Hoofdstuk 8 - Socialisatie: hoe werkt dat en waarom?

studied byStudied by 2 people
5.0(1)
Get a hint
Hint

Socialisatie

1 / 25

flashcard set

Earn XP

Description and Tags

Psychology

26 Terms

1

Socialisatie

Het aanleren van de cultuurcomponenten van jouw cultuur (cultuuroverdracht)

New cards
2

Socialisatoren

De drie niveaus van socialisatie:

  • Primaire socialisatie

  • Secundaire socialisatie

  • Tertiaire socialisatie

New cards
3

Socialisatie: Kenmerken

  • Socialisatie begint bij geboorte tot…

  • Socialisatie kan je persoonlijkheid veranderen

  • Drie niveaus: Primair / secundair / tertiaire

New cards
4

Primaire socialisatie

  • Vnl. door ouders, gezin, kinderopvang, heel nabije omgeving

  • Vnl. in (vroege) kindertijd, maar ook later nog.

New cards
5

Secundaire socialisatie

  • Door secundaire relaties, vaak formeler (leerkracht, leiders, sportclub, vrienden, …)

  • Aanleren / aanvullen van nieuwe (of zelfs andere) waarden

  • Belangrijke rol voor peergroup

New cards
6

Peergroup

groep mensen met gelijkaardige status, leeftijd, belang(stelling), ‘vriendengroep’

New cards
7

Tertiaire socialisatie

Door massamedia:

  • Films, series, muziek, reclame…

  • vaak spiegelen aan rolmodellen (vloggers, influencers, tv, persoonlijkheden… )

New cards
8

Nature: aangeboren

  • Huidskleur, geaardheid, geslacht, karakter (deels)

  • Gevoelens

  • Primaire behoeften (voedsel, bescherming, affectie,…)

New cards
9

Nurture: aangeleerd

  • Door socialisatie wordt geleerd hoe aangeboren elementen binnen een cultuur worden gebruikt

  • Vb: eten met mes en vork, geen woede-uitbarstingen thuis, geen seks in het openbaar, …

New cards
10

Acculturatie

overnemen van componenten uit een ander cultuur

New cards
11

Acculturatie: Voordelen

  • Culturele diversiteit: Het bevordert uitwisseling van ideeën en verrijking van culturele praktijken.

  • Flexibiliteit: Acculturatie maakt aanpassing aan nieuwe omgevingen mogelijk.

  • Economische groei: Het kan economische kansen vergroten door handel en samenwerking.

New cards
12

Acculturatie: Nadelen

  • Cultuurschok: Acculturatie kan stress en onzekerheid veroorzaken bij individuen.

  • Verlies van tradities: Te veel acculturatie kan leiden tot het verwaarlozen van eigen culturele waarden.

New cards
13

Enculturatie

overnemen van componenten uit eigen cultuur

New cards
14

Enculturatie: Voordelen

  • Stabiliteit: Enculturatie zorgt voor continuïteit van culturele tradities en normen binnen een samenleving.

  • Identiteitsvorming: Het helpt individuen bij het ontwikkelen van een culturele identiteit.

  • Sociale cohesie: Gemeenschappelijke waarden en normen bevorderen een gevoel van verbondenheid.

New cards
15

Enculturatie: Nadelen

  • Beperkingen: Enculturatie kan leiden tot rigide denkpatronen en weerstand tegen verandering.

  • Culturele isolatie: Overmatige nadruk op eigen cultuur kan leiden tot afstand van andere culturen.

New cards
16

Integratie

wanneer een bevolkingsgroep als een gelijkwaardige medespeler wordt opgenomen in de ontvangende samenleving. De minderheid past zich in in de bestaande samenleving, maar behoudt eigen waarden- en normenstelsel. De meerderheid respecteert de culturele eigenheid van de minderheid.

New cards
17

Assimilatie

een minderheid weet zich in verregaande mate aan te passen aan de ontvangende samenleving en verliest grotendeels haar eigen culturele eigenheid.

New cards
18

Stereotypering

Door socialisatie ontstaat het gevaar dat je aan stereotypering gaat doen. Individuen die gedrag vertonen dat afwijkt van een doorsnee lid van de eigen samenleving, andere culturen ..., ga je dan als anders aanzien. Hun kenmerken worden veralgemeend.

New cards
19

Anticiperende socialisatie

gedrag, w&n, statussymbolen,… overnemen in afwachting van een nieuwe (betere) groep

Vb: lippenstift bij jonge meisjes, dure wagen, …

New cards
20

(re)socialisatie

Wanneer omstandigheden wijzigen

Vb. Na 5 jaar gevangenisstraf mag je reeds 2 dagen per week uit de gevangenis gaan werken.

New cards
21

Culturele identiteit

het geheel van gemeenschappelijke patronen en gebruiken van een samenleving die over generaties heen worden doorgegeven. Ook culturele identiteit verandert continu door de interactie met elkaar en met andere culturen.

New cards
22

Instituties

Een instelling die belangrijke waarden verwezenlijkt en de fundamentele behoeften van de samenleving vervult. Institutionalisering betekent het oprichten van instituties.

New cards
23

instituties: rol?

  • Zorgen voor stabiliteit

  • Dragen cultuur over (continuïteit)

New cards
24

instituties: voordelen?

  • Maken ons leven makkelijker: we moeten zelf niet meer nadenken hoe ons te gedragen

  • Ze maken keuzes voor ons (opvoedende functie)

  • (anderzijds werkt bovenstaande ook beperkend!)


New cards
25

instituties: toenemende belang van school?

Diploma’s worden belangrijker (jongeren langer naar school)

  • Meer ‘2 verdieners’ (grotere opvoedende rol voor school)

  • Gezin, kerk etc… als instituties worden minder belangrijk

    Vb. seksuele opvoeding, discipline,… meer taak van school

New cards
26

New cards

Explore top notes

note Note
studied byStudied by 6 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 73 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 22 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 29 people
... ago
5.0(2)
note Note
studied byStudied by 44 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 5 people
... ago
5.0(1)
note Note
studied byStudied by 650 people
... ago
4.7(13)

Explore top flashcards

flashcards Flashcard (48)
studied byStudied by 20 people
... ago
4.0(5)
flashcards Flashcard (64)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (57)
studied byStudied by 23 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (23)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (146)
studied byStudied by 8 people
... ago
5.0(2)
flashcards Flashcard (76)
studied byStudied by 17 people
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (111)
studied byStudied by 1 person
... ago
5.0(1)
flashcards Flashcard (22)
studied byStudied by 13 people
... ago
5.0(1)
robot