1/25
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Over sport spreken
über Sport sprechen
Ik speel sinds … jaar voetbal.
Ich spiele seit … Jahren Fußball.
Ik doe graag aan sport
het liefst rij ik paard.
Ik ga regelmatig naar de fitnessstudio.
Ich gehe regelmäßig ins Fitnessstudio.
Ik ben lid van een zwemvereniging.
Ich bin Mitglied in einem Schwimmverein.
Ik train één keer
twee keer
Onze ploeg traint altijd op… (dag van de week)
Unsere Mannschaft trainiert immer am … (Wochentag).
We hebben elke … (weekdag) een training.
Wir haben jeden … (Wochentag) ein Training.
De training duurt … (hoe lang?)
Das Training dauert … (wie lange?).
In de zomer train ik buiten
in de winter binnen.
In het weekend hebben wij vaak een match
een wedstrijd.
Ik neem vaak aan toernooien deel.
Ich nehme oft an Turnieren teil.
Ik ben niet zeer sportief.
Ich bin nicht sehr sportlich.
Sport doet me geen plezier.
Sport macht mir keinen Spaß.
Ik heb geen zin
aan sport te doen.
Vroeger heb ik heel vaak aan sport gedaan.
Früher habe ich viel Sport getrieben.
Ik ben gestopt
omdat ik geen tijd meer had.
Ik zou graag meer aan sport doen.
Ich würde gern mehr Sport treiben.
… (sport) zou ik eens willen proberen.
… (Sportart) möchte ich einmal ausprobieren.
Sporten vergelijken
Sportarten vergleichen
Voetbal is de populairste/meest geliefde sport.
Fußball ist der populärste/beliebteste Sport.
Lopen is populairder dan zwemmen.
Laufen ist beliebter als Schwimmen.
Watersport is even populair als volleybal.
Wassersport ist genauso populär wie Volleyball.
Tennis is niet zo populair als paardrijden.
Tennis ist nicht so beliebt wie Reiten.
Fietsen is het populairst/het meest geliefd.
Radfahren ist am populärsten/am beliebtesten.
Lopen en trekken zijn even populair.
Laufen und Wandern sind gleich populär.