1/8
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
betrouwbaarheidsinterval
In C% van de gevallen uit een zelfde verdeling getrokken steekproeven bevindt het populatiegemiddelde zich op z* standaarddeviaties van het steekproefgemiddelde
foutenmarge (m)
bepaald de nauwkeurigheid van de schatting van BI
= helft van BI
kleiner als: groter, deviatie kleiner en C kleiner
eindige populatiecorrectiefactor
Bij steekproeftrekking zonder teruglegging in een eindige populatie moet je variantie vermenigvuldigen met (N-n)/(N-1)
tenzij 20n<=N
nulhypothese (H0)
bewering over populatieparameter waarvoor gekeken wordt of er voldoende tegenevidenite aanwezig is in de steekproef
vaak: ‘geen effect’, ‘geen verschil’
alternatieve hypothese (H1)
bewering over populatieparameter waarvan we vermoeden/hopen dat die juist is
eenzijdige vs. tweezijdige alternatieve hypothese
eenzijdig: richtingspecifiek verschil met H0
tweezijdig: niet richtingspecifiek verschil met H0
kritieke waarde
kritiek verwerpingsgebied bepaald door alfa
(alfa geeft aan hoeveel tegenevidentie nodig is om H0 te verwerpen)
p-waarde
= overschrijdingskans
geeft kans aan wanneer we een steekproef trekken uit het nulmodel dat we een ts observeren die even verdacht of nog verdachter is
p<= alfa → H0 verwerpen
tweezijdige toets met BI
nulhypothese wordtt verworpen als H0 buiten interval ligt