1/68
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Psychologie als begripsomschrijving
2 Griekse woorden; Psyche & logos: zielkunde of de wetenschap v.d. geest
Vrije wil volgens Plato
Geest ≠ onderhevig aan dezelfde wetten als lichaam
Dualisme
Een filosofische positie waarbij men lichaam en geest als 2 aparte entiteiten beschouwt.
Mind-body problem
De interactie tussen lichaam & geest (als 2 aparte entiteiten)
Ontologisch
In termen van de aard v.h. zijn
Epistemologisch
In termen van wat we kunnen kennen/weten
Monisme
Een filosofische positie waarbij men de geest en het lichaam als 2 aspecten/onderdelen van eenzelfde entiteit aanziet.
Materialisme (versie monisme)
De versie v.h. Monisme waarbij de nadruk ligt op het ontologisch aspect: Enkel het fysische bestaat echt
Reductionisme
Wat voortkomt uit het epistemologisch aspectvan materialisme: alles wordt herleidt tot 1 soort werkelijkheid
Idealisme (versie monisme)
De versie v.h. Monisme waarbij de nadruk op het epistemologische aspect ligt: we kennen de werkelijkheid enkel via onze zintuigen & eigen denken
Solipsisme
Wat voortkomt uit het idealisme: elke geest zit opgesloten in zijn eigen "bubbel", met zijn eigen leef- en betekeniswereld
Panpsychisme
Het ontologisch aspect v.h. Idealisme dat tot het idee leidt dat alles in de natuur een ziel heeft
Psychofysica (def. Fechner)
De exacte wetenschap v.d. Functionele relatie tussen lichaam en geest
Psychologie als hedendaags begrip
De wetenschap v.h. gedrag en de factoren die dit beïnvloeden.
Gedragsdeterminanten
Factoren die gedrag beïnvloeden
Black box
Verborgen gedragsdeterminanten
Pareidolia
Het zien van betekenisvolle voorwerpen in vormloze prikkels
Nomothetische benadering i.d. Psychologie
De benadering waarbij men zoekt naar algemene wetten (die voor iedereen hetzelfde zijn)
Idiografische benadering i.d. Psychologie
De benadering waarbij men op zoek gaat naar specifieke factoren (die individueel verschillend kunnen zijn)
Occam's razor
Het principe dat je gegevens moet verklaren met zo eenvoudig en weinig mogelijk factoren.
Soort wetenschap van de psychologie
Zowel natuurwetenschap(verklaren) als
geesteswetenschap(begrijpen). (gedragsverschijnselen)
De methodenleer (1)
De leer over hoe men psychologische fenomenen wetenschappelijk moet onderzoeken. (1ste basisdomein in psychologie)
De functieleer (2)
De studie van de algemene-menselijke functies of capaciteiten; zoals waarneming, denken, taal, leren, emotie, … (2de basisdomein)
De persoonlijkheidsleer (3)
De studie waarin men de individuele persoonlijkheidskenmerken bestudeert (3de basisdomein)
De ontwikkelingsleer (4)
De studie van de ontwikkeling van de mens van geboorte tot de dood in al zijn aspecten: functies, persoonlijkheid en gedrag (4de basisdomein)
De gedragsleer (5)
De studie van de gehele mens in zijn wisselwerking met de omgeving (fysisch en sociaal) (5de basisdomein)
Tabula rasa
De beschouwing van de mens als een onbeschreven blad (John Locke)
Esse est percipi
Zijn is waargenomen worden
Rationalisme
De filosofische stroming die stelt dat alle kennis voortkomt uit het verstand.
Empirisme
De filosofische stroming die stelt dat alle kennis voortkomt uit zintuiglijke ervaringen
Immaterialisme
Een vorm van idealisme (hoe de geest de materie voortbrengt)
Molyneux' probleem
Een gedachte-experiment in de filosofie dat de vraag opwerpt of een persoon die blind geboren is en plotseling het vermogen krijgt om te zien, in staat zou zijn om objecten alleen door middel van het gezichtsvermogen (of o.b.v. andere zintuigen) te herkennen en onderscheiden.
Impressies
sensaties / gewaarwordingen
Ideeen
Herinneringen in het geheugen + verbeelding
Sensorische zenuwbanen
Zintuiglijke: leiden van zintuig naar centraal zenuwstelsel (afferente banen), ze staan in voor aanvoer zintuiglijke prikkels nr hersenen
Motorische zenuwbanen
Leiden van cent.zenuwss. naar spieren (efferente banen), ze staan in voor afvoer v. bevelen naar spieren (waar responsen uitgevoerd worden)
Sensoriële kwaliteiten
De zintuiglijke kwaliteiten van de mens;reuk, smaak, gezicht, gehoor en tastzin
Onbewuste inferentie
het proces waarbij het brein automatisch en onbewust mentale stappen zet om tot een waarneming of handeling te komen
Frenologie
De (reeds achterhaalde) methode om iemands persoonlijkheid en vaardigheden af te lezen van de knobbels van iemands schedel
Substractiemethode
Het identificeren van mentale basisprocessen door vergelijking van condities die maar op 1 component van elkaar verschillen; dit vormt de basis voor de mentale chronometrie
Mentale chronometrie
De meting van de tijdsduur van mentale basisprocessen
Intentionaliteit
De zingevende betrokkenheid (elk mentaal fenomeen heeft inhoud) van het subject op het object.
Aktpsychologie
Het uitgangspunt van de fenomenologie; psychologische fenomenen zijn geen inhouden maar activiteiten of functies
introspectie
Het "in zichzelf kijken" om de inhouden van het bewustzijn te analyseren
Appreceptie
De activiteit van onze geest die van binnenuit werkt (gelijkaardig met aandachtsfunctie) zonder directe externe prikkels
Psychische causaliteit
Bewuste handelingen die veroorzaakt worden door bewuste gedachten of intenties
Fysische causaliteit
het concept van oorzaak en gevolg in de fysieke wereld
Preferentiële methode
De systematische introspectie door sterk getrainde observatoren
Stimulusfout
Een fout die optreedt wanneer een persoon een verkeerde reactie geeft als gevolg van een verkeerde interpretatie (introspectieve beschrijvingen) van een stimulus.
Nativisme
tijd en ruimte zijn essentieel voor alle waarnemingen (Mach en Kant)
Trial and error
Het gedrag wordt efficiënter, foutieve responsen worden geleidelijk geëlimineerd. Vb.: Kat in puzzle box
Law of effect
responsen gevolgd door een beloning worden versterkt, responsen gevolgd door een straf worden geëlimineerd.
Operante conditionering
d.m.v. een bekrachtigende prikkel, gebeurtenis gaat men goed gedrag aanmoedigen
Atomistisch
het ontrafelen van iets in elementaire bouwstenen
Experiëntieel
Het gebruik van introspectie om bewustzijnsinhouden te analyseren
Gestaltpsychologie
Gestalt > Duits woord voor 'gehele' vorm (v.d. psychologie)
Apparent motion
Een schijnbare beweging/illusie dat stilstaande prikkels lijken voort te bewegen
Phi motion
je ziet geen afzonderlijke objecten, maar snel flikkerende prikkels die op zich een nieuw gestalt aannemen
Aha-Erlebnis/Plots inzicht
het duikt als 1 geheel op uit het niets (>< trial-and-error)
Behavorisme
Psychologische stroming gekenmerkt door exclusieve focus op externe stimuli
Klassieke conditionering (1,2,3 fasen)
Fase 1: UCS -> UCR Een ongeconditioneerde stimulus lokt een ongeconditioneerde respons uit Vb. Voedsel -> speekselafscheiding Fase 2: CS-UCS -> UCR Een geconditioneerde stimulus samen met een ongeconditioneerde stimulus lokt een ongeconditioneerde respons uit Vb. Bel + voedsel -> speekselafscheiding Vb. Bel + voedsel -> speekselafscheiding Fase 3: CS -> CR Een geconditioneerde stimulus lokt een geconditioneerde respons uit. Vb. Bel -> speekselafscheiding
Psychic reflex
Als een neutrale stimulus (vb. belletje) herhaaldelijk samen aangeboden wordt met een betekenisvolle stimulus (vb. voedsel), lokt de neutrale stimulus na verloop van tijd een nieuwe respons uit die ze voorheen niet uitlokte (vb. speekselv.)
Gedragsmodificatie
Therapie waarbij ervan uit wordt gegaan, dat gedrag in belangrijke mate door leren en ervaring tot stand komt
Cognitieve psychologie
Het is een tak van de psychologie die zich met cognitie bezighoudt, dus met al die psychische processen die te maken hebben met zaken als begrip, kennis, herinneringen en geheugen, problemen oplossen en informatieverwerking.
Informatieverwerking
Door een soort computer opvatten van psychologische werking tussen S en R. In de eenvoudigste variant is er een centrale verwerkingseenheid (CPU) tussen Stimulus (input) en Respons (Output).
Etholoog
Onderzoekt het gedrag van dieren
TOTE:Test-Operate-Test-Exit
basiseenheid van recursief gedrag: je bouwt voort.
Cybernetica
Controletheorie met 'feedback' mechanismen enz