Looks like no one added any tags here yet for you.
Biographical methods
Hier worden levensverhalen en biografieën gebruikt om het bestudeerde fenomeen te begrijpen.
Case study
Onderzoek die meerdere perspectieven onderzoekt die bestaan in een specifieke setting en vormt een holistisch beeld van de situatie.
Content mapping
Zijn vragen die ontworpen zijn om problemen te benaderen.
Content mining
Zijn vragen die na content mapping gesteld worden om dieper op deze problemen in te gaan.
Conversation analysis
Omvat een gedetailleerd onderzoek van talk in interaction om te bepalen hoe het gesprek is opgebouwd en vastgesteld.
Critical case sampling
Hierbij worden mensen ondervraagd die hoe dan ook in de steekproef moeten zitten, anders is dit niet correct.
Critical Theory
Onderzoek naar hoe mensen sociale restricties verbreken.
Culturele interviews
Interviews die vragen bevatten die de deelnemers stimuleren om hun eigen verhaal te vertellen.
Deductieve proces
Een top-down manier, waarbij hypotheses worden opgesteld die vervolgens getest worden.
Deelnemend actieonderzoek
Onderzoeksvorm waarbij de personen die ‘onderzocht’ worden actief deelnemen aan het onderzoek.
Dimension mapping
Vragen die worden gebruikt om de deelnemer een richting op te sturen.
Enabling technieken
Technieken waarbij er gebruik gemaakt wordt van (vaak visuele) hulpmiddelen tijdens het gesprek.
Etnomethodologie
Het onderzoeken hoe mensen in de praktijk de sociale wereld betekenis geven.
Fenomenologie
Het omschrijven van de betekenis die mensen aan een bepaald fenomeen geven.
Focus groups
Hier worden verschillende respondenten samengebracht om het onderzoeksonderwerp te bediscussiëren als een groep.
Gatekeepers
Zijn de contactpersonen voor potentiële deelnemers.
Grounded Theory
Het analyseren van data met als doel sociale processen uit te leggen.
Ground mapping
De eerste vragen die gesteld worden om een onderwerp te ontdekken.
Heterogeneous samples
Hierbij worden meerdere groepen in meerdere steekproeven onderzocht.
Homogeneous samples
Hierbij wordt één soort groep in één steekproef onderzocht.
Inductieve proces
Een bottom-up manier, waarbij kennis wordt vergaard door het observeren van processen.
Longitudinale onderzoeken
Zijn onderzoeken met meer dan één periode van dataverzameling.
Ontologie
Houdt zich bezig met opvattingen over de wereld en wat we weten over de wereld.
Paired/triad interviews
Dit zijn diepte-interviews, maar deze worden uitgevoerd door twee mensen op hetzelfde moment.
Panelonderzoeken
Waarin dezelfde mensen meer dan één keer worden geïnterviewd.
Positivisme
Stelt dat de werkelijkheid objectief is waar te nemen.
Primaire criteria
Dat wat het meest van belang is voor het onderwerp en de doelen van het onderwerp.
Probes
Zijn responsieve, opvolgende vragen die ontworpen zijn om meer informatie en uitleg te verkrijgen.
Projectieve technieken
Zijn een aantal strategieën die ontwikkeld zijn om de communicatie te vergemakkelijken
Reflexief
Betekent dat onderzoekers zich bewust zijn van de kwaliteit van het onderzoek en van hun theoretische perspectief op het onderwerp.
Secundaire criteria
Hebben potentieel minder belang met betrekking tot het onderzoek. Deze criteria zijn minder gedetailleerd en met minder precisie gespecificeerd.
Single research episode
Onderzoeken waar één keer veldwerk voldoende is.
Snowballing/chain sampling
Dit is een benadering waarbij aan de reeds geïnterviewde mensen wordt gevraagd of ze nog meer mensen kennen die aan de criteria voldoen.
Stratified purpose sampling
Een combinatie van homogene en heterogene steekproeven.
Symbolisch Interactionisme
Het onderzoeken van interacties tussen mensen en de betekenissen die zij geven aan hun sociale omgeving, om zo hun gedrag beter te begrijpen.
Tertiaire criteria
Deze criteria zullen niet in de steekproefsamenstelling worden vermeld, maar zullen wel worden gecontroleerd als mensen worden geworven als deelnemers.
Theoretische steekproeftrekking
Is een bepaald soort doelgerichte steekproeftrekking waarin de onderzoeker de deelnemers uitkiest op basis van hun potentiële bijdrage aan de ontwikkeling en het testen van theoretische concepten.
Topic guides
Zijn documenten die de belangrijkste onderwerpen en subonderwerpen identificeren.
Triangulatie
Het gebruik van verschillende instrumenten en bronnen voor het checken en het uitbreiden van conclusies gebaseerd op de data.
Universalisme
Dit is de theorie dat het moreel gezien fout is om ethische regels en standaarden te verbreken.
Analytische proces
De verschillende fasen die de onderzoeker moet doorlopen bij een analyse. Bestaat uit het ontwerp, de steekproeftrekking, het genereren van de data, een formele analyse en het rapporteren.
Axial coding
Gebruik je open codes om te zoeken naar inhoudelijke verwantschap en breng je het terug naar overkoepelende categorieën.
Beschrijvende observaties
Geven beschrijvingen over het onderzoeksgebied en worden voornamelijk gebruikt om een eerste indruk en begrip te krijgen over het onderzoeksonderwerp.
Code and retrieve programs
Software waarmee labels toegevoegd kunnen worden aan delen van de tekst.
Code based theory builders
Software die het mogelijk maakt om verbanden tussen verschillende aspecten van de dataset te vinden.
Conceptual network builders
Software die een grafische weergave kan maken van de dataset.
Datamanagement
Verwijst naar het labelen, sorteren en verwerken van de verzamelde data om het toegankelijk en interpreteerbaar te maken.
Delphi technique
Hierbij wordt een groep experts gevraagd om hun mening ergens over te geven. Dit wordt samengevat en verspreid onder de experts, waar ze hun mening weer op kunnen geven, totdat er overeenstemming wordt bereikt.
Directe observatie
Houdt in dat je een gebeurtenis waarneemt op het moment dat het gedrag plaatsvindt.
Gefocuste observaties
Zijn observaties die zich voornamelijk richten op een specifiek proces dat belangrijk is voor het onderzoeksonderwerp.
Indirecte observatie
Houdt in dat je een gebeurtenis waarneemt nadat het gedrag heeft plaatsgevonden.
Inter-rater reliability
Het idee dat een onderzoekswijze betrouwbaar genoeg is; ook wanneer hij door een andere onderzoeker wordt uitgevoerd, zouden er gelijksoortige resultaten uit moeten komen.
Labels
Hierin wordt data gecodeerd en vervolgens ondergebracht in thema’s, categorieën en concepten.
Methods triangulation
Hierbij wordt data vergeleken door verschillende methoden te gebruiken.
Open coding
Hierbij worden uit tekstfragmenten betekenisvolle onderdelen uit de tekst gehaald om te labelen.
Participant based group analysis
Hierbij worden de bijdragen van individuen apart geanalyseerd, zonder dat het uit context wordt gehaald.
Rapporteren
Is het opschrijven van de resultaten van kwalitatief onderzoek op een manier waarin de data samenhangend en gestructureerd weergegeven wordt.
Reflexiviteit
Houdt in dat de onderzoeker zich bewust is van de invloed van zijn/haar verwachtingen en aanwezigheid bij het ontstaan van de resultaten.
Samenvatting outputs
Outputs die een verkorte beschrijving van de bevindingen bieden en kan door een verscheidenheid van mondelinge of schriftelijke hulpmiddelen worden geleverd.
Selectieve observaties
Observaties die zich focussen op het vinden van extra bewijs en voorbeelden voor het onderzoek.
Selectieve outputs
Deze outputs geven alleen een beschrijving van specifieke onderdelen van het onderzoek.
Selective coding
Hierbij worden axial codes gebruikt om zo de overkoepelende kernthema’s en de relaties met andere categorieën te definiëren.
Textbase managers
Software die zorgt voor structuur van de opgeslagen data.
Text retrievers
Software die helpt bij het vergemakkelijken om grote hoeveelheden data door te zoeken.
Theoretical coding
Het proces van datacodering en categorisering om een theorie te ontwikkelen, die emerged uit de teksten.
Theory triangulation
Hierbij wordt naar data gekeken uit verschillende theoretische perspectieven.
Triangulation of sources
Hierbij wordt data vergeleken door verschillende kwalitatieve methoden te gebruiken.
Triangulation through multiple analysis
Hierbij worden verschillende observatoren, analisten en interviewers gebruikt om de dataverzameling en interpretatie te vergelijken.
Uitgebreide outputs
Outputs die een gedetailleerde en uitgebreide weergave van de bevindingen uit het onderzoek bevatten en worden meestal gepresenteerd als schriftelijke verslagen.
Whole group analysis
Hierbij wordt de data als geheel behandeld zonder afbakening van individuele bijdragen.