1/40
Flashcards review lecture notes
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
Doelgerichte communicatie
Doelgerichte comm. in betekenisvolle situaties = gericht op welbep. boodschap ontvangen of overbrengen binnen situaties die in het dagelijkse leven voorkomen. Zinvolle, realistische opdrachten benaderen een authentieke situatie.
Vaardigheden Frans
5 vaardigheden: leesvaardigheid, luistervaardigheid, schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid, mondelinge interactie
Receptieve vaardigheden
Leesvaardigheid, luistervaardigheid
Productieve vaardigheden
Schrijfvaardigheid, spreekvaardigheid, mondelinge interactie
Vaardigheden verwerven
Proces: stapsgewijze aanpak en oefeningen/opdrachten aanbieden met stijgende moeilijkheidsgraad.
Dialoog moeilijkheidsgraad
Taxonomie van Kwakernaak
Receptieve vaardigheden (zoeken, structureren, interpreteren, reproduceren) vs. Productieve vaardigheden (produceren: gestuurd, produceren: geleid, produceren: open)
Strategieen
Technieken die ervoor zorgen dat de comm. niet stilvalt wanneer je iets niet helemaal begrijpt / kan verwoorden / moet expliciet aangeleerd worden / stapsgewijze aanpak / driefasenmodel (sterke sturing, gedeelde sturing, losse sturing)
Sterke sturing
Modeling/leerkracht doet denkprocessen hardop voor/leerkracht licht werkwijze expliciet toe + scaffolding/leerkracht stelt strategische vragen/leerling voert de strategieën uit
Doeltaal is voertaal
Voordelen: onbewust nieuwe woorden/zinsconstructies oppikken, strategieën leren inzetten, oefenen op luistervaardigheid en mondelinge interactie, leren nadenken in de doeltaal, ontw. spreekdurf
Breinvriendelijk
4 basisprincipes: herhalen, voortbouwen op voorkennis, variatie, positieve emotionele betrokkenheid
Tekst
Alles wat de leerlingen beluisteren en lezen, maar ook schrijven en zeggen (zeer breed begrip, kan ook een woord of een korte zin zijn)
Authentieke teksten
Teksten die in Franstalige gebieden effectief bestaan / uit het echte leven
Semiauthentieke teksten
Nagemaakt obv bestaande voorbeelden / voor schoolse doeleinden
Eindtermen
Door de overheid, bereikt worden op einde 6de leerjaar / uitgangspunt = doel talenonderwijs verwerven van vaardigheden
Taalhandeling
Situatie uit leven bv je gaat naar de dokter
Taaltaak
Taalhandeling doen in de vorm van een opdracht
Onderwijskoepels
3 onderwijskoepels 3 leerplannen: GO!, OVSG, KOV
Gemeenschappelijke basiswoordenlijst
Identiek voor de 3 onderwijskoepels / opgenomen in leerplan / gegroepeerd rond de woordvelden die in de eindtermen vermeld staan
ZILL
Ontwikkelstap = strategieën
Leer Lokaal
3 thema’s met daarin leerlijnen / mondelinge taalvaardigheid, schriftelijke taalvaardigheid, taalbeschouwing
Leerdoelen
Door leerkrachten // concrete vertalingen van leerplandoelen voor een bep. les
Taalinitiatie
Impliciet vreemde taal leren / plezier beleven aan en leren openstaan voor de vreemde taal / attitudevorming leren openstaan voor andere gewoonten en talen
Voertaal
De vreemde taal
Pistache
Pistache (1ste en 2de graad) / Oh là là (3de kleuter, 1ste en 2de graad) / Mini Maxine (3de kleuter en 1ste graad) / Mini Max (2de graad) / Quartier étoile (2de graad)
Woordenschat
Belangrijke bouwsteen / deel vh fundament // alles uit de directe leefwereld krijgt een naam
Receptieve beheersing
Herkennen + begrijpen = passieve kennis (lezen en luisteren)
Productieve beheersing
Herkennen + begrijpen + zelf uit geheugen kunnen ophalen = actieve kennis (spreken / mondeling interactie en schrijven)
Collocatie
Dame … dame blanche
Voorbewerken
Inleiding / gunstige beginsituatie creëren
Semantiseren
Woord filteren uit tekst en proberen zo de vertaling te weten te komen
Uitbeelden
Letterlijk uitbeelden, voorwerp aanwijzen, afbeelding, film, tekenen op bord
Uitleggen
Woord gebruiken in zin/context, voorbeeld geven, definitie geven, afgeleid woord, transparant woord, synoniem, tegengestelde, (vertalen)
Consolideren
Vastzetten, onthouden: min. 7 keer herhalen, gespreid in de tijd, gevarieerde werkvormen
Controleren
Zijn de leerdoelen bereikt? Begrijpt de leerling het woord? Kan de leerling het woord gebruiken? // toetsen door leerkracht + leerlingen
Grammaticales
Grammaticales = de belangrijkste les in vreemdetalenonderwijs (begin 20ste eeuw)
ERK
Grammaticale vormen kunnen herkennen en toepassen bij het uitspreken van gedachten
Contrastief werken
Taalstructuren in moedertaal en vreemde taal vergelijken
Cultuur
Interesse en openheid voor andere cultuur // NIET feitenkennis en clichés // WEL ervoor open staan, interesse hebben, er pos. tegenover staan
Civilisation francaise
Brede waaier aan elementen die behoren tot een cultuur en samenleving // alle mensen over de hele wereld die Frans spreken = la francophonie
Sociaal-culturele kennis
‘feitelijke’ kennis // aspecten die kenmerkend zijn voor een bep. SL en cultuur