prohibir
verbieden
prometer
beloven
propocionar
verschaffen
proponer (-poner)
voorstellen
prosperar
verbeteren, bloeien, gedijen, voorspoed hebben
proteger
beschermen
proveer de
voorzien van, leveren
publicar
publiceren, uitgeven
quebrar (ie)
breken
quedar
overblijven, afspreken
quedarse
blijven
quedarse con
houden (=kopen)
quejarse
klagen, beklagen (zich) over
quemar
verbranden
querer (ie) (que + subj)
willen, wensen, liefhebben
realizar
realizeren
recibir
ontvangen
recoger * coleccionar
afhalen, verzamelen
recomendar (ie)
aanbevelen
recordar (ue) * acordarse de (ue)
zich herinneren
recuperar
terugkrijgen, herwinnen, terugverdienen
redactar
opstellen
reducir
verminderen, terugbrengen
reemplazar
vervangen
referirse (ie,i) a
verwijzen naar
regalar
schenken, cadeau doen
regatear
afdingen
registrar
registreren
regresar
terugkeren, terugkomen, teruggaan
rellenar
invullen
remediar
verhelpen
remitir
verzenden, overmaken (geld)
repartir
verdelen, uitdelen
repetir (i)
herhalen
representar
voorstellen, vertegenwoordigen
rescatar
redden, vrijkopen, inhalen (tijd)
resistir a
weerstand bieden aan
respetar
eerbiedigen, respecteren
respirar
ademen
responder a
antwoorden op
restar
overblijven, aftrekken, resteren
restituir
terugbetalen, teruggeven
resultar
blijken (te zijn, voortvloeien)
retrasarse
vertragen, vertraging hebben
revolucionar
omwentelen, veranderen
robar
stelen, beroven
rodear
omringen
rogar (ue) (que + subj)
verzoeken
romper
breken
saber
weten, kunnen (= kennis hebben om te )
sacar
tevoorschijn halen, halen uit
sacar billetes/entradas
kopen van (entree-)kaartjes
salir/salir de
uitgaan/vertrekken, plek verlaten
saludar
groeten
seguir (i)
volgen, vervolgen, doorgaan met
señalar
kenmerken, signaleren, aanwijzen
sentarse (ie) a
gaan zitten, plaats nemen aan
sentir (ie, i) (que + subj)
voelen, betreuren, spijten
ser/ser de
zijn (eigenschap)/afkomstig zijn van, komen uit
servir (i)
bedienen, dienen, serveren
significar
betekenen
situar (ú)
plaatsen, leggen
situarse
zich orienteren, gelegen zijn
sobrevivir
overleven
soler (ue)
iets vaak doen
solicitar
aanvragen, solliciteren
soñar (ue)
dromen
sonar (ue)
rinkelen, bellen, klinken
sospechar
vermoeden
subastar
veilen, in veiling brengen