoord 'doen'); ook: vergunning van overheidswege (met uitsluiting van anderen) tot de aanleg van werken of het verrichten van diensten van openbaar nut

83
New cards

concessie

wat je toegeeft of opgeeft om een conflict op te lossen; tegemoetkoming

84
New cards

conform

overeenkomstig, in overeenstemming met, analoog (=een voorzetsel)

85
New cards

conformisme

neiging om je aan te passen aan gedrag en opvattingen in een bepaalde groep

86
New cards

congruent

in overeenstemming met, overeenstemmend, met dezelfde vorm maar niet even groot, gelijkvormig

87
New cards

connotatie

gevoelswaarde, emotionele waarde van een woord buiten de eigenlijke betekenis

88
New cards

consciëntieus

gewetensvol, nauwgezet

89
New cards

consensus

situatie dat je samen dezelfde mening hebt, algemene gelijkheid van opvatting

90
New cards

consistent

op een logische manier samenhangend; logisch samenhangend; duurzaam;

91
New cards

contesteren

betwisten, bestrijden

92
New cards

contingent

maximaal toegestane hoeveelheid geld, goederen, mensen; ook: aantal soldaten dat een land of vorst levert

93
New cards

continuüm

ononderbroken lijn of reeks, doorlopend geheel

94
New cards

correlatie

onderlinge samenhang, wederzijdse betrekking,

95
New cards

correleren

samenhangen met, in onderling verband staan

96
New cards

corrumperen

je ertoe brengen om je normen voor fatsoen en eerlijkheid te vervangen door onfatsoenlijke en oneerlijke normen en waarden; corrupt maken

97
New cards

courant

gangbaar, gebruikelijk, wat veel voorkomt of gebruikt wordt

98
New cards

credibiliteit

geloofwaardigheid

99
New cards

credo

geloofsbelijdenis (<Latijn: ik geloof), motto, lijfspreuk, devies, overtuiging

100
New cards

culmineren

het hoogste punt bereiken; resulteren in, uitmonden in