1/111
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
|---|
No study sessions yet.
Politiek
Alles wat te maken heeft met het besturen van een land of gemeente.
Algemeen belang
Wat goed is voor de hele samenleving.
Democratie
Bestuursvorm waarbij het volk invloed heeft op politieke besluiten.
Directe democratie
Burgers stemmen zelf over wetten en besluiten.
Referendum
Volksstemming over een bepaald onderwerp of wet.
Indirecte democratie
Burgers kiezen vertegenwoordigers die namens hen besluiten nemen.
Parlementaire democratie
Democratie waarin het gekozen parlement de regering controleert.
Persvrijheid
Recht om zonder censuur informatie te verspreiden.
Autoritair regime
Regering waarin weinig vrijheid is en de macht bij één persoon of groep ligt.
Dictatuur
Land waar één persoon of partij alle macht heeft.
Machtenscheiding
Verdeling van de macht over wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Oppositiepartij
Partij die niet in de regering zit.
Censuur
Overheid bepaalt wat media wel of niet mogen publiceren.
One-issuepartij
Politieke partij die zich richt op één onderwerp.
Niet-democratische partij
Partij die democratische waarden niet respecteert.
Representatief
Iemand vertegenwoordigt de mening van een grotere groep.
Ideologie
Geheel van ideeën over hoe de samenleving ingericht moet worden.
Politiek links
Wil ongelijkheid verminderen en zorgtaken voor de overheid.
Politiek rechts
Wil minder overheidsbemoeienis en meer eigen verantwoordelijkheid.
Politiek midden
Combinatie van linkse en rechtse standpunten.
Liberalisme
Vrijheid van het individu staat centraal.
Socialisme
Gelijkheid en solidariteit zijn belangrijk.
Sociaaldemocratie
Streeft naar meer gelijkheid via democratische weg.
Christendemocratie
Gaat uit van christelijke waarden en samenwerking.
Confessionalisme
Politieke stroming gebaseerd op geloof.
Maatschappelijk middenveld
Organisaties tussen burger en overheid, zoals vakbonden.
Ecologisme
Bescherming van natuur en milieu staat centraal.
Populisme
Richt zich op "de stem van het volk" tegenover de elite.
Nationalisme
Belang van het eigen volk en land staat voorop.
Progressief
Gericht op vernieuwing en vooruitgang.
Conservatief
Gericht op het behouden van bestaande tradities.
Actiegroep
Groep die actie voert om één doel te bereiken.
Belangengroep
Groep die opkomt voor een bepaald belang.
Politieke partij
Organisatie die probeert invloed te krijgen op het bestuur via verkiezingen.
Actief kiesrecht
Recht om te stemmen.
Passief kiesrecht
Recht om je verkiesbaar te stellen.
Lijsttrekker
Leider van een partij bij verkiezingen.
Spindoctor
Adviseur die de boodschap van een partij positief probeert te beïnvloeden.
Zwevende kiezer
Kiezer die niet trouw is aan één partij.
Opiniepeiling
Onderzoek naar de stemvoorkeur van mensen.
Evenredige vertegenwoordiging
Aantal zetels hangt af van het percentage stemmen.
Districtenstelsel
Land verdeeld in gebieden; per district één vertegenwoordiger.
Regering
Koning + ministers.
Kabinet
Ministers + staatssecretarissen.
Minister
Lid van de regering met eigen beleidsterrein.
Staatssecretaris
Ondersteunt een minister.
Premier
Minister-president, leider van het kabinet.
Troonrede
Jaarlijkse toespraak van de koning over het regeringsbeleid.
Miljoenennota
Samenvatting van alle plannen en begrotingen voor het komende jaar.
Coalitie
Samenwerkende regeringspartijen.
Regeerakkoord
Afspraken tussen coalitiepartijen.
Rijksbegroting
Overzicht van alle inkomsten en uitgaven van de overheid.
Kabinetsformatie
Proces van het vormen van een nieuw kabinet.
Formateur
Politicus die een kabinet samenstelt.
Constitutionele monarchie
Koning(in) gebonden aan de grondwet.
Ministeriële verantwoordelijkheid
Ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning zegt en doet.
Onschendbaar
De koning is niet verantwoordelijk voor zijn daden.
Demissionair kabinet
Kabinet dat na val van regering blijft regeren tot nieuwe verkiezingen.
Parlement
Eerste en Tweede Kamer samen.
Staten-Generaal
Officiële naam van het parlement.
Tweede Kamer
Volksvertegenwoordiging; controleert en maakt wetten.
Eerste Kamer / Senaat
Keurt wetsvoorstellen goed of af.
Fractie
Groep Kamerleden van dezelfde partij.
Regeringspartij
Partij die deel uitmaakt van de regering.
Oppositiepartij
Partij buiten de regering.
Trias politica
Scheiding tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht.
Stemrecht
Recht om te stemmen.
Budgetrecht
Recht om de begroting goed of af te keuren.
Recht van initiatief
Recht om wetsvoorstellen te doen.
Recht van amendement
Recht om wetsvoorstellen te wijzigen.
Recht om vragen te stellen
Kamerleden mogen ministers vragen stellen.
Recht van motie
Kamer mag een wens of oordeel uitspreken.
Recht van interpellatie
Kamer mag een minister ter verantwoording roepen.
Recht van onderzoek en enquête
Kamer mag onderzoek doen.
Politieke cultuur
Gewoonten en omgangsvormen in de politiek.
Poldermodel
Samenwerken en compromissen sluiten.
Decentralisatie
Taken van de rijksoverheid worden naar lagere overheden verplaatst.
Gemeenteraad
Volksvertegenwoordiging in de gemeente.
College van burgemeester en wethouders (B&W)
Dagelijks bestuur van de gemeente.
Ruimtelijke ordening
Inrichting van ruimte in Nederland.
Provinciale Staten
Volksvertegenwoordiging van de provincie.
Gedeputeerde Staten
Dagelijks bestuur van de provincie.
Commissaris van de Koning
Vertegenwoordiger van het rijk in de provincie.
Waterschap
Organisatie die zorgt voor waterbeheer.
Politieke agenda
Onderwerpen waarover politici praten en besluiten nemen.
Politieke actor
Persoon of organisatie die invloed uitoefent op politiek beleid.
Lobbyen
Persoonlijk invloed proberen uit te oefenen op politici.
Vierde macht
Ambtenarenapparaat dat beleid uitvoert en beïnvloedt.
Informatieve functie
Media informeren burgers.
Onderzoekende of agendafunctie
Media brengen problemen aan het licht.
Commentaarfunctie
Media geven meningen over politiek.
Platformfunctie
Media geven ruimte aan debat.
Controlerende functie
Media controleren politici.
Soevereiniteit
Zelfbeschikking van een land.
Europese Unie (EU)
Samenwerkingsverband van Europese landen.
Euro
Gemeenschappelijke munt van de EU.
Europese integratie
Proces van steeds nauwere samenwerking tussen EU-landen.
Interne markt
Vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen.
Europese Commissie
Dagelijks bestuur van de EU.
Raad van Ministers
Ministers van EU-landen nemen besluiten.