grondslagen vd kp hc 5

0.0(0)
studied byStudied by 0 people
learnLearn
examPractice Test
spaced repetitionSpaced Repetition
heart puzzleMatch
flashcardsFlashcards
Card Sorting

1/19

encourage image

There's no tags or description

Looks like no tags are added yet.

Study Analytics
Name
Mastery
Learn
Test
Matching
Spaced

No study sessions yet.

20 Terms

1
New cards

zelfdoding per maand

knowt flashcard image
2
New cards

suicïdale ideatie

verstaan we het actief denken aan, of het overwegen van suïcide, als mogelijkheid of als uitweg om ervaren problemen te verminderen of op te lossen.

3
New cards

commissie actuele nederlandse suïcideregistratie (CANS)

onder andere Registratienetwerk Forensische geneeskunde, ProRail, NS, de Nederlandse GGZ, initiatiefgroep Zero Suïcide, vakgroep Forensische Geneeskunde GGD GHOR NL en 113 Zelfmoordpreventie.

4
New cards

suïcidecijfers in Nederland

- In 2023 waren er 1885 zelfdodingen (gemiddeld vijf per dag).

- In Nederland is het doodsoorzaak nummer één onder jongeren.

- 60% van de suïcides is niet in beeld van de zorg (GGZ).

- Mannen overlijden vaker, vrouwen doen vaker een poging.

5
New cards

prevalentie suïcide

knowt flashcard image
6
New cards

prevalentie niet-fatale suïcidepoging

knowt flashcard image
7
New cards

NEMESIS-II

= Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study – 2 Epidemiologisch bevolkingsonderzoek laat het volgende zien:

<p>= Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study – 2 Epidemiologisch bevolkingsonderzoek laat het volgende zien:</p><p></p>
8
New cards

suïcidecijfers wereldwijd

- Suïcidecijfers verschillen tussen landen van 0.4 – 44 per 100.000 inwoners.

- Van de 170 landen van de WHO, leveren 60 goede kwaliteit data.

- High income versus low middle income landen:

o LMC = suïcide is vaker illegaal.

o HIC = suïcide telt voor 81% van de gewelddadige doden, 44% voor mannen, en 70% voor vrouwen.

9
New cards

Risico factoren suïcide

= sociaal, psychologisch en biologische factoren.

- Persoonlijkheid en individuele verschillen = hopeloosheid en impulsiviteit.

- Cognitieve factoren = rumineren, thought suppression, future thinking (geen cognitieve capaciteit om een toekomstbeeld te schetsen).

- Sociale factoren = contagion en sociaal isolement.

- Negatieve levenservaringen = tegenslagen in de kindertijd en trauma.

- Aanwezigheid van een psychische stoornis.

10
New cards

risicogroepen suïcide

- Individuen die een trauma hebben ervaren.

- Sociaal geïsoleerde of gemarginaliseerde mensen (bijvoorbeeld ouderen, LHBTIQ+).

- Recente stressfactoren (bijvoorbeeld rouw, relatie-, financiële problemen).

- Militair personeel/veteranen.

- Werknemers in de gezondheidszorg (burn-out en secundaire stress).

11
New cards

theorie van suïcide (Emile Durkheim)

- Sociale factoren = religie, familie en gemeenschap kunnen zorgen voor suïcide. - Individuele pathologie kan beïnvloed worden door die sociale context.

12
New cards

Interpersonal psychological model = Interpersonal Theory of Suicide

het verlangen naar zelfdoding wordt veroorzaakt door hoge niveaus van draaglast en gefrustreerde verbondenheid; het verlangen wordt waarschijnlijk vertaald in suïcidaal gedrag wanneer de draagkracht hoog is.

<p>het verlangen naar zelfdoding wordt veroorzaakt door hoge niveaus van draaglast en gefrustreerde verbondenheid; het verlangen wordt waarschijnlijk vertaald in suïcidaal gedrag wanneer de draagkracht hoog is.</p><p></p>
13
New cards

Integrated motivational-volitional model (IMV) of suicidal behaviour

= het model is een diathese-stress model, dat de componenten van de premotivationele (idee- en intentievorming) en vrijwillige (gedragsuitoefening) fasen van suïcidaliteit specificeert.

<p>= het model is een diathese-stress model, dat de componenten van de premotivationele (idee- en intentievorming) en vrijwillige (gedragsuitoefening) fasen van suïcidaliteit specificeert.</p>
14
New cards

Theory of Planned Behavior

hoe een gedrag op een bepaald moment op een bepaalde plek tot stand komt.

- Attitude = houding ten opzichte van het gedrag.

- Subjectieve normen = wat anderen vinden.

- Waargenomen gedragscontrole = of gedrag uitvoerbaar is.

<p>hoe een gedrag op een bepaald moment op een bepaalde plek tot stand komt.</p><p> - Attitude = houding ten opzichte van het gedrag. </p><p>- Subjectieve normen = wat anderen vinden. </p><p>- Waargenomen gedragscontrole = of gedrag uitvoerbaar is.</p>
15
New cards

Evidence-based strategieën voor suïcidepreventie

1. Artsen eerstelijnsgezondheidszorg leren omgaan met depressies en uitbreiding naar internisten en verloskundig gynaecologen etc.

2. Middelbare scholieren voorlichten over geestelijke gezondheid en uitbreiding naar universiteitsstudenten.

3. Middelenbeperking.

4. Voorlichting voor ontslag en follow-up contact en hulpverlening voor psychiatrische patiënten die ontslagen worden van de spoedeisende hulp of uit het ziekenhuis en voor patiënten na een suïcidecrisis

16
New cards

Multidisciplinaire richtlijn diagnostiek en behandeling van suïcidaal gedrag

- Het bewijs voor besluitvorming heeft belangrijke beperkingen.

- De uitkomst van een suïcidaal proces kan niet betrouwbaar worden voorspeld op basis van al het beschikbare bewijs.

- Dit wil echter niet zeggen dat er geen basis is voor het handelen van professionals in situaties die als risicovol worden beschouwd.

- De basis voor het handelen zal eerder liggen in overwegingen van goede klinische praktijk dan in ‘hard’ bewijs.

- Het bewijs geeft een richting aan, maar de besluitvorming is praktisch.

17
New cards

Chronological Assessment of Suicide Events/Episodes (CASE interview)

als er sprake is van suïcidaal gedrag, volgt het stress-kwetsbaarheidsmodel (diathese-stress model).

- Begint bij stap 3 = actuele suïcide gedachten (entrapment).

- Vervolgens stap 2 = in kaart brengen van de problemen (stressoren).

- Vervolgens stap 1 = ruimere voorgeschiedenis en eerdere episodes (langdurige kwetsbaarheid).

- Vervolgens stap 4 = toekomstige afspraken en veiligheidsplan.

18
New cards
term image

boven = CASE-interview

onder = stress-kwetsbaarheid-entrapment model

19
New cards

Collaborative Assessment & Management of Suicidality (CAMS Therapie)

= therapeutisch klinisch raamwerk voor suïcidaal gedrag van klinische en ambulante patiënten.

- Behandeling van drijfveren.

- De patiënt is actief.

- De behandelaar is empathisch en transparant.

- Dossiervorming en – beheer door de patiënt.

20
New cards

Cognitieve Gedrag Therapie (CGT) – Suïcide Prevention (SP)

- Fase 1 = beoordeling van het risico, behandelplan, crisisplan, en vaardigheden gericht op emotieregulatie en crisismanagement.

- Fase 2 = identificeren en uitdagen van onaangepaste overtuigingen die bijdragen aan suïcidaal gedrag (bijvoorbeeld hopeloosheid, perceived burdensomeness, entrapment).

- Fase 3 = terugval preventie, consolidatie van vaardigheden vergemakkelijken en leren effectief omgaan met stressvolle situaties in de toekomst.

- Randomized controlled trials ondersteunen de superioriteit van CGT-SP ten opzichte van de behandeling.