Studied by 0 people
Looks like no one added any tags here yet for you.
culpa
culpae, v. = de schuld
fateri
fateor = bekennen
inflectere
inflecto = buigen, doen toegeven, overhalen
sensus
sensus, m. = het zintuig, het gevoel, de mening
impellere
impello = voortdrijven, aandrijven
agnoscere
agnosco = (h)erkennen
vestigium
vestigii, o. = het voetspoor, het overblijfsel
flamma
flammae, v. = de vlam
tellus
telluris, v. = de aarde
optare
opto = wensen
prius
eerder
potens
machtig
fulmen
fulminis, o. = de bliksem
pallere
palleo = bleek zijn
ante
bijw. = eerder, vroeger
pudor
pudoris, m. = eergevoel, schaamtegevoel, schroom
violare
violo = schendenr
resolvere
resolvo = oplossen, losmaken, tenietdoen
iungere
iungo = verbinden
auferre
aufero = wegnemen, roven
fari
fatur = spreken
sinus
sinus, m. = kromming, baai, boezem
lacrima
lacrimae, v. = de traan
implere
impleo = (ver)vullen
equidem
in elk geval, althans
heu
helaas, wee
perpetuus
voortdurend
dulcis
zacht, zoet, lief
natus
nati, m. = de zoon
cinis
cineris, m. = het as
Note 
Flashcard (76)