Havo Parlementaire Democratie

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/90

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

91 Terms

1
New cards

Politiek

Het maken van keuzes waaraan alle burgers in een staat zijn gebonden.

2
New cards

Algemeen belang

Zaken die voor veel mensen belangrijk en nuttig zijn.

3
New cards

Democratie

Een bestuursvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

4
New cards

Directe democratie

Een bestuursvorm waarbij de bevolking direct invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

5
New cards

Referendum

Een volksstemming over een bepaalde politieke kwestie.

6
New cards

Indirecte democratie, parlementaire democratie

Een bestuursvorm waarbij de beslissingen worden genomen door met algemeen kiesrecht gekozen volksvertegenwoordigers.

7
New cards

Persvrijheid

De vrijheid van journalisten om ongehinderd, zonder toestemming van de overheid, berichten te publiceren

8
New cards

Autoritair regime

Een bestuursvorm waarbij alle macht in handen is van één persoon of een kleine groep, waarbij de inwoners nauwelijks of geen invloed kunnen uitoefenen op de besluitvorming en de grondrechten niet of nauwelijks worden gegarandeerd.

9
New cards

Dictatuur

De meest vergaande vorm van een autoritair regime, waarin inwoners vrijwel rechteloos zijn.

10
New cards

Machtenscheiding

Spreiding van de staatsmacht over de uitvoerende, wetgevende en rechterlijke macht.

11
New cards

Oppositiepartijen

Politieke partijen die niet in de regering zitten.

12
New cards

Censuur

Overheidscontrole van de media.

13
New cards

Ideologie

Een verzameling ideeën over wat belangrijk is in de samenleving en hoe mensen het beste met elkaar kunnen samenleven.

14
New cards

Politiek links

Politieke stroming die een actieve overheid wil om de ongelijkheid tussen mensen te verminderen.

15
New cards

Politiek rechts

Politieke stroming die de nadruk legt op eigen verantwoordelijkheid en zo min mogelijk bemoeienis van de overheid op sociaaleconomisch gebied wil.

16
New cards

Politieke midden

Een politieke ideologie die zowel linkse als rechtse standpunten heeft.

17
New cards

Liberalisme

Politieke stroming die de vrijheid en eigen verantwoordelijkheid van burgers centraal stelt en streeft naar een terughoudende overheid die orde en gezag handhaaft.

18
New cards

Socialisme

Politieke stroming stroming die voortkomt uit het socialisme en streeft naar vermindering van sociale ongelijkheid door een actieve rol van de overheid.

19
New cards

Sociaaldemocratie

Politieke stroming voortkomend uit het socialisme die gelijke kansen benadrukt en streeft naar een sterke rol van de overheid om gelijkheid tot stand te brengen.

20
New cards

Confessionalisme, christendemocratie

Politieke stroming die zich baseert op het christelijk geloof en bijpassende waarden als naastenliefde en saamhorigheid.

21
New cards

Maatschappelijk middenveld

Organisaties die tussen de overheid en individuele burgers in staan en die verschillende groepen, meningen en belangen vertegenwoordigen.

22
New cards

Ecologisme

Politieke stroming die de zorg voor de aarde centraal stelt waarbij het bestrijden van de klimaatcrisis en beschermen van het milieu voorop staat.

23
New cards

Populisme

Politieke stijl die de stem van het volk wil laten horen en zich keert tegen de elite.

24
New cards

Nationalisme

Politieke stroming die meer zeggenschap en macht nastreeft van het eigen land (natie).

25
New cards

Progressief

Vooruitstrevend zijn en de maatschappij willen veranderen.

26
New cards

Conservatief

Behoudend zijn en benadrukken wat al is bereikt.

27
New cards

Actiegroep

Een organisatie die is opgericht om één bepaald maatschappelijk doel te bereiken.

28
New cards

Belangengroep

Een organisatie die de belangen van één bepaalde groep verdedigt.

29
New cards

Politieke partij

Een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een goede samenleving, met als doel mee te beslissen over het bestuur van ons land.

30
New cards

One-issuepartij

Een politieke partij die één specifieke doelgroep vertegenwoordigt of zich vooral richt op één aspect van de samenleving.

31
New cards

Niet-democratische partij

Een politieke partij die de democratie wil afschaffen.

32
New cards

Representatief

De mate waarin het parlement een afspiegeling vormt van de samenstelling en behoeften van de gehele bevolking.

33
New cards

Actief kiesrecht

Het recht om bij verkiezingen een stem uit te brengen.

34
New cards

Passief kiesrecht

Het recht om verkiesbaar te zijn.

35
New cards

Lijsttrekker

De persoon die nummer 1 staat op de kandidatenlijst en het gezicht is van de partij.

36
New cards

Spindoctor

Communicatiedeskundige die kandidaten adviseert over een zo positief mogelijk imago.

37
New cards

Zwevende kiezers

Kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen.

38
New cards

Opiniepeiling

Onderzoek waarin kiezers wordt gevraagd op welke politieke partij ze gaan stemmen.

39
New cards

Evenredige vertegenwoordiging

Kiesstelsel waarbij alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het totale aantal zetels.

40
New cards

Districten- of meerderheidsstelsel

Kiesstelsel waarbij een land wordt verdeeld in districten en waarbij de afgevaardigde die de meeste stemmen haalt in het district in het parlement komt.

41
New cards

Regering

De koning en de ministers.

42
New cards

Kabinet

Het dagelijks bestuur van het land, bestaande uit ministers en staatssecretarissen.

43
New cards

Minister

Lid van de regering en van het kabinet.

44
New cards

Staatssecretaris

Lid van het kabinet dat verantwoordelijk is voor een deel van het beleidsterrein van de minister.

45
New cards

Premier, minister-president

De leider van de regering.

46
New cards

Troonrede

Jaarlijkse toespraak van de koning op Prinsjesdag waarin hij de plannen van de regering voor het komende jaar presenteert.

47
New cards

Miljoenennota

Plannen van het kabinet voor een jaar.

48
New cards

Coalitie

Een samenwerkingsverband van twee of meer politieke partijen.

49
New cards

Regeerakkoord

De plannen van de regering voor de komende jaren.

50
New cards

Rijksbegroting

Jaarlijks overzicht van alle inkomsten en uitgaven van het kabinet.

51
New cards

Kabinetsformatie

Het proces waarbij na de Tweede Kamerverkiezingen een nieuw kabinet wordt gevormd.

52
New cards

Formateur

De persoon die geschikte ministers en staatssecretarissen zoekt.

53
New cards

Constitutionele monarchie

Een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd in de Grondwet zijn vastgelegd.

54
New cards

Ministeriële verantwoordelijkheid

Ministers zijn verantwoordelijk voor hun eigen beleid en voor alles wat de koning zegt en doet.

55
New cards

Onschendbaar

De koning kan niet ter verantwoording worden geroepen voor politieke daden.

56
New cards

Demissionair kabinet

Na de val van het kabinet blijven de ministers tijdelijk in functie totdat er een nieuwe regering is gevormd.

57
New cards

Parlementaire democratie

Een democratie waarin de bevolking indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming door vertegenwoordigers te kiezen die samen het parlement vormen.

58
New cards

Staten-Generaal, parlement

De Eerste en Tweede Kamer samen.

59
New cards

Tweede Kamer

Directe volksvertegenwoordiging met 150 leden, die wetten mogen goedkeuren, afwijzen of veranderen.

60
New cards

Eerste Kamer, Senaat

Indirect gekozen vertegenwoordiging met 75 leden die een wetsvoorstel alleen in zijn geheel goed- of afkeuren.

61
New cards

Fractie

De groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan.

62
New cards

Regeringspartij

Een partij die in de regering zit.

63
New cards

Oppositiepartij

Een partij die niet in de regering zit, maar deel uitmaakt van de volksvertegenwoordiging.

64
New cards

Trias politica

De verdeling van de macht van de overheid in de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.

65
New cards

Stemrecht

Het parlementaire recht om wetsvoorstellen te aanvaarden of te verwerpen.

66
New cards

Budgetrecht

Het parlementaire recht om de rijksbegroting wel of niet goed te keuren.

67
New cards

Recht van initiatief

Het parlementaire recht om een wetsvoorstel in te dienen.

68
New cards

Recht van amendement

De mogelijkheid van de Tweede Kamer om een wetsvoorstel te wijzigen.

69
New cards

Recht om vragen te stellen

Het parlementaire recht om zowel schriftelijke als mondelinge vragen te stellen aan de minister.

70
New cards

Recht om een motie in te dienen

Het parlementaire recht tot een verzoek aan de minister om iets te doen of juist niet te doen.

71
New cards

Recht van interpellatie

Het parlementaire recht om een spoeddebat aan te vragen met de minister.

72
New cards

Recht van onderzoek en enquête

Het parlementaire recht om een onderdeel van het regeringsbeleid grondig te onderzoeken.

73
New cards

Politieke cultuur

De manier waarop politici met elkaar omgaan in een land en met elkaar samenwerken.

74
New cards

Poldermodel

Nederlandse democratische cultuur waarbij partijen bereid zijn compromissen te sluiten en met elkaar te overleggen.

75
New cards

Decentralisatie

De rijksoverheid stelt de grote lijnen vast en laat de precieze invulling over aan lagere overheden (gemeenten en provincies).

76
New cards

Gemeenteraad

Direct gekozen volksvertegenwoordiging die de belangrijkste besluiten neemt in een gemeente.

77
New cards

College van burgemeester en wethouders

Het dagelijks bestuur van de gemeente.

78
New cards

Ruimtelijke ordening

Het indelen van een gebied op basis van duidelijke plannen en regels.

79
New cards

Provinciale Staten

De direct gekozen vertegenwoordigers van de provincie.

80
New cards

Gedeputeerde Staten

Het dagelijks bestuur van de provincie.

81
New cards

Commissaris van de Koning

De voorzitter van zowel Gedeputeerde Staten als van Provinciale Staten.

82
New cards

Waterschap

Regionaal overheidsorgaan dat verantwoordelijk is voor de waterhuishouding.

83
New cards

Politieke agenda

De onderwerpen waarover politici met elkaar gaan praten.

84
New cards

Politieke actoren

Alle personen en organisaties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces.

85
New cards

Lobbyen

Het persoonlijk contact zoeken met politici en ambtenaren om zo te proberen de regelgeving te beïnvloeden.

86
New cards

Vierde macht

Benaming voor ambtenaren vanwege hun invloed op de politiek.

87
New cards

Informatieve functie

Het geven van informatie door de media over politieke en maatschappelijke kwesties.

88
New cards

Onderzoekende of agendafunctie

Het signaleren en publiceren van problemen door grondig onderzoek door de media.

89
New cards

Commentaarfunctie

Het becommentariëren van allerlei politieke kwesties door de media.

90
New cards

Platformfunctie

Het ruimte geven aan politici, organisaties en burgers om hun mening te geven in de media.

91
New cards

Controlerende of waakhondfunctie

Het kritisch volgen van politici door de media.