Strafrecht 2 jurisprudentie | Quizlet

Tolbert

Alleen als de geestelijke stoornis zo ernstig is dat de verdachte ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de mogelijke gevolgen zou hebben ontbroken van zijn daden te begrijpen, kan hij worden vrijgepleit van opzet.

Vrijspraak voormalige neuroloog

Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan een aanmerkelijke kans (bewuste aanvaarding) is niet alleen vereist dat de verdachte de wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans. Maar deze ook welbewust aanvaard (op de koop toe heeft genomen). Hier veranderd de omstandigheid dat iemand een professional is niks aan.

PTSS en noodweerexces

Het moet aannemelijk zijn dat de veroorzaakte gemoedsbeweging van doorslaggevend belang is geweest voor de verweten gedraging. Niet is uitgesloten dat andere factoren mede hebben bijgedragen aan het ontstaan van die hevige gemoedsbeweging, maar aan het gevolgvereiste is niet voldaan indien die hevige gemoedsbeweging in essentie is terug te voeren op een eerder bestaande emotie

Cito-criterium

Er is sprake van een begin van uitvoering indien de gedragingen naar haar uiterlijke verschijningsvorm moeten worden beschouwd als te zijn gericht op de voltooiing van het misdrijf.

Remkabel

Volgens de Hoge Raad is vrijwillige terugtred ook mogelijk bij een voltooide poging, mits de verdachte actief iets doet om het gevolg te voorkomen. De gedraging moet naar aard en tijdstip geschikt zijn om de voltooiing te beletten. Hoe waarschijnlijker het intreden van het gevolg, hoe minder snel vrijwillige terugtred wordt aangenomen.

Bestemming

Van strafbare voorbereiding in de zin van art. 46 lid 1 Sr is alleen sprake wanneer de handelingen van de verdachte gericht zijn op het daadwerkelijk begaan van een misdrijf. Als de voorbereiding niet kan leiden tot uitvoering omdat de beoogde uitvoerder het plan niet wil uitvoeren, is geen sprake van strafbare voorbereiding.

poging tot bevrijding

Voor een strafbare poging (art. 45 lid 1 Sr) moet worden beoordeeld of de gedragingen naar hun uiterlijke verschijningsvorm gericht zijn op voltooiing van het voorgenomen misdrijf. Daarbij zijn onder meer van belang:

1. de nabijheid van de gedragingen tot voltooiing van het misdrijf,

2. de concretisering van die gedragingen, en

3. of sprake is van een samenstel van handelingen dat feitelijke uitvoering inhoudt.

Als deze factoren wijzen op daadwerkelijke uitvoering, is er sprake van een strafbare poging.

drijfmest-criteria

Volgens het Drijfmestarrest moet een gedraging “in redelijkheid zijn toe te rekenen” aan de rechtspersoon. Belangrijk daarbij is dat de gedraging of zorgplichtschending heeft plaatsgevonden in de sfeer van de rechtspersoon. Toerekening kan plaatsvinden wanneer de gedraging is verricht door iemand in dienstbetrekking, past binnen de normale bedrijfsvoering, dienstig is aan het bedrijf en door de rechtspersoon is beschikt of aanvaard. Ook nalatigheid of het niet naleven van zorgplichten kan hierbij voldoende zijn.

IJzerdraad

IJzerdraad criteria – twee criteria voor functioneel daderschap (“de situatie waarin een ander dan degene die fysiek handelt heeft te gelden als dader op grond van zijn maatschappelijke functie”): Beschikkingsmacht over (1) en aanvaarding van het verboden fysieke gedrag van een ander (2).

medeplichtigheid door nalaten

Wanneer op een persoon een rechtsplicht rust om in te grijpen en deze persoon opzettelijk nalaat om te handelen, terwijl hij zich willens en wetens blootstelt aan de aanmerkelijke kans dat door dit nalaten een strafbaar feit wordt gepleegd of voltooid, kan dit nalaten medeplichtigheid opleveren

medeplichtheid en opzet

Voor medeplichtigheid is het niet vereist dat het opzet van de medeplichtige is gericht op de precieze wijze waarop het gronddelict wordt gepleegd.
Er moet echter voldoende verband bestaan tussen het misdrijf waarop het opzet van de medeplichtige was gericht en het uiteindelijk gepleegde gronddelict.
Of dit verband aanwezig is, hangt af van de aard van het gronddelict, de aard van de gedraging van de medeplichtige en de overige omstandigheden van het geva

onvrijwillige taxirit

Voor medeplegen is vereist dat sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking en een gezamenlijke uitvoering.
Ook passief gedrag kan medeplegen opleveren, wanneer dit gedrag een wezenlijke bijdrage levert aan het strafbare feit en de verdachte willens en wetens deelneemt aan het gezamenlijk optreden.

Vlinderbom

Louter aanwezig zijn, instemmen met of zich niet distantiëren van een door een ander gepleegd strafbaar feit is onvoldoende om medeplegen aan te nemen.
Voor medeplegen is vereist dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking en een wezenlijke bijdrage aan het delict.

overzichtarrest medeplegen

Voor medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking en een wezenlijke bijdrage aan het delict.
Bij de beoordeling kan worden gekeken naar:
• de intensiteit van de samenwerking;
• de onderlinge taakverdeling;
• de rol in voorbereiding, uitvoering en afhandeling;
• de aanwezigheid op cruciale momenten;
• het al dan niet terugtrekken op een geschikt moment.

Vrijwillige terugtred bij deelneming

Bij medeplegen van een poging kan vrijwillige terugtred alleen worden aangenomen wanneer de verdachte zelf actief terugtreedt door omstandigheden die van zijn wil afhankelijk zijn.
Voor medeplichtigen of uitlokkers geldt dat zij kunnen profiteren van het vrijwillig terugtreden van de pleger of medepleger(s).

aanvaarding bij voorwaardelijk opzet

Bepaalde gedragingen kunnen naar hun uiterlijke verschijningsvorm worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het - behoudens contra-indicaties - niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het desbetreffende gevolg heeft aanvaard.