1/72
Looks like no tags are added yet.
Name | Mastery | Learn | Test | Matching | Spaced |
---|
No study sessions yet.
air, sky
de lucht
sky, heavens
de hemel
precipitation
de neerslag
dew
de dauw
humidity
de luchtvochtigheid
shower (rain)
de bui
downpour
de stortbui
hail
de hagel
hurricane
de orkaan
lightning
de bliksem
thunder
de donder
spring
de lente
summer
de zomer
autumn, fall
de herfst
winter
de winter
frost
de vrost
heatwave
de hittegolf
cold (noun)
de kou
warmth
de warmte
breeze
de bries
to hail
hagelen
to blow (wind)
waaien
to thunderstorm
onweren
to thaw
dooiën
to freeze
vriezen
to drip
druppelen
to drizzle lightly
miezeren
to spatter
spetteren
to cloud over
betrekken (lucht)
to clear up
opklaren
to warm up
opwarmen
to cool down
afkoelen
to steam (mist rising)
dampen
to flood
overstromen
to melt
smelten
to pick up (wind starts blowing)
opsteken
cloudy
bewolkt
partly cloudy
lichtbewolkt
humid
vochtig
wet
nat
calm (no wind)
windstil
windy
winderig
stormy
stormachtig
stuffy, oppressive
benauwd
snowy
sneeuwerig
rainy
regenachtig
muggy
broeierig
it’s pouring
het giet
it’s drizzling
het miezert
sweltering
snikheet
the rain is pelting down
de regen klettert neer
atmosphere
de atmosfeer
climate
het klimaat
cumulus cloud
de stapelwolk
rainbow
de regenboog
mist, haze
de nevel
veil
de sluier
wisps of clouds
de flarden wolken
tornado
de tornado
to gush
gutten
to whistle
suizen
to die down (wind)
afnemen
to whirl (leaves in wind)
tollen
to radiate
stralen
to fog up (windows)
beslaan
turbulent (weather, sea)
onstuimig
bleak, harsh (cold, wind)
guur
sultry
zwoel
searing (heat)
verzengend
soaking wet
kletsnat
fresh
fris
the weather is changing suddenly
het weer slaat om
to get some fresh air
een frisse neus halen