Dierkunde - overzicht dierenrijk

dieren zonder gespecialiseerde weefsels

Parazoa

Belangrijkste phylum binnen de Parazoa

Porifera

vul aan

i osculum

ii ostium

iii ephiteliale wand

iv amoebocyte

v ostium

vi choanocyte

vii spongine vezel

viii spicula

dieren met echte weefsels

eumetazoa

wat zijn de geziene Eumetazoa phyla die niet bilateriaal zijn

Cnidaria (neteldieren)

Ctenophora (ribkwallen)

vul aan

i poliep

ii meduse

iii mond

iv tentakels

v gastrodermis

vi gastrovasculaire holte

vii mesoglea

viii epidermis

leg uit

nematocyt die nematocyst afschiet in de prooi en met de tubule toxine injecteert

geef de classificatie van de Cnidaria

Anthozoa (bloemdieren)

Hydrozoa (kwalpoliepen)

Scyphozoa (schijfkwallen)

Cubozoa (dooskwallen)

[Staurozoa (steelkwallen/sterkwallen)]

geef de twee soorten protostomen

lophotrochozoa en ecdysozoa

geef de twee soorten lophotrochozoa

lophophoren en trochophoren

vul aan

i oogvlek

ii darm diverticulum

iii darm

iv uitstulpbare pharynx

v pharynxopening (mond)

vi testis

vii epidermis

viii circulaire spierlaag

ix darm

x longitudinale spierlaag

xi dorsoventrale spier

xii oviduct

xiii zaadleider

xiv zenuwstreng

wetenschappelijke naam trilhaarwormen

Turbellaria (phylum Platyhelminthes)

wetenschappelijke naam zuigwormen

Trematoda (phylum Platyhelminthes, subphylum Neodermata)

wetenschappelijke naam lintwormen

Cercomeromorpha (ook Cestoda, phylum Platyhelminthes, subphylum Neodermata)

geef de twee besproken voorbeelden van Trematoda

Clonorchis sinensis (Chinese leverbot) en Schistosoma

levenscyclus van Clonorchis sinensis (Chinese leverbot)

ei bevat miracidiumlarve → komt vrij via faeces → in water opname door slak → transformeert tot sporocyst, dan redialarve, dan cercarialarve → komen vrij in water → boort zich in spieren of tussen schubben van vis → transformeert tot metacercaria in cyste → mens (, kat, hond, varken) eet rauwe vis → cyste lost op in darmen → jonge worm migreert naar galkanaal en matureert → verzoorzaakt levercirrose

wat is een Schistosoma

parasitaire platworm die Schistosomias (of zwemmersjeuk) veroorzaakt, doodt 200 000 mensen per jaar → leeft in bloedvaten van darm of urineblaas en breekt door de bloedvatwand om naar buiten te komen via de darm of urineblaas, coaten zichzelf met antigen van gastheer waardoor ze immunologisch onzichtbaar zijn

besproken voorbeeld van Cercomeromorpha (lintworm)

Taenia saginata (runderlintworm)

levenscyclus van de Taenia saginata (runderlintworm)

runderen eten besmette vegetatie → vormen cysten in het spierweefsel van het rund → mens eet niet doorbakken biefstuk → uit de cyst komt de lintworm terecht in de darm, nestelt zich en begint te groeien (tot wel 10m)

geef de klassen van mollusken die we bespraken

Polyplacophora (keverslakken)

Gastropoda (slakken)

Bivalvia (tweekleppigen of schelpdieren)

Cephalopoda (inktvissen)

vul aan (begin op 12u en ga met de klok mee)

hart

lever

adductor spier

gonaad

anus

uitademsifon

inademsifon

kieuwen

mantel

voet

darm

mond

maag

scharnierligament

schelp

wetenschappelijke naam rondwormen

Annelida (gelede wormen)

vul aan

i clitellum

ii chaetae

iii segmenten

iv mond

v cerebrale ganglia

vi pharynx

vii harten

viii oesophagus (slokdarm)

ix dorsaal bloedvat

x darm

xi septa

xii longitudinale spieren

xiii nephridium

xiv circulaire spieren

xv ventraal bloedvat

xvi zenuwstreng

xvii vrouwelijke gonaden

xviii mannelijke gonaden en zaadoplagzakje

traditionele classificatie Annelida

Polychaeta (borstelwormen)

Oligochaeta (aardwormen)

Hirudinea (bloedzuigers) (laatste twee clitellata → hebben clitellum)

moderne classificatie Annelida

Errantia (dolend, mobiel)

Sedentaria (sedentair, sessiel) (→ clitellata)

bevruchting en ontwikkeling aardwormen

hermafrodiet: kruisbestuiving (69) door poriën → sperma naar zaadopslagzakjes gebracht → clitellum wordt slijmcocon → glijdt over vrouwelijke gonaden en eitjes worden erin afgezet → daarna spermacellen → cocon wordt afgezet → eitjes ontwikkelen direct naar worm

vul aan

i mond

ii pharynx

iii darm

iv uterus

v anus

vi ovarium

vii genitale porus

viii excretiekanaal

ix epidermis

x longitudinale spierlaag

xi excretiekanaal

xii uterus

xiii ovarium

xiv zenuwstreng

xv cuticula

xvi oviduct

xvii pseudocoel

xviii darm

typevoorbeeld Nematoda

Caenorhabditis elegans