Kennisleer en Filosofie: Kernconcepten en Theorieën | Quizlet

Kentheoretische vraag

Een vraag over de kennisleer.

Scepticisme

De overtuiging dat kennis onmogelijk is, omdat er te hoge eisen aan kennis worden gesteld.

Dogmaticus

Iemand die zonder twijfel aanneemt dat dingen zijn zoals ze zijn (lage eis aan kennis).

Dogmatische sluimer

Het kritiekloos aannemen van opvattingen als waarheid.

John Locke

Britse empiristische filosoof.

Tabula Rasa

De gedachte dat mensen zonder aangeboren ideeën geboren worden.

Descartes' radicale twijfel

Twijfelen aan alles in de hoop iets te vinden waaraan je niet **** twijfelen.

Cogito ergo sum

"Ik denk, dus ik ben" (het enige waar Descartes niet aan kon twijfelen).

Nativisme

De opvatting dat sommige ideeën aangeboren zijn.

Descartes' godsbewijs

Argument dat God moet bestaan, omdat de mens het idee van perfectie niet zelf kan bedenken.

Waarneming volgens empiristen

Impressies (ervaringen) leiden tot simpele ideeën, die samengevoegd worden tot complexe ideeën.

Primaire kwaliteiten

Eigenschappen die onafhankelijk van de waarnemer bestaan (zoals vorm, massa).

Secundaire kwaliteiten

Eigenschappen die afhangen van de waarneming (zoals kleur, smaak).

Alles is substantie of eigenschap van substantie (Locke)

Primaire eigenschappen zijn waarnemeronafhankelijk, secundaire eigenschappen zijn waarnemerafhankelijk.

Bewijs van het bestaan van de buitenwereld (Locke)

We kunnen met verschillende zintuigen verifiëren dat de buitenwereld bestaat.

Objectief realisme

De werkelijkheid wordt zo objectief mogelijk weergegeven.

Subjectief realisme

De werkelijkheid wordt waargenomen en geïnterpreteerd door het individu.

Argumenten tegen het verschil tussen primair en secundair

1. De grootte van een object lijkt te veranderen afhankelijk van de waarnemer. 2. Primaire eigenschappen zijn afhankelijk van secundaire eigenschappen, waardoor het onderscheid verdwijnt.

Elementen van een oorzakelijke relatie

1. Juiste tijdsvolgorde. 2. Het moet naast elkaar gebeuren. 3. Er moet een noodzakelijk verband zijn.

Gewoontevorming / uniformiteitsprincipe

De verwachting dat de wereld zich in de toekomst gedraagt zoals in het verleden.

Pragmatisme (Peirce)

Je hebt kennis als je in situaties succesvol handelt.

Papieren twijfel

Alleen theoretische twijfel, zonder echte twijfel in de praktijk.

Doorleefde twijfel

Echte, diepe twijfel over iets.

Waarneming + reflectie = ervaring

Kennis komt van ervaring en ervaring doen wij op door onze waarnemingen en reflectie. Wij kunnen niet twijfelen aan onze ervaringen.

Esse est Percipi

Zijn is waargenomen worden.

Abstracte, conrete en denkbeeldige complexe ideeen

Enkelvoudige ideeen komen voort uit zintuigelijke impressies die worden samengevoegd tot complexe ideeen door het verstand.

3 elementen oorzakeljke relatie

1. juiste tijdsvolgorde 2. het moet naast elkaar gebeuren 3. er moet een noodzakelijk verband bestaan.

Gewoontevorming/ uniformiteitsprincipe

Verwachting van mensen dat de wereld zich zo blijft gedragen als tot nog toe het geval was.

Synthese van rationalisme en empirisme

Je hebt de aanschouwingsvormen tijd en ruimte nodig om dingen te laten bestaan (empiristisch) en vervolgens komen die dingen binnen in de categorieen van het verstand (rationalistisch).

Synthetische oordelen

Oordeel levert kennis op. Het leert je iets nieuws.

Analytische oordelen

Oordeel analyseert of verheldert wat je al weet.

A priori oordelen

Je ideeën VOORDAT je ze projecteert. (VOOR de waarneming)

A postriori

De dingen die je ontdekt NADAT je je ideeën op de wereld projecteert. (NA de waarneming)

Rol van a priori synthetische oordelen

De rol van a priori synthetische oordelen is om te laten zien dat het mogelijk is dat de wereld causaal gestructureerd is, wat betekent dat ruimte en tijd bestaan.

Noumenale wereld

Hoe de wereld op zichzelf is, onafhankelijk voor ons. 'ding an sich'.

Fenomenale wereld

Hoe de wereld is zoals die aan ons verschijnt. 'ding fur uns'.

Transcendentale filosofie

Zonder kan het niet mogelijk zijn. 'de mogelijkheidsvoorwaarde van kennis betreffend.'

Aanschouwingsvormen

Tijd en ruimte waarin alles bestaat.

Categorieen van het verstand

Tijd en ruimte.

Pragmatisme (peirce)

Je hebt kennis als je in bepaalde situaties op een bepaalde manier in meer of mindere mate succesvol handelt.

Papieren twijfel/ doorleefde twijfel

De twijfel bestaat alleen maar op papier en je twijfelt er niet aan in het echte leven.

Geen kennis maar overtuigingen

Kennis is een ware overtuiging maar meestal wat je niet honderd procent zeker of je overtuiging wel waar is.

Relativisme

De waarheid is afhankelijk van je wereldbeeld.

Overtuigingen met meer epistemische waarde

Een goede reden om aan te nemen dat iets waar is.

Nieuwe betekenis van kennis

Justified True Belief.

Genaturaliseerde epistemologie

Het idee dat ons denken en kennis een uitkomst is van een natuurlijk proces.

Rol van evolutie in de wereld kennen

Mensen zijn geevolueerd om sociaal te redeneren en te denken.

Wat kunnen we wel goed beredeneren, en waar zijn we cognitief slecht in?

Mensen zijn geevolueerd om te redeneren en denken in sociale situaties.

Welke oplossing bieden de naturalisten voor het kennis probleem

Wetenschap want het is de basis voor kennisleer wat blijkt uit het succes dat het oplevert.

Correspondentietheorie (empirisch) (realisme)

Een bewering of uitspraak is waar als deze overeenstemt met de werkelijkheid.

Coherentietheorie (idealisme)

Een bewering of uitspraak is waar als deze deel uitmaakt van een set van onderling samenhangende (coherente) uitspraken.

Pragmatische waarheidstheorie (realisme)

Een bewering of uitspraak is waar als deze leidt tot een succesvolle handeling.

Conventietheorie (wetenschappelijke consensustheorie (idealisme))

Iets is waar, als we datgene voor waar hebben aangenomen, als het binnen afspraak waar is gemaakt.