Globalisering in steden en landen
achterland
Het gebied dat met de mainport is verbonden door een transportnetwerk.
Anders-globalisten
Tegenstanders van de huidige manier van globalisering. Anders-globalisten willen eerlijke wereldhandel en eerlijke spelregels hiervoor. Ook stellen ze de milieuvervuiling aan de kaak die met globalisering samenhangt.
Backwash-effect
Negatief effect voor de (semi)periferie als gevolg van de economische ontwikkeling in het centrum.
Blokvorming
Het aangaan van samenwerkingsverbanden van een groep landen om economische of politieke doelen te realiseren.
BRICS-landen
Opkomende grootmachten. Braziliƫ, Rusland, India, China en Zuid Afrika.
Central business district (CBD)
Het zakendistrict van een stad, met een hoge bebouwingsdichtheid en wolkenkrabbers, met als belangrijkste functie werken.
Centrum
Gebied dat in de wereld, in een land of in een regio de hoogste welvaart en meeste politieke macht heeft.
Creatieve stad
Stad waarin een relatief groot deel van de inwoners in de creatieve sector werkt.
Demografische transitie
Overgang van hoge geboorte- en sterftecifers naar lage geboorte- en sterftecijfers in een land, vooral als gevolg van economische ontwikkeling en verbeterde gezondheidszorg.
Diffusie
De ruimtelijke verspreiding van een verschijnsel van een brongebied naar nieuwe gebieden.
Economisch cluster
Concentratie van bedrijven die zich richten op dezelfde markt. Meestal gaat het om hoogwaardige producten of diensten.
Edge city
Nieuwe groeikern met een gunstige verkeersligging, die vooral gericht is op werken, winkelen en recreƫren.
Fragmentarische modernisering
Ongelijke verdeling van technologische vooruitgang tussen gebieden, bedrijven en bevolkingsgroepen in een land dat in ontwikkeling is.
Gated community
Wijk of buurt, vaak exclusief, bestaande uit meer dan en wooneenheid en een gemeenschappelijke infrastructuur, die met muren of hekken gescheiden zijn van de rest van de stad.
Gentrification
Het proces van sociale en economische opwaardering van oude wijken. Gebeurt door mensen die een hoog inkomen hebben.
Getto
Woonwijk waarin bijna alle bewoners tot een bepaalde etnische bevolkingsgroep behoren.
Global shift
De verschuiving van het economisch zwaartepunt in de wereld.
Globalisering
Proces van mondiale integratie op het gebied van economie, politiek en cultuur.
HDI
Samengestelde indicator die gebaseerd is op de educatie-index, levensverwachting en levensstandaard (koopkracht). De HDI geeft een beeld van de levensomstandigheden en ontwikkelingskansen van mensen in een land, uitgedrukt in een indexcijfer tussen o (slecht) en 1 (goed). Wordt ook VN-ontwikkelingsindex genoemd.
Hegemoniale staat
Een staat die in cultureel, economisch, militair en/of politiek opzicht het overwicht heeft over andere staten.
hub-and-spoke-netwerk
Een mainport met zijn aan- en afvoerlijnen.
Inkomen per capita
Inkomen per hoofd van de bevolking, berekend door het bbp van een land te delen door het aantal inwoners.
Innovatie
De ontwikkeling en succesvolle invoering van nieuwe of verbeterde goederen of diensten.
Internationale dienstverlening
Het verlenen van diensten in andere landen dan waarin het dienstverlenende bedrijf is gevestigd.
Kosmopolitisme
Het gevoel van verbondenheid met de mensheid in het algemeen in plaats van met een regio of vaderland.
Mainport regio
Het gebied dat economische relaties onderhoudt met de mainport.
Mainport
Een knooppunt van belangrijkeĀ transportroutes.
Megalopolis
Stedelijk gebied dat bestaat uit met elkaar verbonden metropolen.
Metropool
Uitgestrekt stedelijk gebied van een of meer centrale steden met daaraan vastgegroeide voorsteden, met meer dan een miljoen inwoners en een dicht netwerk van transportroutes.
migrantennetwerk
Relaties tussen een migrantengemeenschap en het thuisland, en relaties binnen een migrantengemeenschap.
Mondiale financiƫle markt
Markt waar op mondiaal niveau wordt gehandeld in financiƫle producten als valuta en aandelen.
Opkomende grootmachten
Landen die zich in een fase van economische ontwikkeling bevinden en steeds meer macht krijgen.
Periferie
Gebied dat in de wereld, in een land of in een regio de laagste welvaart en minste politieke macht heeft.
Regionale ongelijkheid
Meetbare, onacceptabel grote verschillen in welvaart en welzijn tussen gebieden.
Regionalisme
Het streven van mensen in een gebied naar een vorm van politiek zelfbestuur.
Ruimtelijke segregatie
Het sterk geconcentreerd en ruimtelijk gescheiden wonen van verschillende bevolkingsgroepen.
semiperiferie
Groep landen die een tussenpositie innemen tussen het centrum en de periferie.
sociale ongelijkheid
Als onrechtvaardig en oneerlijk ervaren verschillen tussen mensen, vaak gebaseerd op etniciteit, geloof, ras of sekse. Deze ongelijkheid komt tot uiting in verschillen in welvaart en welzijn.
sociale polarisatie
Het zodanig toenemen van tegenstellingen tussen verschillende socialeconomische gropen dat er wederzijc wantrouwen en vijandigheid ontstaan.
sociale segregatie
De scheiding van bevolkingsgroepen naar sociale klasse.
spread-effect
Positief effect voor de (semi) periferie als gevolg van de economische ontwikkeling in het centrum.
stedelijk netwerk
Een sterk verstedelijkt gebied waarin de verschillende steden vaak elk hun eigen functie hebben en met elkaar verbonden zijn.
stedelijke geleding
De ruimtelijke opbouw van een stad in van elkaar te onderscheiden deelgebieden.
uitschuiving
Het proces van ruimtelijke verplaatsing van bedrijven of bedrijfsonderdelen naar nieuwe gebieden met aantrekkelijker omstandigheden (zoals lage lonen).
Wereldstad
Een stad met een functie binnen de geglobaliseerde wereld. Het is een international knooppunt van goederen-, kapitaal-en informatiestromen en er zijn internationale politieke beslissingscentra gevestigd.
Wereldsysteem
Driedeling van de landen in de wereld in centrum, periferie en semiperiferie en de onderlinge relaties tussen deze landengroepen.