Biologische antropologie boekdeel 2 H4: begrippen

Affectieve neurowetenschappen

Zoekgedrag, woede, vrees, paniek, spel, zorg, lust.

Seeking system

Nieuwsgierigheid, avontuurlijkheid, etc.

Rage system

Agressiesysteem.

Fear system

Angstsysteem - fight/flight/freeze.

Panic system

Paniek/verdriet.

Play system

Speels gedrag, leren, sociaal zijn.

Care system

Empathisch systeem.

Lust system

Seksuele aandriften: voortplanting en binding

Dreigingsgerelateerde emoties

Angst, paniek, schaamte.

Verlies- en hechting gerelateerde emoties

Verdriet, eenzaamheid, jaloezie.

Reproductie- en partner gerelateerde emoties

Liefde, aantrekking, jaloezie.

Status- en dominantie gerelateerde emoties

Woede, trots, minachting.

Onderzoeks- en exploratiegerelateerde emoties

Nieuwsgierigheid, verwondering.

Emoties met sociale signaalfunctie

Schaamte, schuld, trots.

AZS en antisociaal gedrag

Het ASZ van mensen die reeds sinds vroege leeftijd herhaaldelijk met het strafrecht in aanmerking komen voor eerder ernstige feiten en van mensen bij wie de antisociale persoonlijkheid is vastgesteld, is duidelijk minder reactief dan het hartslagpatroon van de gemiddelde mens. Dit uit zich onder meer in de verlaagde hartslag in rust.

Huidgeleiding

Hiermee wordt de mate van zweet bepaald.

Hunkerend brein

Normale BAS + gebrekkig BIS. Overactief BAS en minder actief BIS. Zijn onevenwichten die het brein laten 'hunkeren' naar evenwicht. Kan mensen in de problemen brengen zoals gokverslaving, alcohol en drugs.

Gewetensvorming en het brein

Resultaat van een ingewikkelde verstrengeling van emotionele en cognitieve mechanisme die personen in staat stelt om morele regels van de sociale groep te internaliseren. Mensen met een sterk geweten voelen schuld, schaamte en angst wanneer ze deze regels overtreden.

Blootstelling aan lood

Invloed op cognitieve ontwikkeling.

CRH

Corticotropin-releasing hormone. Geproduceerd bij stress.

ACTH

Adrenocorticotropic hormone. Hormoon dat de adrenal glands triggered om cortisol los te laten.