Beco - Domein E (marketing) - 6VWO

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/16

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Business

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

17 Terms

1
New cards

Hoofddoelen marketing

  • informeren van een doelgroep

  • creëren van een markt

  • winnen van marktaandeel

  • klantbehoud

2
New cards

Waardepropositie

Aanbodkant: product/dienst, gain creators, pain relievers.
Klantkant: klantdoel, pains, gains

3
New cards

5 krachten van Porter

  • leveranciers

  • afnemers

  • substituten

  • huidige concurrenten (binnen bedrijfstak)

  • nieuwe concurrenten (potentiële toetreders)

4
New cards

Portfolio-analyse

  • Question marks (laag marktaandeel, hoge marktgroei, hoge kosten)

  • Stars (hoog marktaandeel, hoge marktgroei, veel kosten in reclame)

  • Cash cows (hoog marktaandeel, lage marktgroei, levert veel geld op)

  • Dogs (laag marktaandeel, lage marktgroei, weinig opbrengst/kosten (zolang geen verlies wordt het behouden))

5
New cards

Waardestrategie

3 vlakken:

  • operationele uitmuntendheid (kwaliteit voor lage prijs)

  • productleiderschap (product centraal)

  • klantpartnerschap (klant centraal)

→ onderscheiden op 1 vlak (richt op alle 3)

6
New cards

Marketingmix

  • Prijs

  • Product

  • Plaats

  • Promotie

7
New cards

Wie creëert waarde voor wie

  • B2C (business to consumer) (AH)

  • B2B (business to business) (groothandel)

  • C2B (consumer to business) (affiliate marketing, crowd soarcing (helpen bedrijf via onderzoek etc), co-creatie)

  • C2C (consumer to consumer) (Marktplaats)

8
New cards

Segmentstrategieën (3)

  • geconcentreerde marketing (marketingbeleid op 1 segment)

  • gedifferentieerde marketing (op meerdere segmenten gericht, elk eigen beleid)

  • ongedifferentieerde marketing (marketingbeleid op totale markt, geen onderscheid)

9
New cards

Product

Immateriële en materiële eigenschappen:

  • kwaliteit

  • vormgeving

  • verpakking (bescherming en aandacht trekken)

  • garantie en service (productaansprakelijkheid)

10
New cards

Soorten merken

  • A-merk (Bekend, overal te koop, hoge prijs)

  • B-merk (bijna overal te koop, goedkoper)

  • Paraplumerk (bijv. Calvé)

  • Private label (derde kiest de merknaam (Hema))

  • Huismerk (product met naam detaillist)

11
New cards

Prijs (hoe bepalen)

  • afroompolitiek (starten hoge prijs, bij nieuw product op markt de prijs verlagen (apple))

  • penetratiepolitiek (starten met lage prijs, klanten aantrekken, prijs verhogen)

  • psychologische prijsstelling (prijsdifferentiatie of prijsdiscriminatie)

Hoe bepalen prijs van product:

  • kosten georiënteerd

  • concurrentie georiënteerd

  • vraag georiënteerd

12
New cards

Soorten reclame

  • individuele reclame (specifiek product)

  • collectieve reclame (voor een winkel of collectie)

  • actiereclame (korting, op=op)

  • themareclame

13
New cards

Soorten communicatiemiddelen

  • visuele (krant, folder)

  • multimediale (televisie, internet)

  • interactieve (enquête, apps)

  • overige (reclame)

14
New cards

Dropshipping

Klant bestelt bij winkel, winkel geeft bestelling door aan groothandel en deze stuurt het product naar de klant. Hierdoor hoeft winkel geen voorraad te houden, maar is wel afhankelijk van de groothandel.

15
New cards

Affiliate marketing

affiliate verwijst naar product bedrijf tegen vergoeding (influencer). Betaalmodellen:

  • Cost Per Mile (CPM): 1000x verschijnen advertentie op internet = betaling

  • Cost per Click (CPC): betaalt per keer dat erop geklikt wordt

  • Cost per Action (CPA): betaalt per keer dat een klant een actie onderneemt.

16
New cards

Soorten marketing (voor negatieve dingen)

  • conversiemarketing: negatieve houding omgebogen (dragen fietshelm)

  • demarketing: verminderen vraag naar product (alcohol)

  • contramarketing: verminderen of laten verdwijnen van ongewenst gedrag (voetbalsupporters, rijden achter stuur)

17
New cards

Push- en pullstrategie

  • pushstrategie: Fabrikant ”duwt” het product door het distributiekanaal, zorgt dat de detaillist het opneemt in het assortiment en dat ze het aanprijzen. Contact tussen fabrikant en detaillist.

  • Pullstrategie: Klant laten “trekken”. Contact tussen fabrikant en consument.