1/84
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
internationale overeenkomst over regels die partijen in acht moeten nemen
conventie
vriendschappelijke verstandhouding tussen mogendheden
entente
(militair) bondgenootschap, samenwerkingsband
alliantie
verdrag, overeenkomst tussen staten, traktaat van een regering met de paus
concordaat
het van stap tot stap ernstiger worden van een conflictsituatie, waardoor een zodanige toestand wordt geschapen dat er geen weg terug is
escalatie
grondwet
constitutie
het ontkennen van historische gebeurtenissen waarvan algemeen aanvaard is dat ze hebben plaatsgevonden
negationisme
het streven om de Joden naar een eigen zelfstandige, nationale staat in Palestina terug te brengen
zionisme
alleenheerschappij
autocratie
politiek die niet uitgaat van idealen, maar van de feitelijke toestanden en direct streeft naar concrete en tastbare resultaten
realpolitik
regering van slechts weinig personen die behoren tot de bevoorrechte klasse
oligarchie
onrechtmatige begunstiging van verwanten of vriendjes bij het vergeven van posten, virendjespolitiek
nepotisme
hoogste staatsgezag
soevereiniteit
racisme tegen de Joden gericht
antisemitisme
algehele uitroeiing van Joden, besproken op de Wannsee-Konferenz van 20 januari 1942
Endlösung
klasse van bezitloze arbeiders
proletariaat
samenwerking met de vijand
collaboratie
iemand die veel talen spreekt
polyglot
iemand die vreemde invloeden probeert te weren, taal moet correct zijn
taalpurist
taalkunde, hoe varieert de taal afhankelijk van de sociale klasse
sociolinguïstiek
individuele taalgebruikers zijn in staat om voor verschillende situaties of contexten andere taalvarianten te gebruiken en te herkennen bij anderen
communicatieve competentie
je koester verwachtingen over elkaar gedrag en houdt er onbewust rekening mee tijdens een gesprek
accomodatie
het gedeelte van taalkunde waarin men de relatie tussen taalhandelingen en taalgebruikers bestudeert
pragmatiek
vooronderstellingen (syn)
presupposities
voor een goede communicatie is er samenwerking nodig
coöperatieprincipe
smeermiddel voor sociale interacties
beleefdheidsprincipe
taalhandelingen moet passen bij hun gebruikscontext
pragmatische gepastheid
woordenboekbetekenis
denotatie
gevoelsbetekenis
connotatie
met een taalhandeling probeer je iets duidelijke te maken zonder dat letterlijk te zeggen
verbogen bedoeling of implicatuur
je neemt alle belangrijk factoren bij de uiting in overweging en dan pas neem je een conclusie
inferentie
beweging in de schilderkunst met een fundamenteel anarchistische trek: de kunstenaars willen weg van de traditie en terug naar een spontane, niet-beredeneerde kunst, waarbij het scheppen belangrijker is dan het product
Cobra
experimentele dichters gaan deze visie bewerkstellingen aan de hand van beeldrijke taal
vijftigers
de betekenis van een woord wordt volledig losgelaten
atonale poëzie
een verhaaltechniek die een schrijver toepast om de gedachten, herinneringen en gevoelens van binnenuit te beschrijven
stream of consciousness
een apart provocerend boek dat bij zijn verschijnen de nodige ophef veroorzaakt
cultboek
basisvorm van een woord, zonder verbuigingen en vervoegingen
lemma
woorden die je nodig hebt of die een aanvulling zijn op wat je kende
fast mapping en single shot learning
het woordenboek in ons hoofd onderscheiden van een gewoon woordenboek en het gaat om een individueel kennissysteem
mentaal lexicon
woorden die semantisch, formeel of functioneel bij elkaar horen
woordvelden
gelijke betekenis, maar verschillende vorm
synoniem
tegengestelde betekenis
antoniem
gelijke vorm met volledig verschillende betekenis
homoniem
gelijke vorm met verwante betekenis
polysemie
onze taal beïnvloedt ons denken (NU: maar begrenst het niet)
Sapir-Whorfhypothese
naaktkat = subcategorie
hyponiem
dier = hoofdcategorie
hyperoniem
bij botsende klinkers wordt de hele groep stemloos, bv dakvenster, behalve als de 2e medeklinker een d of b is bv opdagen
assimilatie
het verschillend maken van klanken bv martelen en martelaar ipv marteren en marteraaar
dissimilatie
belangerijk concept = intertekstualiteit, binnen een tekst wordt er verwezen nr een andere gesproken of geschreven teksten, vooral via citaten
postmodernisme
geeft een realistisch beeld van mens, tijd en omgeving en bevat een aanklacht tegen sociaal schrijnende omstandigheden, waaraan het personage het hoofd moet bieden
sociaal realisme
literair genre waarin je de psychologische en morele groei nr volwassenheid volgt van de hoofdpersoon
de coming-of-ageroman
in het eerste levensjaar start de ontwikkeling van klankherkenning en klankproductie
de voortalige periode
in het tweede levensjaar start de ontwikkeling van een woordgeheugen en de woordproductie
de vroegtalige periode
in het derde levensjaar start de ontwikkeling van het zinsbegrip en de zinsproductie
de differentiatiefase
het kind ontdekt verbanden tussen de woorden en merkt het dat werkwoorden meestal op een regelmatige manier worden vervoegt en past het dan overal toe
overgeneralisatie
rond de leeftijd van zes jaar kan een kind alle klanken van de moedertaal goed uitspreken
voltooiingsfase
ze herhalen de eerste of beklemtoonde lettergreep van een woord. meesten is dat de eerste geheel of gedeeltelijk (boterham → bobo)
reduplicatie
het kind articuleert bepaalde constanten meer nr voren in de mond ( dank u → dant u)
fronting
een kind vervangt liquidae (l, r) door semivocalen of ‘glides’ (j, w)
gliding
een medeklinker in het begin van een woord schuift op naar het midden
progressieve assimilatie
een medeklinker uit het midden van een woord keert terug aan het begin van dat woord
regressieve assimilatie
een medeklinker uit het midden van een woord keert terug aan het begin van dat woord
regressieve assimilatie
bij het uitspreken van een woord worden één of meerdere klanken weggelaten, hoewel ze wel geschreven worden
deletie
bestaat uit de eerste letters van een woord en je leest het letter voor letter, spel je zonder puntjes
initiaal woord
bestaat uit de eerste letters van een woord en je leest het als een woord, spel je zonder puntjes
letterwoord
als woorden die grammaticaal bij elkaar horen van elkaar gescheiden worden door andere woorden
tangconstructie
een taalstoornis ten gevolge van een hersenletsel en treedt bv op na een beroerte
afasie
oplettend
alert
het in contact komen met een stof, straling, of ander factor die schadelijk kan zijn
de blootstelling
te maken met het denken
cognitief
de storing
de interferentie
de vaktaal
het jargon
een woord waarop je kunt zoeken
het lemma
een taalkundige
de linguïst
de volwassenheid
de maturiteit
de schelwoorden
de schuttingstaal
de centrale figuur
de spilfiguur
onderzoekt de doelstelling en de doelgroep van een tekst en gaat na hoe de inhoud van een tekst op beide aspecten in afgestemd
functionele tekstanalyse
de syntactische samenhang van zinnen
cohesie
de manier waarop een gesproken of geschreven tekst samenhangt en door de lezer en luisteraar als inhoudelijk samenhangend ervaren wordt
coherentie
onderzoekt in hoever het taalgebruik door gender bepaald wordt
genderlinguïstiek
getal fetisjisme
prosodie
kwalitatief verschil